Sfeer en ruimte

Het moest er ooit van komen. En het kon op geen betere plek en op geen beter moment. In augustus opende Ann Demeulemeester haar eerste eigen boetiek. Hartje Antwerpen. Hartje Zuid dus.

De naam Ann Demeulemeester behoeft nog nauwelijks uitleg. Wie ook maar af en toe op CNN afstemt, een modeblad openslaat of op dit moment de defilés in Parijs volgt, krijgt onvermijdelijk met haar te maken. Zij behoort tot de internationale top van de modewereld en maakt deel uit van de Antwerpse Zes: de zes ontwerpers die in 1981 afstudeerden aan de Antwerpse Academie en vrij snel internationaal succes kenden. Tot die zes behoren ook Dries Van Noten en Walter Van Beirendonck, om er maar twee te noemen. Net als deze twee heren heeft Ann Demeulemeester nu zowel een vaste stek als een eigen winkel in de metropool.

De ligging van de boetiek was snel gekozen: het Zuid, de meest trendy buurt van Antwerpen. Trendy, in de positieve én negatieve zin van het woord dan. Negatief, omdat niet elk commercieel initiatief dat in deze wijk ontstaat, de juiste drijfveren heeft. Bepaalde winkels en etablissementen kunnen louter en alleen op succes bogen omdat ze zogenaamd ‘in’ zijn, los van de kwaliteit die ze bieden. Positief, omdat deze wijk ongetwijfeld de meest dynamische van de stad is. Als er iets broedt en broeit, is het hier; als ergens alles mogelijk is, is dat ook hier.

Wie in de gloednieuwe boetiek van Ann Demeulemeester staat en door de grote vitrine naar buiten kijkt, staat oog in oog met het Museum voor Schone Kunsten en het grootse plein met weidse trappen dat zich aan de voorkant ervan uitstrekt. Achter de boetiek, aan de overkant van de Vlaamse en Waalse Kaai, ligt het drukbezochte Museum van Fotografie; onderweg vind je de ene kunstgalerie naast de andere. Op het verbrede trottoir rechts van de boetiek lonkt het zomers herfstterras van het hipste restaurant van dit moment: de nieuwe Hippodroom. Wat verderop rusten museumbezoekers uit in het erbarmelijk ‘gerestaureerde’ wijnhuis en restaurant den Artiest, en nog een straat verder kan je de cafés en restaurants niet meer op één hand tellen.

Het weze duidelijk: het Antwerpse Zuid is de ‘place to be’ en ‘to be seen’. Een uitstekend kader dus voor de eerste boetiek van Ann Demeulemeester. Maar dan niet alleen voor de nabijheid van het juiste doelpubliek; ook omdat de sfeer die rond het heraangelegde Leopold de Waelplein hangt, goed aansluit bij de sfeer van haar kledingcollectie.

Het concept van haar eigen boetiek bedacht Ann Demeulemeester zelf, samen met haar echtgenoot en zakenpartner Patrick Robyn. Voor de uitwerking deden ze een beroep op architect Paul Robbrecht, evenmin een onbekende – om niet te zeggen dat de man een huizenhoge faam geniet, zij het dan vooral in de vakwereld. Niet toevallig is Robbrecht ook een van de architecten die verantwoordelijk waren voor de heraanleg van het plein. Daar verschijnt trouwens binnenkort een grote ronde zitbank, ontworpen door Ann Demeulemeester.

Paul Robbrecht: “Een modeontwerper die een eigen boetiek start, dat is natuurlijk niet vanzelfsprekend. Daar komt van alles bij kijken. Eigenlijk moest ik in de eerste plaats heel veel leren begrijpen; mij inleven in de mode, de situatie, de omgeving, noem maar op. Met ruimte moet je een relatie opbouwen, je moet ruimte leren begrijpen; pas dan kan je ermee werken. Dat is goed gelukt. De ruimte rond het museum ken ik bijzonder goed; als architect heb ik me, samen met collega’s, een heel jaar lang gebogen over de aanleg van het Leopold de Waelplein. De lijnen van dat plein, een openbare ruimte dus, heb ik bij wijze van spreken kunnen doortrekken naar een privé-gebouw. Natuurlijk is dat boeiend.”

Het pand waarin de boetiek gevestigd is, staat eigenlijk lijnrecht tegenover de basisbegrippen die Demeulemeester als ontwerpster hanteert. Eenvoud, soberheid, strakke lijnen; ze zijn niet terug te vinden in de façade van het typisch Antwerpse pand van het eind van de negentiende eeuw. Het is een opvallende gevel met een sierlijke torenspits en grote boogramen. Binnen is het anders: daar valt meteen het grote gevoel van ruimte op en de totale afwezigheid van tierlantijntjes.

De verkennende klant krijgt volop de gelegenheid om rustig rond te snuffelen en te genieten van de kleding, de omgeving, de sfeer en de ruimte. De vijf luxueuze paskamers rondom de kleine binnentuin zijn erg groot in vergelijking met de klassieke ‘hokjes’. Op de witte tafel voor de paskamers staat een stel glazen en een karaf water. Wie van de intimiteit van het moment wil genieten, kan zich probleemloos neervlijen. De verlichting bestaat uit industriële neonlampen en eenvoudige peertjes die aan het plafond bengelen; de sfeer van een loft is niet veraf.

De meubels die in de winkel staan, zijn eveneens van de hand van Ann Demeulemeester. Het geheel is op en top sober, met weinig (en zeker geen felle) kleuren: overheersend wit en zwart, tinten van grijs ook. De muren zijn bekleed met dun wit schildersdoek. De hele zaak ademt de sfeer van een atelier; een wat ruwe ruimte, niet helemaal afgewerkt, open en groot, maar toch zeer persoonlijk. De boetiek van Ann Demeulemeester is een plek waar men rustig kan kiezen en passen, waar men zichzelf kan zijn tot in de diepste naden van de huid. Geen gehaast, geen gejaag, geen gerommel in de paskamer, geen ongeduld van de wachtende partner, geen verkopers die je meteen aanklampen en met vragen bestoken.

Op 600 vierkante meter, verdeeld over twee verdiepingen, stelt de Belgische ontwerpster met wereldfaam haar collectie tentoon. De dames- en herencollectie, maar ook alle accessoires, van schoenen tot en met meubilair.

Boetiek Ann Demeulemeester, Leopold de Waelplein/Verlatstraat, 2000 Antwerpen, tel. (03) 216.01.33.

Margot Vanderstraeten