Porthus werkt aan papierloze toekomst

In logistiek, retail of telecommunicatie is Porthus een naaf die het wiel laat draaien. Een lucratieve positie, tonen de cijfers. Als Luc Burgelman nu nog een Europese klant voor zijn elektronische douaneaangifte weet te strikken, oogt de toekomst heel rooskleurig. FedEx?

Luc Burgelman, de chief executive officer van Porthus, speelt tegenwoordig eerder jazz dan klassiek. Swingend zoals Por- thus zelf, dat sinds de jongste halfjaarcijfers ook door de belegger is ontdekt. De overname van Seagha in september, de elektronische koerier tussen expediteurs en reders in de Antwerpse haven, is prima verlopen. En de focus op elektronische douaneaangiftes opent mooie perspectieven.

Het businessmodel van Porthus doet watertanden. Het Lierse bedrijf fungeert als een draaischijf voor berichtenuitwisseling in belangrijke sectoren: retail, telecommunicatie, audiovisuele media, nutsbedrijven en logistiek. In retail gaat het dan over de uitwisseling van bestellingen, verzendnota’s, facturen, timesheets, transitaangiftes, enzovoort. “Wie een product koopt bij Delhaize, heeft 75 % kans dat het dankzij ons in de rekken ligt. Wij volgen de logistieke stroom van A tot Z”, zegt Burgelman. In telecommunicatie baat Porthus de database voor nummeroverdracht van de Belgische operatoren uit. Daardoor heeft zowat elke Belg vandaag met Porthus te maken.

Al die toepassingen lopen over fundamenteel hetzelfde platform, waardoor de investeringen bij de uitbreiding naar nieuwe niches beperkt blijven. In januari verwerkte Porthus zo gemiddeld 2,45 berichten per seconde, 212.000 per dag.

Netwerkeffect

Er is een belangrijk netwerkeffect in deze business. Porthus heeft interfaces naar alle grote Europese distributeurs. Leveranciers kunnen bij Porthus terecht om hun elektronische berichtenstroom naar de systemen van die grootdistributeurs te vertalen en te verwerken. Porthus puurt dus inkomsten uit consultancy en implementatie (‘professional services’) en uit de berichtenuitwisseling zelf. Bij dat laatste gaat het om contracten van drie tot vijf jaar. De klanten betalen een vaste vergoeding en vervolgens een tarief volgens verbruik. Dat is een voorspelbare, recurrente inkomstenstroom. “Wij hebben meer dan 1000 interfaces naar bedrijven ( preconnects) op ons systeem”, zegt Burgelman.

Natuurlijk zouden die leveranciers ook rechtstreeks met Carrefour, Colruyt of Delhaize kunnen werken, maar dan moeten ze een specifieke koppeling schrijven voor elk van die distributeurs. Daarmee vergeleken is een kruispuntbank zoals Porthus zeer efficiënt. “Je doet één keer de mapping (van de berichten, red.), één keer de implementatie en daarna kun je de oplossing tegen marginale kostprijs doorverkopen aan anderen”, zegt Wilfried Baeten, de algemeen directeur van consultant Integration Experts, die zelf bij Porthus heeft gewerkt.

Het bedrijfsmodel heeft ook zijn beperkingen. Partners met veel onderlinge berichten zullen rechtstreeks met elkaar willen werken, want dat is goedkoper en flexibeler, voorspelt Baeten. Industriesegmenten met telkens wisselende handelspartners zijn al evenmin geschikt, want daar is te veel maatwerk nodig. En voor heel kleine leveranciers manifesteren zich nieuwe spelers zoals Babelgom uit Louvain-la-Neuve, dat eBay Belgium als klant binnenhaalde. “Wat Porthus op ons voor heeft, is vijf jaar aanwezigheid op de markt”, zegt medeoprichter François Van Uffelen.

Toch blijven de mogelijkheden voor Por-thus enorm. Het komt erop aan een beloftevolle logistieke stroom te kiezen en daarvoor alle partijen op zijn platform te krijgen. Zodra het gelanceerd is, is het bedrijfsmodel van Porthus een comfortabele business. De kosten blijven zo goed als constant, de winst stijgt exponentieel. Dat blijkt ook uit de cijfers. Porthus zag zijn omzet in het voorbije halfjaar met 15,3 % stijgen tot 9,8 miljoen euro, maar de winst vervijfvoudigde tot 632.000 euro. Seagha was goed voor 1,04 miljoen euro omzet en 130.000 euro winst, maar ook zonder die overname bedroeg de organische groei van de winst nog 378 %.

“Toch is er nogal wat concurrentie”, waarschuwt Etienne Bonnet, de algemeen directeur van de standaardiseringsorganisatie GS1 Belux. Grootdistributeurs werken met meerdere kruispuntbanken tegelijk. B2Boost uit Ukkel, opgericht op de top van de dotcomhype in 2000 (mede door François Van Uffelen van Babelgom trouwens), is nu de dominante Europese elektronische hub voor bestellingen en voorraadbeheer van computergames. “Onge- veer 80 procent van de Europese gamingindustrie zit op ons platform”, zegt business development & operations manager Philip Mathuis. Maar B2Boost heeft ook verbindingen met distributeurs als Carrefour, Kaufhof of Tesco. Vanuit die positie kan het uitbreiden naar andere diensten. Een programma voor elektronische facturatie op Europese schaal wordt binnenkort uitgerold, belooft Mathuis.

Douane zonder papieren

Van dit soort expansie in de breedte wil Porthus zijn handelsmerk maken. Het jeansmerk Levi’s was Porthus’ referentieklant in retail, met meer dan 300 distributiepartners en meer dan 8000 verkooppunten. “Of een stuk in de winkel raakt, hangt nu af van veel meer spelers dan vroeger. Daar staat tegenover dat een jeansmodel nog amper vier à vijf maanden meegaat. De aan- en verkoop moeten dus perfect op elkaar afgesteld zijn. Wat je nodig hebt, is transparantie”, zegt Burgelman. Vandaar de droom van Porthus om een compleet dashboard te zijn voor de aanvoerketen. “Sommigen traceren alleen containers. Anderen doen logistiek, maar hebben geen productinformatie. Sommigen leveren alleen de communicatie tussen producent en distributeur. Wij willen een complete set van functionaliteiten brengen, inclusief elektronische facturatie en financieel beheer. Dankzij Seagha staan we nu ook sterk in het logistieke deel.”

Seagha informatiseert in de Antwerpse haven de logistieke stroom tussen reders en expediteurs. Een ploeg van 30 mensen verwerkt er meer dan 2,8 miljoen transacties per maand van ongeveer 500 klanten. Porthus betaalde 3,85 miljoen euro cash, ongeveer de omzet, en kocht daarmee een positie in de sector van papierloze douaneaangiftes, die sinds 4 februari verplicht zijn.

De douane zei vorig jaar dat Seagha 80 procent van de elektronische douaneaangiften zou verzorgen. Johan Deckx betwist dat. Hij is de zaakvoerder van Dexx, een bvba met zeven werknemers en het enige andere communicatieplatform met de Belgische douane. Hij is ook voorzitter van Customs related software and network providers, de vzw die de tien softwareontwikkelaars groepeert die met de douane werken. “Acht van die tien gebruiken ons communicatieplatform. Wij doen ongeveer 6000 papierloze declaraties per dag en meer dan 50.000 berichten”, zegt Deckx. Zijn hub heeft een aantal belangrijke logistieke en industriële klanten.

Porthus heeft dan weer de Amerikaanse koeriergigant FedEx als referentie. De grote hubs van FedEx in Europa zijn Parijs, Londen en Frankfurt, maar het doet toch 1000 tot 1500 papierloze declaraties per dag via België, zegt Roger Van Beeck. Hij leidt de divisie toepassingsontwikkeling van FedEx Emea, dat in Brussel zijn Europese hoofdkwartier heeft. “Inklaringen, veiligheidscontroles … FedEx is een overnight company. Alles wat een pakje kan doen stoppen, is voor ons een kritische activiteit, zeker met onze money back guarantee“, zegt Van Beeck. FedEx, met zijn hoge eisen, is een goede sparringpartner voor Porthus. “De pakjesmarkt is iets apart in de supply chain. Maar doordat ze grote volumes draait en internationaal is, is ze voor ons toch interessant”, zegt Luc Burgelman.

Europa nog vol barrières

Het is ironisch dat Porthus ‘ business without boundaries‘ als slogan voert, want tot nog toe draagt het bereik van de onderneming nauwelijks verder dan de Benelux. De papierloze aangifte voor FedEx is geen uitzondering. Ze geldt enkel voor België. “De douanereglementering wordt Europees afgestemd, maar nationaal ingevuld. Het is een complexe materie”, zegt Johan Deckx, wiens Dexx net daarom aansloot bij het Europese consortium EurTradeNet (via Seagha kan ook Porthus daar gebruik van maken).

FedEx wacht dus op een leverancier die heel Europa kan dekken. Van Beeck: “Voor de rest van Europa hebben wij een offerteaanvraag uitgestuurd. Op dit moment is er geen enkele speler die meer dan drie landen kan bestrijken in Europa. Je hebt nu minstens vijf partners nodig in de EU.” Porthus hoopt de eerste te zijn om beter de doen. De inzet is hoog. “Tien van onze mensen in Slovakije en nog eens tien hier werken sinds vorige zomer 80 % van hun tijd aan de douaneapplicaties. Het gaat om duizenden mandagen, meer dan een jaar werk”, zegt Burgelman. De partnerships uit 2006 met Deloitte en het Scandinavische KSD Software, die het werk hadden moeten vereenvoudigen, zijn spaak gelopen. Het project is over tijd.

Porthus wil met zijn douaneoplossing in eerste instantie de zes buurlanden bestrijken, ook het Verenigd Koninkrijk. Schaalgrootte is bepalend voor succes. Burgelman: “Je moet 24 uur per dag, zeven dagen per week continuïteit garanderen. Daarvoor moet je op de servicedesk mensen hebben die de bedrijfsprocessen kennen. Echte specialisten. Je kunt dus beter investeren in één niche voor heel de Europese Unie dan in een platform in de breedte, maar alleen voor België”, zegt hij.

Hij maakt zich sterk dat hij de maat kan nemen van gevestigde waarden als het Britse beursgenoteerde Kewill (87 miljoen euro marktkapitalisatie, een partner van Dexx met ook al een poot in Azië) en van MIC uit Oostenrijk, ook al een speler op meerdere continenten. Hij voorspelt dat SAP, een andere grote investeerder in douanesoftware, zal stoppen waar Porthus begint. “SAP maakt software. Het wil niet de verantwoordelijkheid om die draaiende te houden”, zegt Burgelman.

Al bij al ligt een consolidatiegolf onder de douanesoftwarebouwers voor de hand. “Er wordt links en rechts gesproken”, bevestigt Johan Deckx.

Porthus als overnemer?

Porthus had bijna 5 miljoen euro cash op de bank eind vorig jaar en toonde al een gezonde dosis veerkracht en opportunisme. De firma werd eigenlijk al in 1999 opgericht om het concept van ‘ software as a service‘ te promoten, toen nog onder de naam EurASP. Dat werd een tegenvaller. De klanten en de technologie waren er niet rijp voor en bovendien was er de dotcomcrash. Maar stichters Luc Burgelman, Frank Hamerlinck en Peter Hinssen toonden zich ware Houdini’s. In 2001 won Por-thus een contract met de VRT, wat er uiteindelijk toe leidde dat het de nieuwssite vrtnieuws.net ontwikkelde en de hele digitalisering van de VRT begeleidde, een contract dat nog loopt tot 2009. Niet toevallig. Peter Hinssen stamt uit het Multimedia Research Centre van Alcatel en werkte al in het begin van de jaren 90 op video on demand en interactieve televisie.

Een andere sterkhouder was het sociaal secretariaat Securex, dat in 2001 in het kapitaal stapte en vorig jaar nog altijd goed was voor 7 % van de netto-omzet. Bij FedEx kwam Porthus in 2001 niet terecht dankzij de bekwaamheid in automatische elektronische berichtenuitwisseling – die had het niet – maar door de grondige kennis van Citrix, een oplossing om ‘ software as a service‘ mogelijk te maken. Het datacenter in het Slovaakse Namestovo ontstond dan weer in 2004, toen Punch International zijn hele informatica aan Porthus uitbesteedde.

Pas eind 2003 investeerde Porthus fors in elektronische berichtenuitwisseling, met de overname van Tie Belgium, dat eigenlijk altijd verlieslatend bleef (Porthus boekte vorig jaar 839.000 euro af op de participatie). Ook de instap in nummeroverdracht in 2004-2005 was een verrassende move. Microsoft, dat de technologie levert voor de Porthus.net Integration Server, helpt sindsdien om die oplossing op de markt te brengen. Tot nog toe vond Porthus klanten in Oman en Roemenië, maar met de druk op een aantal grote landen om de nummeroverdracht efficiënter te organiseren, kan dat aantal nog groeien.

Porthus geeft met andere woorden blijk van een gezonde dosis dynamisme en neemt occasionele tegenslagen, zoals de gefnuikte deal met het platform voor hogedefinitietelevisie INDI, er bij. Voor INDI mocht Porthus in boekjaar 2007 wel 2,1 miljoen euro aan ‘professional services’ factureren, maar door het geruzie tussen Telenet en INDI werden daar geen recurrente inkomsten aan gebreid. Had INDI interactieve diensten mogen aanbieden aan zijn abonnees, dan had Porthus daarvoor de hele backoffice mogen verzorgen. En dan hadden de resultaten nog meer geschitterd. (T)

Door Bruno Leijnse/ Foto’s Pat Verbruggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content