PRIVÉ-TUIN VAN DE EDELMAN
EN GROENE STORTPLAATSEN.
De provinciale domeinen hebben nu een sociale functie : actieve en passieve recreatie bieden aan Jan Modaal. Deze duizenden hectaren Vlaams groen waren ooit de nette en uitgestrekte eigendom van de kleine topklasse van België. Zo bijvoorbeeld was het provinciaal domein van Huizingen vóór het in ’38 werd aangekocht door de toen nog unitaire provincie Brabant, de meer dan 100 hectare omspannende privétuin van baron Vaucan, die zijn fortuin had gemaakt in de Italiaanse spoorwegen. Het Oost-Vlaamse domein Puyenbroeck, 500 hectare groot, was in de Middeleeuwen niets minder dan het zomerverblijf van de abt van de Gentse Sint-Baafsabdij.
Vooral in het begin van de jaren zeventig kochten de provincies heel wat privédomeinen op van adellijke families, voor wie het onderhoud van hun grootgrondbezit financieel te belastend werd. “Zo hebben wij net voor de komst van de Gewestplannen toch heel wat groen kunnen vrijwaren van de verkavelingswoede,” meent Jan Van der Smissen, hoofd van de economische directie van de provincie Antwerpen. Het Domein Vrieselhof in Oelegem werd aangekocht van de familie de Bergeyck, de Kesselse Heide behoorde in betere tijden toe aan de familie Pouppez de Kettenis, het domein de Hoge Mouw in Kasterlee was eigendom van de familie Dierckx de Casterle. Het domein Den Blakken in Wetteren, 9,75 ha groot, werd gekocht van de familie Cordonnier ; het provinciaal domein d’ Ursel in Hingene draagt de eigendomstitel in de naam.
Doch niet alle provinciale domeinen hebben een adellijke afkomst. Het provinciaal domien Vrijbroek in Mechelen bijvoorbeeld is het resultaat van een groots tewerkstellingsproject : in 1929 beslisten de plaatselijke autoriteiten het stort voor huishoudelijk afval om te bouwen tot een tuin en zo, tijdens de grote depressie, werk te bieden aan 3000 man. Ook later ziet vooral de provincie Antwerpen het als haar rol storten op te kopen en te herwaarderen : Broek de Naeyer in Willebroek, het Neteland in Lier, De Schorre in Boom.
Zegt Jan Van der Smissen : “De Schorre was meer een symbolische aankoop : zo hebben wij een halt toegeroepen aan het storten in de Rupelstreek, die zoniet dé vuilhoop van Brussel zou zijn geworden.” De Roomakker in Temse, 12 ha groot, bestaat uit drie kleiputten, die via een aankoop door de provincie gered werden van een toekomst als stortplaats.
MILITAIRE GESCHIEDENIS.
Ook militaire eigendommen blijken prima provinciale domeinen te worden. De Halve Maan in Diest, waar op warme dagen tot 16.000 toeristen neerstrijken, is ontstaan als deel van een militaire verdedigingsgordel. Om de (toen jonge) staat België te beschermen tegen een inval van de Nederlanders werd al in 1837 begonnen met de aanleg van wallen en versterkingen rond de stad Diest die een mogelijke doorsteek van troepen naar Leuven en Brussel moesten verhinderen. Na de Tweede Wereldoorlog bouwde de stad Diest er een zwembad, in ’79 nam de provincie Brabant het over voor 1 symbolische frank en bouwde het domein voort uit tot recreatieoord. Het Leen in Eeklo, 214 ha groot, is een voormalige munitieopslagplaats van het Belgische leger.
Ook nu blijken de militaire domeinen in aanmerking te komen als provinciaal domein. De provincie Antwerpen onderhandelt momenteel over de verwerving van enkele tientallen hectaren militair eigendom. Waar ? Dat blijft voorlopig een (militair ?) geheim.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier