‘Protectionisme leidt tot handelsoorlogen’

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Er blijft nog maar een schim over van de ambities om van Doha de meest verreikende handelsovereenkomst ooit te maken. Karel De Gucht heeft nochtans hard gevochten om de markten wereldwijd meer open te gooien.

Doha – de handelsronde die in 2001 hoopvol begon na een wereldwijde solidariteitsgolf om de terreuraanslagen in New York te overstijgen – werd na getouwtrek tussen Amerikaanse katoentelers, Europese dienstenaanbieders en tot zelfmoord gedreven Indiase keuterboeren haast onopgemerkt drastisch teruggeschroefd. Er komen dus geen beperkingen op landbouwsubsidies, geen verlaging van heffingen op industriële producten of liberalisering van diensten en bescherming van intellectuele eigendomsrechten (zie kader). Volgens de Britse essayist en filosoof John Gray is de vrijhandel aan het sterven en komen we nooit meer dichter bij een mondiale economie dan we voor kort stonden. Om te redden wat te redden valt, reist Europees commissaris voor Handel, Karel De Gucht, de wereld af om bilaterale akkoorden te sluiten met zoveel mogelijk groeilanden. Landen sloten de voorbije jaren honderden bilaterale vrijhandelsakkoorden, terwijl de Doha-rondes keer op keer vast liepen.

Critici noemen bilaterale en regionale handelsakkoorden de termieten van de wereldhandel omdat ze schadelijk zijn voor wie er geen deel van uitmaakt. Alleen het welslagen van de Doha-onderhandelingen had die termieten kunnen neutraliseren.

KAREL DE GUCHT. “Je kunt ons zeker niet verwijten dat we de Doha-ronde niet gesteund hebben. We gaan voort met bilaterale akkoorden vanuit de filosofie liberalisation fuels liberalisation. Die akkoorden gaan verder dan wat binnen de Wereldhandelsorganisatie bereikt kan worden voor intellectuele eigendomsrechten, overheidsaanbestedingen, geschillenoplossing en dergelijke.

“We doen dat met Zuid-Korea, Centraal-Amerika, Mercosur (vier landen in Latijns- Amerika), India, Singapore, Maleisië en Indonesië. Als je de lat hoger legt, bestaat de kans dat ze uiteindelijk voor iedereen hoger ligt. Dergelijke akkoorden verhogen de rechtszekerheid, wat zeker kmo’s ten goede komt. Ook handelsgeschillen worden sneller opgelost.”

De groeilanden wegen zwaarder in de Wereldhandelsorganisatie. Hoe krijg je daar nog een consensus over hoe het verder moet?

DE GUCHT. “Het succes van de vorige rondes was gebaseerd op een consensus tussen Amerika en Europa. Nu heb je die opkomende economieën die hun rechten opeisen. Het probleem is dat de opkomende landen niet bereid zijn de consequenties te trekken uit hun eigen groei. Het China van tien jaar geleden is niet het China van nu. Je kunt niet zo’n grote economie zijn en doen alsof je buiten de wereldeconomie staat.

“Ten tweede hebben Amerikanen en Europeanen wel dezelfde analyse, maar de VS vragen dat de groeilanden dezelfde inspanningen leveren, terwijl wij bereid zijn een compromis te zoeken. Als VS en EU op eenzelfde lijn zouden zitten, zou het moeilijk worden voor de groeilanden om niet tot een akkoord te komen.”

Zelfs bij bedrijfsleiders groeit de vrees om opgegeten te worden door de nieuwkomers. De roep om protectionisme klinkt luider.

DE GUCHT. “Een defensieve politiek biedt geen oplossing. Akkoord, er zijn ernstige problemen met China door de verwevenheid van bedrijven met het staatsapparaat, ook in onderzoek & ontwikkeling. Wegens subsidiëring, goedkope leningen en bedrijfsterreinen of dumping waartegen we trouwens optreden. Wij zijn onmiddellijk in actie geschoten zodra Option een klacht had ingediend tegen Huawei.

“Met de VS en Mexico hebben we bij de WTO een klacht ingediend over grondstoffen als zink en bauxiet. De uitspraak daarover bepaalt hoe we daar in de toekomst mee om moeten gaan. We zijn hoegenaamd niet naïef, we stellen vast dat Europese bedrijven vanuit China onder druk worden gezet om geen klacht in te dienen en hebben ons daarover beklaagd bij de Chinese overheden. Zo nodig zullen we ex officio, dus in eigen naam, die klacht indienen. De oplossing ligt niet in protectionisme, maar in assertieve actie.

“Vergeet niet dat we ongeveer twee derde van onze import uit China herexporteren. Dus als de yuan – die ondergewaardeerd is, maar stilaan apprecieert – duurder wordt, wordt ook onze export duurder. Heel veel van de problemen die we gekend hebben met Korea en Japan in hun groeifase, zien we nu terug.”

Het verschil is wel de schaal waarop het gebeurt, de macht van de aantallen?

DE GUCHT. “Juist. Een tweede verschil is dat China geen democratie is en het ook niet snel zal worden, maar het Chinese economische model is niet nieuw. De gedachte dat dit land tot in de wolken kan blijven doorgroeien, moeten we ernstig relativeren. De schaal betekent ook dat zij vroeger tegen hun beperkingen botsen, want je kunt niet zo’n grote economie hebben en een freerider blijven.

“We zouden daar veel verstandiger moeten op reageren. Neem nu Boeing en Airbus. Uit de procedures bij de WTO blijkt dat we alle twee in de fout zijn gegaan voor ongeveer dezelfde bedragen aan subsidies. Het zou verstandiger zijn dat wij met de Amerikanen overeenkomen, zodat wij aan de Chinezen maatstaven kunnen opleggen. Zij trekken zich niets aan van subsidiëring en bouwen intussen een concurrent voor de A320, waar Ryanair gretig afnemer van is.”

Hebben we te veel aandacht geschonken aan handel en onze industrie uit het oog verloren?

DE GUCHT. “Globalisering creëert globaal meer welvaart, maar er stelt zich wel degelijk het probleem van de verdeling ervan. Door de wereldwijde concurrentie staat de koopkracht van de lonen onder druk. Maar er is geen alternatief, hoe ga je grote landen met honderden miljoenen inwoners uitsluiten van de wereldeconomie?

“Zelfs gerichte invoerheffingen op producten die niet aan onze standaarden beantwoorden, zijn niet realistisch. Europa denkt aan een CO2-heffing op de vliegtuigen. Dan antwoorden de Chinezen: in dat geval moeten we geen Airbussen meer hebben. Het idee dat je dat kunt doen zonder dat er een tegenreactie komt, is illusoir.

“We nemen maatregelen. Een gelijke behandeling is volgens mij de enige positieve benadering. Als een land zijn openbare aanbestedingen niet openstelt, dan kunnen wij onze markt geheel of gedeeltelijk voor dat land sluiten. Er zijn geen eenvoudige oplossingen. Duitsland zet door, omdat zij niet alleen concurreren op prijs, maar ook op kwaliteit.”

Investeren westerse topbedrijven niet liever in groeimarkten? Waar moeten hier dan nog jobs vandaan komen?

DE GUCHT. “De Europese economie is nog altijd de grootste ter wereld. Of we dat over tien jaar nog zijn, hangt van onszelf af. Ik weet inderdaad dat een aantal bedrijven eraan denkt zijn hoofdkwartier naar China over te brengen, maar dat is volgens mij een vergissing. Er zijn grote bedrijven die bereid zijn grote delen van hun intellectuele eigendom over te dragen om die markt te kunnen aanboren. Mijns inziens is het kortzichtig om zo je bedrijfspolitieke onafhankelijkheid op te geven.

“Autobouwers mogen zich in China vestigen als ze elektrische wagens ontwikkelen onder een Chinees merk en in een joint venture waarin China 51 procent krijgt. Bedrijven die daarin stappen, vergissen zich. Het antwoord moet zijn dat de VS en de EU gemeenschappelijke standaarden ontwikkelen. We werken daaraan in de Transatlantic Council, om onze leiderspositie in standaarden te behouden. Standaarden hebben te maken met innovatie. Als politicus moet ik antwoorden vinden. We moeten pragmatische stappen doen, gebaseerd op de juiste analyses. Twee derde van mijn tijd gaat naar China.”

Na tekorten in zeldzame aarden voor spitstechnologie is onze farmaceutische industrie ook al voor 80 procent van zijn basisingrediënten afhankelijk van China en India.

DE GUCHT. “De veronderstelling dat landen de aanvoer van noodzakelijke basisgrondstoffen kunnen lamleggen, is een te eenvoudige weergave van de machtsverhoudingen zoals die wereldwijd spelen. Wat niet betekent dat we niet alert moeten blijven.”

( terwijl Karel De Gucht van zijn koffie nipt) Drinkt u fairtradekoffie? Wat vindt u van initiatieven voor ‘eerlijke handel’?

DE GUCHT. “Ik drink slechts uitzonderlijk koffie, maar na een uitputtende reis naar Centraal-Amerika is koffie een opkikker. Uiteraard heb ik niet dezelfde benadering van fair trade als de groepen die zich daarop toespitsen, maar je moet er binnen de markt wel naar streven dat elke tussenschakel in het productieproces op een behoorlijke manier vergoed wordt voor zijn bijdrage. Eerlijke handel is vooral ook een kwestie van goede logistiek en conditionering, met sterke instituties en goede infrastructuur.”

ERIK BRUYLAND

“De oplossing ligt niet in protectionisme, maar in assertieve actie”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content