Rode Mia gaat, groene Ilse en Ann komen

Ilse Dielen en Ann Van Laer zijn sinds 1 januari de nieuwe nationaal secretarissen van het ACV. Het eerste interview, na de eerste honderd dagen, vangen ze wat onwennig en voorzichtig aan. Kunnen zij het ACV nog verder afstand doen nemen van het met problemen beladen ABVV?

Vrouwen aan de top van de vakbond: tot voor kort scoorde het ABVV het best. De nummer 1 van de socialistische vakbond, Mia De Vits, heeft echter de deur achter zich toegetrokken. En nu heeft het ACV de fakkel overgenomen. Sinds 1 januari telt de christelijke vakbond twee vrouwelijke nationaal secretarissen in het achtkoppige dagelijks bestuur: Ilse Dielen (42) en Ann Van Laer (30).

Ann Van Laer was actief in de ACV-centrale Voeding en Diensten als centraal propagandist, zoals dat in vakbondstermen heet. Zij is een licentiate politieke en sociale wetenschappen ( Universiteit Antwerpen).

Ilse Dielen volgde de opleidings- en arbeidsmarkt op voor ACV-Metaal. Zij heeft een merkwaardige carrière achter de rug. Na haar studies sociale wetenschappen ( KU Leuven) werd ze twee jaar lang wetenschappelijk medewerkster aan de Universiteit Antwerpen. Toen maakte ze de overstap naar… Fabrimetal (het huidige Agoria). Vier jaar later ging ze naar de tegenstander, het ACV.

ILSE DIELEN (ACV). “Je kan de beslissing om deze functie te aanvaarden vergelijken met de keuze die je maakt om moeder te worden. Er is geen weg terug. Ik wist natuurlijk niet wat de impact van mijn nieuwe job op mijn leven zou zijn. Ik moet een heel pak zaken op een andere manier organiseren.

“Nu, na tweeënhalve maand heb ik geen spijt van mijn beslissing. Ik ben er onmiddellijk in kunnen vliegen. Ik heb goed kunnen werken aan een aantal dossiers, zoals dat van de dienstencheques. Ik heb ook meegewerkt aan ons memorandum voor de Vlaamse verkiezingen. Ik vergelijk het een beetje met mijn blokperiode aan de universiteit, toen ik op korte tijd veel moest bijleren en elke dag deadlines moest halen. Zo ervaar ik deze eerste honderd dagen.”

ANN VAN LAER (ACV). “Nu kan ik werken voor arbeiders, bedienden en ambtenaren terwijl ik mij vroeger altijd op één doelgroep heb gericht. Dat is wel een uitdaging.”

Bent u snel aanvaard in de nieuwe organen waarin u zetelt?

DIELEN. “Op dit moment spelen de regels van de wellevendheid nog wel mee. We zullen ons moeten waarmaken. Ik kan mij tijdens bepaalde vergaderingen nog een beetje verstoppen door te zeggen dat ik er niet bij was toen een bepaald dossier werd opgestart.”

Bij de ABVV-collega’s is voorzitter Mia De Vits afgetreden. Hoewel het uiteraard niet de hoofdreden was, luidde een van de argumenten dat een vrouw niet kan overleven tussen al die haaien.

VAN LAER. “Wij komen uit arbeiderscentrales en dus hebben wij sowieso al veel met mannen moeten werken.”

DIELEN. “Bij ACV-Metaal was ik de eerste vrouw op de studiedienst. Zodra een organisatie de deur echt openzet voor vrouwen komt dat in een stroomversnelling. Ik denk dat het ACV een lange weg heeft afgelegd in het overwinnen van vooroordelen. Er loopt nu een project bij de drie vakbonden rond het uitwerken van een charter waarin we stellen dat we werk willen maken van een betere representatie van vrouwen binnen de vakbondsstructuren.”

De recente gebeurtenissen bij het ABVV tonen duidelijk aan dat er een groot verschil in filosofie bestaat tussen de twee vakbonden. Merkt u dat ook op het terrein?

VAN LAER. “Wij zijn twee aparte vakbonden die elk vanuit een eigen visie en manier van werken vertrekken, maar wel gemeenschappelijke doelen hebben.”

DIELEN. “Er zijn wel degelijk een aantal verschillen. Eerst en vooral wat onze structuren betreft. Het ACV heeft meer ingespeeld op de regionalisering. Ook onze politieke lijn verschilt: wij kunnen geen twee heren dienen terwijl de scheidingslijn tussen vakbond en politiek bij het ABVV eerder flou is.”

Zal het voor u makkelijker zijn om op het Vlaamse niveau met het ABVV te praten wanneer ook zij meer de weg van de regionalisering inslaan?

DIELEN. “Wij hebben er geen probleem mee om op dit moment met het Vlaamse ABVV te praten. We moeten ver in de geschiedenis teruggaan om binnen de Serv tot een verdeeld standpunt te komen tussen de vakorganisaties.”

In Vlaanderen wordt vaak gepleit voor Vlaamse CAO’s. Hoe kijkt u daar tegenaan? Er is toch een groot verschil in economische structuur tussen noord en zuid? Ook qua arbeidsmarkt zijn er verschillen.

DIELEN. “Hierover kan er geen discussie bestaan: ik wil geen Vlaamse CAO’s. Wij steunen de politiek om de Europese regelgeving te stroomlijnen en wij gaan dan in eigen land een chaos creëren door verschillende loonafspraken te maken. En wat doe je met Brussel of met ondernemingen die in verschillende landsdelen gevestigd zijn?”

De feiten spreken nochtans voor zich: er bestaan wel degelijk regionale verschillen.

DIELEN. “Binnen de nationale CAO-afspraken bestaat de mogelijkheid om in de paritaire subcomités accenten te leggen, maar wel binnen het nationale kader. Ik denk dat de werkgeversorganisaties VBO of Agoria creatief genoeg zijn om in te spelen op ieders situatie. Ze hebben onderhandelingservaring en die hebben de Vlaamse werkgevers met Voka niet.”

Heeft Voka door de samenwerking met de kamers van koophandel niet aan representativiteit gewonnen?

DIELEN. “De kruising tussen een regionale en sectorale structuur is de rijkdom van een organisatie als het ACV. Dat heeft Voka nog niet. Een kamer van koophandel kan je nog niet vergelijken met Agoria.”

Hoe problematisch zijn de verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië? Ik denk bijvoorbeeld aan de discussie over de controle op werklozen. Is hier geen aparte aanpak vereist?

VAN LAER. “Je kan ze proberen op te lossen door te zeggen dat alle dossiers die moeilijk liggen apart moeten worden aangepakt. Ik pleit voor een federaal beleid waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende realiteiten.”

DIELEN. “Het probleem is niet Vlaanderen en Wallonië, maar wel de manier waarop de regering omgaat met de sociale partners. Op alle niveaus heerst het primaat van de politiek. Zo moeten wij als sociale partners via-via vernemen dat er een afspraak is gemaakt tussen de federale regering en de gewesten in verband met gegevenstransmissie van werkweigeringen. Vele dossiers worden niet op een fatsoenlijke manier met de sociale partners besproken.”

Zoals in het VDAB-dossier? Ondanks de voorstellen van, onder meer, de sociale partners is er van de modernisering (de opsplitsing tussen actor en regisseur) van de VDAB niet veel in huis gekomen.

DIELEN. “De sociale partners hebben vanuit de Serv een unaniem advies uitgebracht rond het VDAB-decreet. Het decreet beantwoordt niet aan wat we ervan verwacht hadden. Het wordt tijd dat de regering de problemen aanpakt.. We hebben echt geen zin om nog eens vijf jaar te verliezen.”

Na de verkiezingen moet een nieuw VDAB-beheersplan worden opgesteld. Wat moet er in grote lijnen in staan?

DIELEN. “Ik vraag een sluitende aanpak, curatief en preventief. Iedere werkloze heeft recht op een degelijke begeleiding. Ik denk dat er budgettair meer ruimte moet komen. Ook voor de OCMW-klanten. Ik denk dat de nood aan begeleiding, zeker bij de leefloners, nog groter is. Voorts zie ik ook onderdelen die kunnen worden uitbesteed, zoals hightechopleidingen.”

Een ander moeilijk dossier is dat van de gezondheidszorg. Minister Rudy Demotte (PS) praat met iedereen, maar doet weinig in wat toch de snelst groeiende overheidssector is.

VAN LAER. “Gezondheidszorg is slechts één aspect van de sociale zekerheid. De cruciale vraag blijft hoe we het systeem betaalbaar kunnen houden. Ik vind dat er een probleem is rond de discussies die worden gevoerd. We zitten constant te werken in doemscenario’s.

“Er zijn een aantal conferenties geweest. Die hebben allemaal deelaspecten van de sociale zekerheid besproken terwijl we met de sociale partners aan tafel willen gaan zitten om die sociale zekerheid in al zijn aspecten te bekijken.”

Er moet dus een nieuw sociaal pact gesloten worden?

VAN LAER. “Eerst even aan tafel gaan zitten zou ik zeggen. We moeten tot een consensus komen aan de twee kanten van de tafel.

“En als we het dan toch over concrete dossiers hebben: nemen we de controle op werkzoekenden. Ik hoor zeggen dat de kost van de werkloosheid te groot is en dat we daar iets aan moeten doen via extra controles. De regering spreekt van besparingen terwijl ze eigenlijk een tewerkstellingsbeleid zou moeten voeren. Zet meer mensen aan het werk en de financiering van de sociale zekerheid wordt gevrijwaard.

“Ik vraag me ook af of we niet naar een andere vorm van financiering moeten gaan. Het ACV pleit al langer voor een algemene sociale bijdrage. Dat moeten we met de sociale partners kunnen bespreken.”

Is het overleg met de politiek op federaal vlak even slecht als op Vlaams niveau?

DIELEN. “Ja. Kijk naar het dossier rond de controle op werkzoekenden. Er is op geen enkel moment op voorhand overlegd en dan duikt dit dossier plots op bij een interministeriële conferentie. Wij hebben kennis en ervaring in die materie en dan verwacht je toch dat er op zijn minst overleg wordt gepleegd.”

Maakt u er zich niet te gemakkelijk van af door te zeggen dat er meer met u rekening moet worden gehouden? Misschien zou dat wel gebeuren als de vakbonden zich wat moderner opstelden.

DIELEN. “Eigenlijk vraagt u ons om mee te werken aan de afbouw van de democratie. Als wij onderhandelen, krijgen wij daarvoor een mandaat. Ik doe dat niet omdat ik nationaal secretaris ben, maar wel op basis van een project dat ik met onze mensen heb besproken.

“Maar wat men nu van ons verwacht, is dat wij aan een vergadering deelnemen waar op een uur tijd belangrijke beslissingen worden genomen zonder dat wij de kans krijgen om terug te koppelen naar onze leden. Dat zal zich wreken. Dit is een aantasting van de geloofwaardigheid van politici. Het Vlaams Blok dankt zijn succes niet aan zijn partijprogramma, maar aan de afkeer van de politiek. De show die wordt opgevoerd, het zichzelf populair maken met one shots, is een aantasting van de democratie. Als u ons vraagt of we ons daaraan moeten aanpassen, dan antwoord ik: neen. Maar ik beklemtoon tegelijk dat je als vakbond ook moet evolueren.”

Maar u verdedigt toch situaties die stilaan een uitzondering worden? Arbeid is veel flexibeler geworden, maar u blijft zweren bij voltijdse contracten van onbepaalde duur.”

VAN LAER. “Wij willen gewoon dat iedereen een fatsoenlijk contract heeft in een bedrijf of een sector waar er fatsoenlijk overleg is. Waar ze zekerheid hebben. Daarnaast hebben we wel degelijk oog voor de combinatie arbeid-vrije tijd. Wat ik bij de werkgevers veel minder terugvind.”

DIELEN. “Wij zeggen niet dat iedereen een voltijds contract moet krijgen. Wij zeggen: iedereen moet de kans krijgen op een voltijds contract. Als er van de kant van de werknemers gevraagd wordt naar meer flexibiliteit, dan wordt dat door de werkgevers afgeblokt. Maar aan de andere kant mag de flexibiliteit die door de werkgevers wordt gevraagd niet in vraag worden gesteld.”

Is het een goede zaak voor het ACV dat CD&V bij de komende regionale verkiezingen goed lijkt te zullen scoren? In dat geval is de kans reëel dat CD&V opnieuw in de regering komt.

DIELEN. “Alles hangt af van hun programma en van het regeerakkoord. Wij stappen met ons memorandum naar de partijvoorzitters en zullen de komende maanden zien in welke mate ze daarmee rekening hebben gehouden.”

Er wordt veel gepraat over industrieel beleid, maar het is niet altijd duidelijk waar men naartoe wil. Wat verstaat u daaronder?

DIELEN. “De grote krijtlijnen zijn duidelijk. Industrieel beleid is niet tot elke prijs oude industrieën met al dan niet door Europa ondersteunde staatssteun hier houden. Het is voor ons ook naar de toekomst kijken. We willen zoeken naar duurzame oplossingen en dan hebben we het niet alleen over financieel gezonde bedrijven. We moeten kijken naar de sectoren waar we het verschil kunnen maken. We moeten nagaan waar er in Europa niches zijn waarin we kunnen scoren en daar samen werk van maken. Dat is in elk geval beter dan een ondernemingsconferentie.”

Kunt u dan niet met z’n allen – werkgevers en werknemers – aan dezelfde kant van de tafel zitten?

DIELEN. “Wij willen samenwerken en ook in kleine bedrijven samen naar oplossingen zoeken. Maar de werkgevers moeten willen. Als ze al niet over een syndicale vertegenwoordiging willen praten.”

Waar wilt u aan het einde van het jaar staan?

DIELEN. “Ik hoop na de sociale verkiezingen op een meer evenredige vertegenwoordiging van de vrouwen aan het congres.”

VAN LAER. “Meer verantwoordelijkheid voor vrouwen. En dat dan blijkt dat we geen excuus-Truzen zijn.”

Alain Mouton Guido Muelenaer

“Ik wil geen Vlaamse CAO’s. Hierover kan geen discussie bestaan.” (Ilse Dielen, ACV)

“De regering spreekt van besparingen terwijl ze eigenlijk een tewerkstellingsbeleid zou moeten voeren.” (Ann Van Laer, ACV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content