Oorlog’ tussen ziekenfondsen en privéverzekeraars

DKV, de grootste private ziekteverzekeraar in België, dreigt 20 miljoen euro aan zijn neus voorbij zien te gaan. Oorzaak: het plan van de federale regering voor een automatische verzekering van zelfstandigen via hun ziekenfonds.

Zo’n 80 % van de zelfstandige ondernemers in België heeft een verzekering tegen kleine gezondheidsrisico’s afgesloten bij een ziekenfonds of bij DKV. Maar de overheid brengt hier verandering in. De regering streeft naar een collectief stelsel voor kleine gezondheidsrisico’s van zelfstandigen, zoals voor werknemers het geval is, en keurde midden januari 2007 een wetsontwerp hierover goed. Zelfstandigen zullen vanaf januari 2008 automatisch zijn verzekerd tegen kleine risico’s via hun verplichte verzekering, dus via hun ziekenfonds. DKV ziet zo in één klap 25.000 klanten verdwijnen, goed voor een jaarlijkse premie-incasso van ongeveer 20 miljoen euro.

De tekst van de regering veroorzaakt hommeles tussen de private verzekeraars en de ziekenfondsen. Bij DKV nemen ze net niet het woord ‘oorlog’ in de mond. “Het is toch om bij te huilen,” oppert Luc Vancamp, directievoorzitter van DKV Belgium. “De ziekenfondsen zullen met onze klanten gaan lopen en we kunnen niets doen. De regering heeft er nooit bij stil gestaan wat de wet betekende voor de privésector. We zijn nooit gehoord geweest – en dat is niets nieuws.”

Subsidies voor ziekenfondsen

Het zit Vancamp diep. De CEO vindt dat de overheid de mutualiteiten bevoordeelt: “Het zijn nochtans liberale ministers die deze maatregel hebben genomen. Je zou denken dat zij voor een open, vrije markt zijn.” Hij hekelt het feit dat ziekenfondsen subsidies ontvangen en privéverzekeringsmaatschappijen niet, “terwijl ze dezelfde verzekeringen verkopen.”

Ziekenfondsen krijgen sinds 1998 jaarlijks 50 miljoen euro toegekend. Niet onbelangrijk ook: de bijdragen die zelfstandigen aan een ziekenfonds betalen voor een dekking tegen kleine risico’s, zijn fiscaal aftrekbaar. De verzekeringspremies die ze betalen aan DKV zijn dat niet. “En de verzekeraars moeten 9,25 % taks betalen op hun premie-inkomsten, wat de ziekenfondsen niet moeten afstaan. Als je de redenering doortrekt, dan kan je zeggen dat de overheid met onze taksen de ziekenfondsen subsidieert… Hallucinant toch dat wij onze concurrenten ondersteunen?” fulmineert Vancamp.

De verzekeraar begrijpt niet dat de overheid besliste om een markt te sluiten, met als argument de kloof tussen zelfstandigen en werknemers te verkleinen. Hij had het graag anders gezien. “Waarom geen verdeling zoals voor de Vlaamse zorgkas, waar ziekenfondsen en erkende privéverzekeraars naast elkaar een zorgverzekering aanbieden?”

Wie als zelfstandige een polis voor kleine gezondheidsrisico’s onderschreef bij DKV, is normaal gezien verzekerd voor het leven. Maar nu komt er een collectief stelsel, waardoor de verzekering overbodig is. DKV moet een potentiële markt van 2 miljoen euro per jaar dumpen. De verzekeraar vreest bovendien dat veel zelfstandigen ook hun hospitalisatieverzekering zullen meenemen naar een ziekenfonds.

Niet alle ziekenfondsen tevreden

Vreemd, maar niet alle ziekenfondsen zijn opgezet met het nieuwe stelsel voor de verzekering van kleine risico’s van zelfstandigen. Jan Van Emelen, directeur Strategische Studies en Communicatie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen: “Mijn persoonlijke mening: de oplossing is veel te complex. Het is mooi van de zelfstandigen en de werknemers over dezelfde kam te willen scheren, maar ik had de zelfstandigen liever in een specifiek systeem gezien, buiten de financiering van de sociale zekerheid. Nu zitten de ziekenfondsen met de vraag hoe ze die verzekering zullen financieren.”

De ziekenfondsen moeten een juist en evenwichtig stelsel opzetten voor zelfstandigen, want niet elke zelfstandige kan het aan om een bijkomende verzekering te betalen. Van Emelen: “80 % van de zelfstandigen heeft een vrije verzekering tegen kleine gezondheidsrisico’s. Bij die andere 20 % is de belangrijkste reden dat ze zich geen verzekering kunnen veroorloven.”

Weet Van Emelen dat DKV verbolgen is over het goedgekeurde wetsontwerp? “Er is concurrentie tussen de ziekenfondsen en de privéverzekeraars. Daar zijn we open over. De Europese Commissie wil dat in het reine trekken ( nvdr – zie kader), maar wij hebben geen enkel probleem met een gelijkwaardige basis voor de privé en de ziekenfondsen. We zouden graag samenwerken met de privé, maar dat is wettelijk niet mogelijk. Daarom: de dag dat de voorwaarden voor beide dezelfde worden, willen wij ook in privéondernemingen actief kunnen zijn.”

Van Emelen wijst erop dat het uitgangspunt van ziekenfondsen tegenover de privéverzekeraars anders is, waardoor ze wel degelijk het verschil maken tegenover de privésector: “Wij bieden een verzekering aan gebaseerd op solidariteit. Verzekeraars niet. Met alle gevolgen vandien. Selectie bijvoorbeeld.”

Rivaliteit

De rivaliteit tussen privéverzekeraars en ziekenfondsen is niet nieuw. De twee bekampen elkaar graag in rechtszaken, maar nu neemt de concurrentie volgens Vancamp kritische proporties aan: “De kloof tussen verzekeraars en mutualiteiten verbreedt.” Omdat de medische kosten de jongste jaren aanzwengelden, zagen de verzekeraars zich genoodzaakt de premies voor de hospitalisatieverzekeringen of de aanvullende ziektekostenverzekeringen op te trekken. Sommige maatschappijen gingen over tot een verdubbeling van de tarieven, andere stopten de verkoop. Met als argument dat hospitalisatieverzekeringen niet rendabel waren. De regering besliste daarop richtlijnen uit te stippelen voor de sector. De verzekeringsmaatschappijen zullen de prijzen van de polissen alleen nog kunnen aanpassen volgens een index. Of dit de gezondheidsindex wordt of een andere, is nog niet duidelijk.

DKV – en de hele verzekeringssector – is voorstander van een aparte medische index, waarin de kosten van medische zorg duidelijk zijn opgenomen. “De gezondheidsindex zoals die vandaag bestaat, houdt beperkt rekening met de kosten van een ziekenhuisopname. Dat de kosten van een eenpersoonskamer de voorbije twee jaar zijn verdubbeld, vind je daarin bijvoorbeeld amper terug. We pleiten voor een nieuwe index met objectieve parameters,” zegt Vancamp. De ziekenfondsen zullen zich niet aan de index moeten onderwerpen, terwijl ze wel dezelfde hospitalisatiepolissen aan de man brengen. Vancamp: “De mutualiteiten hebben niet zoveel beperkingen.”

Hospitalisatieverzekering

Een andere politieke ingreep in de aanvullende ziekteverzekeringen komt van Europa. Een Europese richtlijn stelt dat verzekeringsmaatschappijen geen verschil mogen maken tussen mannen en vrouwen in hun prijzenbeleid. De Belgische overheid moet de richtlijn nog omzetten, maar Vancamp wijst op de moeilijkheden die de wet met zich brengt: “Verzekeraars zullen bijvoorbeeld geen rekening meer mogen houden met de kosten van een bevalling, terwijl het wel ontegensprekelijk is dat vrouwen onder de 35 jaar meer ziekenhuiskosten met zich brengen, omdat ze kinderen op de wereld zetten. Daarvoor zullen we onze ogen moeten sluiten.”

Riskeert er dan een nivellering naar boven van de tarieven voor een hospitalisatieverzekering? Vancamp: “Dat risico bestaat. En dan zullen de mannen even ontevreden zijn als de vrouwen. Nu betalen mannen onder de 35 jaar minder voor een hospitalisatieverzekering, maar vanaf 50 jaar betalen ze meer, omdat ze doorgaans minder lang leven dan vrouwen en dus sneller ziek worden. Kortom, alle premies voor alle leeftijden zullen moeten worden herbekeken.”

Wauthier Robyns, woordvoerder van Assuralia, de beroepsfederatie van de verzekeringssector, bevestigt: “De aanpassing van de premies zal door de vrouw/manrichtlijn – zeg niet man/vrouw, want dat pikt de Europese Commissie niet – eerder naar boven gebeuren dan naar beneden. Zover is duidelijk. De regering heeft nog tot het eind van 2007 om de richtlijn al dan niet om te zetten naar de Belgische wetgeving. De verzekeringssector heeft de regering gevraagd om een uitzondering te maken voor de autoverzekeringen, de levensverzekeringen en ook de gezondheidsverzekeringen.”

De verzekeraars zien nog een uitweg om te ontsnappen aan de vrouw/manrichtlijn. Ze willen vermijden dat ze hun premies moeten optrekken, wat het imago van de sector weinig goed zou doen. “We zullen indien nodig creatief zijn. Een voorbeeld in de autoverzekeringen: als een verzekeraar geen onderscheid mag maken tussen man en vrouw, kan hij wel nog een verschil maken tussen de chauffeurs die met een Jaguar rijden en de chauffeurs van een kleine Daihatsu. Uit statistieken blijkt dat aan het stuur van een Jaguar meer mannen zitten en aan het stuur van een kleine Daihatsu meer vrouwen.”

Saar Sinnaeve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content