Regering moet fundamentele argumenten gebruiken
De Fortis-saga heeft er een miserabel hoofdstuk bij. Het arrest van de voorzitter van het hof van beroep Paul Blondeel was vernietigend voor de overheidstransacties waarbij Fortis Bank werd verkocht aan BNP Paribas. Maandagavond besliste de overheid derdenverzet aan te tekenen. De participatiemaatschappij FPIM trekt naar het Hof van Cassatie.
De overheid start hiermee een juridische strijd die geen winnaars kan opleveren. Ten eerste is het klein van de regering om het arrest te willen breken via procedurefouten. Het derdenverzet is misschien wel juridisch hard te maken, maar in de realiteit was de overheid geen derde partij. Het politieke imago zal niet wel varen bij deze aanpak. Bij veel mensen ontstaat het beeld dat de regering de beslissingen van de rechterlijke macht negeert zonder fundamentele argumenten aan te halen.
Nog erger wordt het wanneer de overheid via het derdenverzet de opschorting van het arrest verkrijgt om dan snel-snel de verkoop van Fortis Bank aan BNP Paribas te laten doorgaan. Stel dat de klagers achteraf gelijk krijgen, dan zal wegens een voldongen feit de verkoop niet kunnen worden teruggedraaid, maar zal de overheid wel serieuze schadeclaims krijgen van de klagers. Dat is nog nefaster voor het politieke imago en ook slecht voor de staatskas.
Dat de regering naar deze middelen grijpt, is wel begrijpelijk. De inzet is immers erg hoog. Het Fortis-arrest legt een tijdbom onder de toekomst van de bank. Voor BNP Paribas is Fortis een interessante deal, maar de Franse bank kan ook zonder Fortis overleven. Zal BNP Paribas bereid zijn meer te betalen dan het nu heeft gedaan? Niets is minder zeker.
Dat de klagende aandeelhouders van FortisHolding de Fransen kunnen dwingen tot een substantieel hogere prijs, is een illusie. Het idee dat de zeer rendabele verzekeringstak in de holding zou kunnen blijven, is dat al evenzeer. In Parijs zijn ze niet op hun hoofd gevallen.
Stel dat BNP Paribas de samenwerking opzegt. Dat zou Europa erg kritisch maken over de overheidssteun die Fortis nu ontvangt (zie blz. 16). En zonder die steun is Fortis een vogel voor de kat. Een idee dat circuleert, is de oprichting van een grote Belgische bank: Dexia, Ethias en Fortis. Intellectueel een zeer boeiende oefening. Maar in deze tijden van wankel vertrouwen zijn intellectuele ‘spielereien’ niet gewenst.
De prijs voor rust en kalmte gaat alleszins naar de Fortis-spaarders. Ze hebben blijkbaar goed begrepen dat Fortis op dit moment een veilige bank is. De bank is volledig in staatshanden, er is de staatsgarantie van 100.000 euro op spaargelden, er is de kredietlijn van circa 60 miljard euro van de Nationale Bank en een van 40 miljard euro van BNP Paribas (die ze verplicht moet onderhouden, aldus het arrest van het hof van beroep). Fortis zit dus voor het moment gebeiteld.
Maar dit geldt enkel voor de periode van 65 dagen die het hof van beroep heeft bevolen. Daarna, als de aandeelhouders de genomen beslissingen niet goedkeuren, keren we terug naar de situatie waarin Fortis in het eerste weekend van oktober zat. Fortis bleek toen niet levensvatbaar. De spaargelden verdwenen in ijltempo.
Eén ding is zeker, wanneer de run on the bank start, is hij nauwelijks te stoppen. De bank komt dan in een spiraal terecht die met alle mogelijke garanties op een dure grap voor de overheid uitdraait. Fortis’ faillissement is ondenkbaar, want als Fortis failliet gaat, is België dat ook. Maar de prijs om dat te vermijden kan hoog oplopen. Dat zijn de risico’s die de klagers en voorzitter Paul Blondeel nemen.
Wat moet de overheid nu doen? Ze moet kiezen tussen pest en cholera. De juridische strijd is verwerpelijk, maar is de inzet – het vermijden van het faillissement van Fortis – niet groot genoeg om de principes opzij te zetten? De regering moet zo snel mogelijk een consistent verhaal brengen dat de kleine aandeelhouders kan overtuigen om haar beslissingen goed te keuren. De regering moet overtuigend argumenteren dat Fortis inderdaad een vogel voor de kat is zonder BNP Paribas. Aantonen dat er geen andere gegadigden zijn. Aantonen hoe groot de risico’s van de vergiftigde producten zijn. En aantonen dat het loslaten van BNP Paribas kan leiden tot een totaal waardeverlies voor de aandeelhouders.
De overheid zal er wel niet onderuitkomen om een tegemoetkoming te doen aan de kleine aandeelhouders. Bijvoorbeeld de aandelen die de overheid bezit in BNP Paribas in de Fortis-holding onderbrengen. Dat kan de kleine aandeelhouders misschien over de streep trekken. Het is de enige manier om een juridische strijd te voorkomen die alleen maar verliezers zal kennen. (T)
Guido Muelenaer de auteur is hoofdredacteur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier