Rel in de vlashaard
Vijf jaar na zijn imposante biografie ‘Dag Streuvels – Ik ken de weg alleen’ pakt Hedwig Speliers uit met een omstreden reconstructie van de banden tussen Stijn Streuvels en Duitsland.
Was het Vlaamse literaire monument Stijn Streuvels een collaborateur, die zowel in de Eerste als de Tweede Wereldoorlog met de Duitse bezetter heulde? Het antwoord hangt af van uw enge of ruime definitie van collaboratie. De invulling ervan laat Hedwig Speliers in zijn controversiële turf Als een oude Germaanse eik – Stijn Streuvels en Duitsland over aan de lezer. Hij wil wel uitdrukkelijk aantonen dat Streuvels wist wat hij deed. Tot dusver gingen heel wat historici of literatuurcritici ervan uit dat Streuvels zich voor de kar van de Duitsers had laten spannen.
Speliers moet zich hardnekkig in zijn onderwerp vastgebeten hebben. Op veel medewerking hoefde hij niet te rekenen. De familie van de in 1969 gestorven Streuvels opent het archief mondjesmaat. Zelfs de verslagen van de verhoren in september 1944 blijken spoorloos. Streuvels werd toen ondervraagd over zijn uitgaven in Duitsland tijdens de oorlog en over de Duitse verfilming van De vlashaard. Meteen na de bevrijding werd zijn huis beklad met hakenkruisen, maar uiteindelijk glipte Streuvels door de mazen van het repressienet. Dat wordt vooral toegeschreven aan enkele invloedrijke vrienden, niet in het minst Toussaint van Boelaere. Deze Brusselse liberaal zorgde er aanvankelijk voor dat Streuvels kon debuteren en snelde hem tijdens de repressie ter hulp. Als voormalig directeur-generaal van het ministerie van Justitie kon hij heel wat invloed laten gelden.
Speliers geeft twee redenen voor de hechte banden tussen Streuvels en Duitsland. De eerste reden is puur opportunisme. Streuvels was één van de weinige auteurs die het begin twintigste eeuw aandurfden om zich in Vlaanderen als beroepsschrijver te vestigen. Toen een Duits uitgever tijdens de Eerste Wereldoorlog contracten en boter bij de vis aanbod voor vertalingen, greep Streuvels zijn kans. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog incasseerde hij gretig de vertaalrechten. Toen hij ook opgetrommeld werd om literaire prijzen in ontvangst te nemen in Duitsland, bleef hij evenwel in Ingooigem.
De tweede reden is hoogst merkwaardig. Hier begeeft Speliers zich op (zeer) glad ijs. Hij wil aantonen dat Streuvels weliswaar niet het fascistische gedachtegoed deelde, maar gevaarlijk dicht erbij aanleunde. Brieven en citaten die niet in dit kraam passen, moffelt Speliers weg in de marge of interpreteert hij gewoon anders. Hij plaatst Streuvels in een ultraconservatief West-Vlaams katholicisme dat uitmondt in een wazige ideologie die de democratie niet meteen op een piëdestal plaatst. Hier gaat Speliers uit de bocht. Hij gooit Vlaamsgezindheid, katholicisme, conservatisme en fascisme weliswaar nog net niet op een hoopje, maar suggereert te driftig, al te driftig in die richting.
Hedwig Speliers, Als een oude Germaanse eik – Stijn Streuvels en Duitsland. Manteau, 611 blz., 1495 fr.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier