Parel van de Indische Oceaan

Blauwe lagunes, prachtige zeebodems, witte zandstranden, kokospalmen, prestigieuze hotels… Het eiland Mauritius heeft het allemaal. Met als extra’s: een warm onthaal, een mix van culturen en een vleugje magie.

Zaterdagavond. Vlucht MK 057 met bestemming Mauritius. Geen charter naar dit vulkanische eiland van 1,865 vierkante kilometer, omsloten door de koraalriffen ten zuiden van Madagaskar. Mauritius werd in 1968 onafhankelijk en in 1992 de naam republiek waardig. Met zijn bijna 1,1 miljoen inwoners wil het eiland een luxebestemming blijven. Dat is ook de bedoeling van Jean-Philippe Cuvelier, de directeur van Rainbow, de eerste toeroperator van Mauritius. Een Belg!

Zondagmiddag, twaalf uur later komen we aan in Mahébourg. Hier is het zomer, met een subtropische 30°. Een bont volkje wacht op de reizigers. Er wordt Engels en Frans gesproken, Hindi en Creools. De auto’s rijden links. Een minibus met airco van het agentschap Mautourco brengt ons naar Shandrani, een hotel van de Beachcomber-keten, op het zuidoosten van het eiland. De weg loopt tussen suikerrietvelden en piramides van vulkanische stenen. We worden afgezet bij de ingang van het Shandrani (Hindi voor Maangodin), in een tropische tuin van 80 hectare met eeuwenoude bomen. Het hotel heeft drie stranden en twee zwembaden. De recente renovatie en uitbreiding, het werk van Maurice Giraud, een plaatselijke architect, heeft 500 miljoen roepie gekost (850 miljoen frank).

Aan mogelijkheden voor uitstappen is er geen gebrek. We vertrekken in een prauw naar Mahébourg. Dit dorp in het zuidoosten heeft een bekend scheepvaartmuseum, met draagstoelen, meubilair en porselein van de Oost-Indische Compagnie uit de verzameling van Mahé de Labourdonnais. Twee klokken vertellen over het verleden: de klok die luidde bij de overwinning van Marengo, en de scheepsklok van de St-Géran, waarvan de schipbreuk wordt beschreven in de beroemde roman van Bernardin de St-Pierre, ‘Paul et Virginie’. Ook de markt van Mahébourg verdient een bezoek: een feest van fruit en groente, vlees en vis, kruiden, wierook, zijde en stoffen in alle mogelijke kleuren.

Na het shoppen volgen we de kust naar Anse Jonchée, onder de discrete blik van de Montagne du Lion. Zo komen we in het Domaine du Chasseur, boven de Baie du Grand-Port. Het uitzicht van Panoramour is sprookjesachtig – een magische plek. In het prachtige domein wedijveren fauna en flora met elkaar in kleuren en geuren.

Bezoek ook het Bois Chéri, waar u een prachtige uitkijk hebt op heel het zuiden van het eiland en zijn theeplantages, die door Pierre Poivre werden ingevoerd.

De weg loopt verder door dorpjes met huizen van baksteen en golfplaat, gemengd met alle soorten winkels. Hindoes, die zich met paraplu’s tegen de zon beschermen, kruisen er Komoranen, Afrikanen, Pakistanen, Tamils en Mauritianen van Engelse of Franse origine. Dit is Mauritius: een cocktail van culturen, talen en godsdiensten, het gevolg van de kolonisatie door achtereenvolgens de Portugezen, de Hollanders, de Fransen en de Engelsen.

Nu komen we in Grand-Bassin, een bedevaartplaats van de Hindoes. Einde februari of begin maart, tijdens het Maha Shivaratree, komen tienduizenden gelovigen zich hier reinigen. Steek de Plaine Champagne over, waar een natuurreservaat de torenvalk tegen uitsterven heeft behoed, en dan Chamarel, waar de aarde zeven verschillende kleuren heeft, van bruin tot rood. De kronkelende weg eindigt op Morne, het bergachtige schiereiland in het uiterste zuidwesten van Mauritius.

Woensdag vertrekken we naar het Royal Palm, een prachtig hotel in Grand Baie, in het noorden van het eiland – het plaatselijke Saint-Tropez. Er zijn twee mogelijkheden om er te geraken: over land, langs Curepipe en de hoofdstad Port-Louis, of door de lucht, met een helikopter van Air Mauritius die u na een onvergetelijke vlucht over het eiland afzet in de heliport van het hotel.

Het Royal Palm is een pleisterplaats voor staatslieden en sterren uit de showwereld en de sport. De service is onberispelijk – geen wonder, met drie personeelsleden per kamer. Het hotel, dat volledig gerenoveerd is, wordt tegen het einde van het jaar aangevuld met een centrum voor thalassotherapie, waar men ziektes behandeld door middel van zeelucht, zeeklimaat, zeebaden…

Naast zijn beroemde kok, Richard Ekkebus, heeft het Royal Palm nog een andere troef, het Maison, een uitgestrekte, weelderige Creoolse villa op Cap Malheureux, helemaal in het noorden, met in de verte de Coin de Mire en het Ilot Gabriel. In deze oase van rust werd de film Mon père ce héros gedraaid, met Gérard Depardieu en Marie Gilain. Zangeres Barbara Hendrickx komt hier haar vakanties doorbrengen.

Aarzel niet om vanuit Grand Baie een trip te maken naar het dorp Pamplemousses, waar u door de brede lanen van de Jardin Botanique Sir Seewoosagur Ramgoolam kunt wandelen en meer dan 500 soorten planten ontdekt. Ook interessant is het Domaine du Labourdonnais, met 400 hectare suikerriet. De suikerindustrie is goed voor 25% van de inkomsten van het eiland en 12% van de werkgelegenheid.

In Labourdonnais neemt u een terreinwagen, voor een rit door de 50 hectare grote boomgaard die in 1858 werd aangelegd: mango’s, guaves, passievruchten, ananassen. Daarna kunt u de serres met anthuriums of flamingoplanten bezoeken, een plant waarvan Mauritius de tweede grootste uitvoerder ter wereld is.

Het Ile du Dodo heeft een overvloed aan lagunes, temidden van de koraalriffen. Er zijn duizenden prachtige plekjes te ontdekken, zoete en kruidige geuren, verbazende kleuren en een feestelijk gevoel. ‘s Avonds worden er grote vuren gemaakt en begint de sega: vrouwen met wijde, kleurige rokken voeren een heupwiegende dans uit op het duivelse ritme van ravenes, maravanes en triangles.

Zoals Mark Twain al zei: “Eerst schiep God Mauritius en pas daarna het Paradijs”.

Michèle Audrit

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content