OPINIEMAKERS. EEN KOLLEKTIEF HUMEUR. De onvatbare openbare mening
Niets staat meer vast dan het recht op bestaan van een openbare mening, die uiteraard verdeeld is en ook veranderlijk. Zij is een samenvoeging van vele, verschillende en tegenstrijdige partikuliere meningen over openbare aangelegenheden (of over niet-openbare aangelegenheden, maar die openbaar worden door deze mening). Zij is voorhanden in alle politieke stelsels en vormt het beginsel, de grond of wat dan ook van de instellingen.
Verkiezingen zijn één van haar hoogdagen. Daarin wint de ene (de meerderheid ?) en verliest de andere, maar in ieder geval triomfeert de openbare mening. Bij de algemene verkiezingen van mei gebeurde dit evenwel niet zonder storende geluiden over de openbare mening zelf. Het peremptoire “De kiezer heeft altijd gelijk” werd bijwijlen overstemd door “Hoe heeft de openbare mening zich zo kunnen laten meeslepen ? “. Dat was soms ook hoorbaar bij de winnaar zelf, in de vorm van “Dat hadden wij niet verwacht”.
Indien de Vlaamse Beweging vatbaar is voor een definitie, dan zeker als een segment van de openbare mening in Vlaanderen dat stellingen inneemt en kracht bijzet op bijeenkomsten, liefst jaarlijkse en massale. Hier is de hoogdag de jaarlijkse IJzerbedevaart. Die gaf ditmaal verdeeldheid en machteloosheid te zien, waarvoor de nog moeilijker te definiëren leidende groep verantwoordelijk werd gesteld. En deze verwees dan weer naar een “apatische” openbare mening (in de gebruikelijke frazeologie : een volk heeft de leiders die het verdient).
ONZEKERHEID.
Uiteraard wordt de publieke opinie in vraag gesteld door de opiniemakers zelf ; dit zijn dan allereerst de editorialisten, columnisten, karikaturisten, korrespondenten,… Hun eigen gedraging vertoont echter tekenen van onzekerheid tegenover deze opinie. Voor één van de belangrijksten en overigens langdurigsten onder hen, Manu Ruys in De Standaard, was de aangekondigde onderbreking van zijn column slechts kortstondig. Intussen had een andere, Frans Verleyen in Knack, hem gewezen op de beroepsplicht waarop Ruys antwoordde dat het hem veeleer te doen is om de burgerplicht. Hoe dan ook, in ieder geval een plicht : die kan niet in de plaats komen van de passie of de gedrevenheid, de voornaamste (zo niet de enige) bestaansreden van de kommentator.
De gedraging van een andere opiniemaker is voor mij al even signifikant. De “biografiktie” uit de Wetstraat, die dezer dagen aan de pers werd voorgesteld, heb ik niet gelezen maar de manier van aankondigen alleen al komt mij in deze beschouwing van pas. Nadat hij zich als journalist uit de mediakratie had teruggetrokken, heeft Hugo De Ridder een half dozijn voortreffelijke en revelerende boeken geschreven over feiten en achtergronden van de Belgische politiek. Nu lezen we : “Zelfs voor wie nooit een boek over politiek las, is dit boek een aanrader”.
Nochtans gaat het om een “biografiktie”, een film over een denkbeeldige charismatische politicus die Bert Offermans heet (nomen est omen ?) of, juister nog, over het verhaal dat over hem verteld wordt door twee bekenden. Deze informatie, dus uit tweede of als men wil zelfs uit derde hand, maar over een onbestaand politicus, wordt allicht amusant en briljant gebracht. Echter : aan een geblaseerde openbare mening niets anders meer bieden dan dit “onthullend tweegesprek” zonder onthullingen is “infotainment” waarin zelfs het element info ontbreekt.
ONBESTENDIG.
Nu zou men ongelijk hebben de kwestie van de publieke opinie te herleiden tot een zaak van mediakratie, de overbekende vorming van macht over de media, die duidelijk verschilt van de eigenlijke politieke macht (de politokratie) en uiteraard ook van de toenemende ekonomische machtskoncentraties in de oligarchie. De openbare mening blijft daarvan te onderscheiden.
“De publieke opinie is niet het produkt van de media en evenmin van de opiniepeilingen, ” aldus Alain Minc in Le Monde. Volgens hem gaat het over een “destrukturering van de samenleving zelf”, die een “onvatbare opinie” (une insaisissable opinion) achterlaat. Een soort “kollektief humeur” (une humeur collective) dat uiteraard onvoorzienbaar, labiel en onbestendig is, onvatbaar ook voor degenen (enkelingen en groepen) die er nochtans alle belang bij hebben vat op haar te krijgen. Dit zijn niet alleen de politiek, de zakenwereld en de “kulturele” kringen, maar in toenemende mate ook de rechters en de “experts” allerhande. Kortom, allen die opinie(s) (in het enkelvoud of het meervoud) willen maken.
LODE CLAES
Lode Claes is voorzitter van de redaktie-adviesraad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier