Onverbeterlijk optimisme op Amerikaanse beurs

De bekende belegger Benjamin Graham omschreef de Amerikaanse aandelenmarkt ooit als manisch-depressief, maar nu lijkt Wall Street eerder ‘s werelds laatste onverbeterlijke optimist. Of het op 8 november Hillary Clinton of Donald Trump wordt, de nieuwe Amerikaanse president dreigt de winsten van grote Amerikaanse bedrijven uit te hollen.

Als we de krantenkoppen mogen geloven, dan stapelen de geopolitieke risico’s zich op: populisme en onenigheden in Europa, een mislukte staatsgreep in Turkije, een verkiezingsstrijd op het scherp van de snee in de Verenigde Staten, de dreiging van terrorisme, spierballengerol in de Zuid-Chinese Zee,… Kijken we echter naar de koersen van Amerikaanse aandelen, dan lijkt het alsof er geen vuiltje aan de lucht is. De S&P500-index met de meest toonaangevende 500 Amerikaanse bedrijven breekt records.

Beleggers zijn ervan overtuigd dat de winstvooruitzichten verbeterd zijn. De voorbije vier kwartalen daalde de gemiddelde winst per aandeel in de S&P500 met 12 procent in vergelijking met een jaar eerder. Die dalende winsten waren het gevolg van een combinatie van een sterke Amerikaanse dollar, die buitenlandse inkomsten omgerekend naar dollar doet krimpen, en een malaise in de energie- en grondstoffensector. De wereldwijde omzet van Coca-Cola is gestegen in lokale munten, maar gezakt in dollar. De winst van de oliereus ExxonMobil is met vier vijfde verminderd tegenover twee jaar geleden.

Goudlokje-scenario

Beleggers geloven echter dat al die problemen verdwijnen. De dollar en de olieprijs zijn gestabiliseerd en de Amerikaanse economie lijkt beland in een Goudlokje-scenario voor bedrijfswinsten. De economische groei in de Verenigde Staten is net sterk genoeg om de vraag naar producten voort te stuwen, terwijl de lonen er dit jaar slechts met 2 à 3 procent stegen. Dat resulteert in hoge bedrijfswinsten. Bovendien wenden bedrijven die winsten aan om eigen aandelen te kopen – ze besteden elk kwartaal zo’n 165 miljard dollar aan inkoopprogramma’s – en ondersteunen zo de koers van hun aandeel. Het gros van de analisten verwacht nog altijd een dip in de Amerikaanse tweedekwartaalresultaten. Maar ze zien de resultaten daarna verbeteren – sterk tegen het einde van dit jaar. Zal hun voorspelling uitkomen?

Risico’s

Er zijn risico’s. Een stijging van de lonen met slechts 5 procent zou grosso modo resulteren in 15 procent minder winst. Een verdere verbetering van de arbeidsmarkt kan ervoor zorgen dat Amerikaanse werknemers weer hogere lonen kunnen afdwingen en dat betekent tegenwind voor de bedrijven. Dat is echter niet het basisscenario van de Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve). En ook de obligatiemarkt houdt rekening met een lange periode van lage inflatie en dito rentevoeten.

Het grootste risico komt uit politieke hoek en is veel moeilijker te becijferen. De twee Amerikaanse presidentskandidaten hebben tijdens hun campagne hard uitgehaald naar grote Amerikaanse bedrijven. Veel Amerikanen hebben het gevoel dat grote bedrijven profiteren van een economie die hen bedient. De winsten en de bedrijfskasstromen van Amerikaanse bedrijven zijn ongewoon hoog in verhouding tot het bruto binnenlands product van de Verenigde Staten, terwijl het deel voor de werknemers laag is.

Wat is de impact van een beladen politiek klimaat op bedrijven op de lange termijn? Hoe kan een negatief sentiment zich vertalen in lagere winsten? De Democratische presidentskandidaat Hillary Clinton heeft beloofd druk uit te oefenen op farmabedrijven om de prijzen van geneesmiddelen naar beneden te krijgen. 14 procent van alle winsten in de Verenigde Staten wordt gemaakt door farmabedrijven. De Democratische Partij heeft ook een hardere aanpak beloofd op het gebied van concurrentie, wat slecht nieuws zou kunnen betekenen voor technologiebedrijven die een groot marktaandeel hebben. De protectionistische agenda van de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump zou grote bedrijven pijn kunnen doen die veel buitenlandse operaties hebben of die afhangen van ingevoerde onderdelen of grondstoffen. Ongeveer twee vijfde van de omzet van de S&P500-bedrijven wordt in het buitenland gedraaid. Beide politieke partijen zouden weleens een einde kunnen maken aan genereuze belastingvoordelen voor offshorewinsten.

Verkiezingsbeloftes

Beleggers laten die besognes niet aan hun hart komen. Ze denken misschien dat verkiezingsbeloftes stilletjes vergeten zullen worden. Analisten verwachten bijvoorbeeld dat de winst per aandeel van farmabedrijven zal verdubbelen tegen 2018. Dat zou weleens wishful thinking kunnen zijn. De banksector was de eerste sector die het in de Verenigde Staten hard te verduren kreeg door een populistische terugslag, en het is wellicht niet de laatste. De winsten van de banken zijn in mekaar gestort. Het voorbije decennium is het rendement op eigen vermogen van de Amerikaanse banken gehalveerd. Het is geen toeval dat de CEO die vandaag het meeste doet om de publieke opinie te plezieren uit de bankwereld komt. Jamie Dimon van JPMorgan Chase kondigde enkele weken geleden aan dat 18.000 gewone werknemers van de bank hun loon zouden zien stijgen van 10 dollar per uur naar 12 tot 17 dollar per uur. Hij is wellicht niet de laatste die zo’n gebaar zal maken.

The Economist

De winsten en bedrijfskasstromen van Amerikaanse bedrijven zijn ongewoon hoog in verhouding tot het bruto binnenlands product van de Verenigde Staten, terwijl het deel voor de werknemers laag is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content