SENTIMENTEN OF CENTEN ?

DILEMMA.

Daniel Guertin, direkteur van de Parti de l’Action démocratique, een kersverse partij die 6,5 % van de stemmen haalde, vat het Québecse dilemma kernachtig samen. “Les Québécois zijn tègen het status-quo en eisen meer bevoegdheden voor de provincie als soevereine partner binnen een Canadese stuktuur, ” stelt hij. “Maar ze willen er geen risico’s voor lopen. Een bevolking met twee televisies per capita heeft geen behoefte aan radikale hervormingen die de levensstandaard in het gedrang brengen. “

Volgens professor Pierre-Paul Proulx (Université de Montréal) is het fundamentele verschil in het ekonomische denken tussen Oost en West een reden om Québec meer autonomie te geven. De federale regering in Ottawa, geleid door de Franstalige Jean Chrétien, denkt neoklassiek Keynesiaans, terwijl Québec dé voorstander van de Nafta-akkoorden opteert voor de vrijhandel. “De ekonomische strategie van Ottawa loopt een paar jaar achter, ” meent hij. “Buiten Québec is de regering populair, omdat ze geld spendeert aan infrastruktuurwerken en via semi-protektionistische maatregelen de landbouw wil beschermen. Terwijl wij ons juist willen integreren in de Noordamerikaanse handelsruimte. “

Proulx is een overtuigde voorstander van de teorie van the global paradox (John Naisbitt) : “Europese teoretici waaronder nogal wat Belgen (zie ook Trends van 18 mei jl.) stellen terecht dat, naarmate de nationale ekonomieën verdwijnen en de wereld de markt wordt, het belang van kleinere eenheden zal toenemen. Vandaar dat Québec over het instrumentarium moet beschikken om zijn regionale komparatieve voordelen te beklemtonen en de strijd om het marktaandeel aan te gaan. Dat lukt niet als Canada een eenheidspolitiek wil voeren. “

Ook Carl Grénier, topambtenaar van het Québecse ministerie voor Internationale Relaties gelooft in het adagium small is beautiful. “Welke onderneming reageert het best op de krisis ? De KMO, ” vergelijkt hij. “Ook kleine landen zijn meer flexibel om internationale uitdagingen aan te pakken. De schaalvoordelen van een grotere ekonomie gelden immers a priori binnen de Nafta, zonder de negatieve overhead van een superstruktuur : hoge bestuurskosten. “

Zelfs de Parti Libéral pleit voor meer autonomie als hefboom naar een betere integratie in de Noordamerikaanse markt. “Maar dat wil niet zeggen dat we ons blindelings in het separatistische avontuur moeten storten, ” aldus Richard Vigneault, direkteur van de partij. “De kost van het separatisme, politieke instabiliteit, weegt niet op tegen de eventuele voordelen. De Parti Québécois ziet een onafhankelijk Québec als een middel om zijn politieke macht dus zijn greep op het staatsapparaat te bestendigen. “

De PQ van zijn kant minimalizeert de politieke instabiliteit. “De rest van Canada zal eieren voor zijn geld kiezen en zo vlug mogelijk akkoorden sluiten om de overgang naar twee nieuwe staten zonder al te veel problemen te laten verlopen, ” voorspelt PQ-direkteur Monique Simard. Deze optimistische stelling wordt met verve verdedigd door de gezaghebbende Engelstalige professor Robert Young in La Sécession du Québec et l’Avenir du Canada (Université de Laval, 1995).

Pierre Fournier, onderzoeksdirekteur van Lévesque, Beaubien, Geoffrion, heeft zo zijn twijfels : “Wie zegt dat de Canadezen die erg emotioneel reageren op het separatisme nog iets met Québec te maken willen te maken hebben ? It takes two to tango. “

PIERRE-PAUL PROULX (UNIVERSITÉ DE MONTRÉAL) Kleine staten genieten van de vrijhandel en kunnen zich beter wapenenin de strijd om het marktaandeel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content