“Neen, dit is geen afrekening”

Axel Miller is jong, Luc Onclin is vitaal. Toch vervangt Miller de voorzitter van het directiecomité van Dexia Bank. Wat is de reden van deze abrupte machtswissel? Het Dexia-fiasco in Nederland? En hoe gaat een jongen zonder bankiersbloed deze financiële instelling bestieren?

Ze schuiven onder zachte dwang van de fotografe naar elkaar toe. Luc Onclin, met zin voor humor, Axel Miller, met enige terughoudendheid. Miller, van huis uit een briljant advocaat, wordt de baas van het directiecomité van de financiële instelling Dexia. Hij is jong bij de bank en verdiende zijn admiraalsstaf met de integratie van Artesia in de groep Dexia. Onclin kiest voor het gezin, de universiteit en het toneel tijdens zijn volgende etappe.

Het laatste boek dat de nieuweling las was ‘Management Shock’ van Vlerick-professor Marc Buelens en de vergelijking van John Kenneth Galbraith tussen de crash van de jaren dertig en de recessie vandaag. Miller: “Buelens is een richtsnoer. Het is goed om nuchter te blijven. Chief executive officers en bedrijfsleiders die zeggen dat zij de toegevoegde waarde hebben gecreëerd, dwalen. Wat telt? is de strategie en het engagement van iedereen op lange termijn.”

LUC ONCLIN (DEXIA). “Mijn vertrek was al lang beslist in overleg met Pierre Richard ( nvdr – de Franse topman van Dexia Group) en is mede mogelijk gemaakt door de aanwezigheid van Axel. Er was een consensus, zowel in het directiecomité als bij de aandeelhouders, dat hij die taak aankon. Niemand heeft ons aangewreven dat hij te jong is, ook niet de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Het siert Dexia dat het kiest voor kwaliteit, bekwaamheid en vernieuwing. Als je een lange tijd een functie uitoefent, vermindert het perspectief om zeer open te staan, te verruimen en te vernieuwen. Het is een zegen voor Dexia dat Axel mijn opvolger is. In het begin zal hij zeer goed moeten opletten om voldoende kritisch te zijn, want ik heb hem vaak gezegd dat dit een prachtig bedrijf is. Hoe meer hij zal bedwelmd worden door de geest van Dexia, hoe minder de neiging er misschien is om te veranderen. Axel komt aan het hoofd van een ploeg waar rijpheid, technische kennis en ervaring aanwezig is.”

AXEL MILLER (DEXIA). “Luc en ik hebben heel open gesproken. Wij hadden deze beslissing niet genomen als we beiden twijfelden dat ik de uitdaging zou aankunnen. Ik heb vele jaren voor de bank gewerkt, eerst als extern raadgever, en denk zowel de mensen als de werking goed te kennen.”

ONCLIN. “Ik ben afscheid gaan nemen van de ondernemingsraad en die lieve mensen zeggen nu dat ik de beste voorzitter was. Ik had twintig jaar geleden moeten zeggen dat ik vertrok. Alle gekheid op een stokje. Op de ondernemingsraad heeft men mij gezegd dat men voor de fusieonderhandelingen denkt beter af te zijn met Axel dan met mij. Ik vind het knap dat men mij dat openlijk zegt en heb geantwoord: ‘Meneer, waarom denkt u dat ik Axel Miller naar de onderhandelingstafel gestuurd heb?'”

U hebt geen hoogtevrees omdat u geen getraind bankier bent?

MILLER. “Neen. Ik werk hard en betrouw op een team.”

ONCLIN. “Ik waardeer dat Axel vragen durft te stellen aan de experts en niet benauwd is om bij te leren. Pierre Richard had als eerste het idee om Axel binnen te halen bij Dexia, dus lang voor de jongste benoeming. Hij zei mij ooit in Amsterdam: ‘Luc, hij is een wissel op de toekomst.’ Wij hadden Axel leren kennen als een briljant advocaat. Maar wij hebben hem nooit binnengehaald met de bedoeling om mij op korte termijn op te volgen. Ik kan u trouwens verzekeren dat hij er financieel niet op vooruitgegaan is. Dat wil dus zeggen dat hij met volle overtuiging naar deze bank is gekomen.”

MILLER. “Voor mij is het belangrijk een uitdagend project te hebben, iets waaraan ik kan bouwen. Bij mijn aanwerving in 2001 heb ik geen eisen gesteld.”

Wat was de timing?

ONCLIN. “Het promotiegesprek vond half oktober plaats. De overgang is degelijk voorbereid en wat ik absoluut wil tegenspreken, is dat er een meningsverschil zou zijn tussen mij en de groep. De acceptatie van Axel, die eigenlijk een vreemde is bij Dexia, is zeer groot. Ik heb met hem en Richard voorzien dat hij voor de tijd die nodig zal zijn voor de integratie, een band houdt met de human resources van Dexia. De vakbonden waarderen Axel, hij houdt het zeventien uur met hen uit. Ik spring na vier uur op tafel of loop weg.”

MILLER. “Luc heeft vanaf het eerste gesprek erop aangedrongen dat ik aanvaard moest worden. Ik zou deze opdracht nooit aanvaard hebben, als er sprake was van weerstand.”

U draagt geen jasspeldje van Dexia zoals Luc Onclin.

ONCLIN. ( lacht) “Dat is een meningsverschil tussen ons.”

MILLER. “Wij hebben twee jasspelden, een gouden en een zilveren. Ik heb al van veel mensen gehoord dat ze problemen hebben met de gouden speld, dus uit principe draag ik er geen. Waarom onderscheid maken? Wij zijn maar voorlopige dragers van iets dat groter is dan onszelf.”

Meneer Miller, hebt u een sterk persoonlijk netwerk in Vlaanderen?

MILLER. “Ik heb veel vrienden in Vlaanderen, maar een netwerk nog niet. Ik ben een echte Belg, geen Brusselaar of Waal of Vlaming. Mijn vader was een biochemicus en hoogleraar aan de ULB. Mijn enige echte netwerk is mijn familie. Ik werk hard en heb weinig tijd voor mijn privé-leven. Mijn echtgenote heeft jarenlang gewerkt als kinesitherapeut en is mij gevolgd naar Amerika. Daar heeft ze in de telecomsector gewerkt. Nu werkt ze thuis, want ze draagt zorg voor de familie. Zonder mijn vrouw zou deze promotie niet mogelijk zijn. In het leven is het belangrijk een goed huwelijk te hebben en een partner die je steunt.”

ONCLIN. ( glimlacht) “Axel heeft twee dochtertjes en die hebben een tekening gemaakt om te zeggen dat papa op alle dagen van de week naar kantoor mocht gaan maar niet op zaterdag. Dat zal hij dus moeten afleren.”

Is de familie Miller al enkele generaties actief in België?

MILLER. “Mijn familie is het product van een grote mengeling. Mijn grootmoeder komt uit Rusland en is daar geboren in 1900. Zij emigreerde in 1917 onder de revolutie. Aan mijn moeders kant zijn wij Centraal-Europees.”

Zit u in een joodse traditie?

MILLER. “Neen.”

Bent u van nature een workaholic?

MILLER. “Ik stel mij soms die vraag en als dat zo is, moet ik toch wat zaken bijsturen. Mijn drijfveer is de passie voor het werk. Ik ga ervoor en tel geen uren of de moeite die ik moet doen.”

ONCLIN. “Axel, je mag een beetje jokken maar niet te veel.”

MILLER. ( verbaasd) “Ben ik dan een workaholic?”

ONCLIN. “Ik heb je al gezegd om het weekend vrij te houden. Je moet nog weten hoe je kinderen heten.”

MILLER. “Luc, jij hebt mij gezegd dat het voorzitterschap van het directiecomité een rustiger leven betekent, dus…”

Wat zijn de strategische prioriteiten van de nieuwe voorzitter?

MILLER. “Ten eerste, onze eerste en strategische missie bevestigen: Dexia als bankier van de lokale overheden. Twee: onze aanwezigheid op de retailmarkt verstevigen. Wij hebben daar uitstekende troeven met onze netten en we moeten die verder uitbouwen. Voor de rest denk ik dat de cultuur in de bank zeer belangrijk is. Een gefuseerde bank ontstaat niet in één dag.”

Bent u een man van het multimerk of integreert u alle kleine merken in de naam Dexia?

MILLER. “Ik heb geen enkele ideologie over de merknaam. Dexia is een stevige naam, maar wij denken er niet aan die te laten overheersen. Wij willen op onze markten nummer één of twee zijn. Dat is het project, niet een vlaggetje met de naam Dexia overal planten.”

De chemie tussen Luc Onclin en Pierre Richard was een van de factoren van het succes van Dexia. Of vertrekt Pierre Richard naar de Caisse des Dépôts et Consignations (CDC)?

ONCLIN. “Absoluut niet, maar hij wil het niet ontkennen want hij vindt dat gerucht plezierig. Tussen mij en Pierre botste het soms ook, hoor. Je moet van de Fransen kunnen accepteren dat ze denken het warm water uitgevonden te hebben. En soms moeten wij ook durven zeggen dat wij het gedaan hebben. Pierre houdt van België, kent zeer goed de Belgische kunst en komt dikwijls naar Brussel. Dat is geen laag vernis. Hij is bijvoorbeeld lid van de Vlaams-Parijse vereniging en draagt België absoluut in zijn hart.”

MILLER. “Het is een plezierig spelletje voor de salons om de Fransen uit te spelen tegen de Belgen, maar dat strookt niet met de realiteit hier. Dat wil niet zeggen dat we allemaal dezelfde stijl hanteren. Ik heb niet de stijl van Luc maar evenmin die van Richard. Dexia is een mengeling van culturen die elkaar kennen en eerbiedigen.”

Dit afscheid is abrupt en viel in dezelfde week als de aankondiging van het afscheid van Remi Vermeiren van KBC. U had het kunnen coördineren. Wachten we nu op Herman Verwilst van Fortis?

ONCLIN. ( lacht uitbundig) “Ten eerste, ik wist niets van het adieu van Remi Vermeiren, maar ik denk inderdaad ook dat de stoel van confrater Herman Verwilst moet beginnen te jeuken. Ten tweede, ik vind niet dat je een jaar op voorhand je vertrek moet aankondigen. Dan begint het te rommelen. Ik vertrek niet met slaande deuren of ruzie. Integendeel. Ik heb tegen Richard gezegd: ik wil Axels schoonmoeder niet worden. Als hij mij nodig heeft, dan belt hij mij. Wij zijn meer vrienden dan collega’s.”

Labouchère, een van de twee Nederlandse Dexia-filialen, verkocht via Legio Lease beleggingsproducten die werden gefinancierd door leningen. Door de dalende beurzen kunnen honderden beleggers hun lening niet meer terugbetalen en krijgt Dexia hopen schadeclaims. Is uw vertrek een reprimande?

ONCLIN. ( zucht) “Neen, neen, helemaal niet. Dit is geen reprimande, laat staan dat er daarvoor een rekening moet vereffend worden. Tenminste niet door mij. De groep heeft mijn en Axels hulp gevraagd om de boel op te ruimen. Bovendien heb ik in mijn eigen voet geschoten en die van de bank, want een van onze beste krachten, Stefaan Decraene, is naar Nederland gestuurd om de kwestie op te lossen. Dus hier slaat u de bal compleet mis. Trouwens, als men met mij zou willen afrekenen, zou de pers de eerste zijn die het weet en zou ik hier niet zitten met Axel Miller maar met mijn twee advocaten om met hand en tand mijn integriteit te verdedigen.”

Er zijn geen lijken die vandaag, 5 december, in Parijs bij de voorstelling van de resultaten uit de kast zullen vallen?

MILLER. “De Nederlandse situatie is een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De evolutie van de beurs in 2001 en 2002 was in 2000 niet voor te stellen of te voorspellen. Eerst moeten wij onze activiteit aanpassen aan de economische realiteit van nu. Dat hebben we eind oktober gedaan door Dexia Nederland opnieuw te splitsen in twee entiteiten, die zich elk concentreren op hun kern. De tweede maatregel wordt vandaag aangekondigd in Parijs: de raming van de weerslag van de Nederlandse affaire op de resultaten van de groep, met daarop de concrete maatregelen voor het dossier. Wat ons hoofdzakelijk interesseert, is onze relatie met de klant voort te zetten. Het verleden is het verleden.”

ONCLIN. “Labouchère en Kempen, het tweede Dexia-filiaal in Nederland, zijn aangekocht door Dexia Luxemburg, niet door ons. In wezen gaat het over Nederlandse burgers die zich uitstekende Nederlandse aandelen konden aanschaffen. Dat hebben ze gedaan met geleend geld waarvan ze, met de goedkeuring van de Nederlandse wetgever, hun intresten aftrokken. De beurs klapte in elkaar en nu wijzen sommige Nederlanders met de vinger naar de Belgen en Fransen. Van wie hebben wij het beleggingssysteem gekocht? Van het oer-Nederlandse Aegon. Laten we verder redeneren. Als het dossier Artesia faliekant zou zijn afgelopen, dan draag ik daar de grootste verantwoordelijkheid voor, want dat heb ik aangebracht bij Pierre met de motivering “dit is een gouden opportuniteit om snel ons Belgische marktaandeel te vergroten”. Stel nu dat dit de grootste stommiteit van de eeuw zou zijn geweest en ik zou vertrekken, dan zou men mij terecht vragen of ik de rekening gepresenteerd krijg. Dan zou ik eerlijk ja antwoorden. Mocht morgen de Amsterdamse beurs klimmen, dan is drie kwart van ons probleem in Nederland opgelost.”

Hoe groot is de kans op een schikking?

MILLER. “Als je kijkt naar de feiten en de juridische realiteit, zitten we vrij goed. Als je kijkt naar de economische realiteit en de relatie met onze klanten, dan moeten we iets ondernemen. We willen iets redelijks voorstellen en een schikking met de stichting is niet de eerste prioriteit. Waar we fouten hebben begaan, zullen we compenseren, maar die fouten zijn klein.”

ONCLIN. “U moet weten dat in de contacten met de autoriteiten ons gevraagd is om voorzichtig te zijn, omdat wij met deze zaak een gigantisch precedent kunnen scheppen. Dus je moet niet zomaar mensen vergoeden die op de beurs hebben belegd en verloren.”

MILLER. “Er is in dit dossier een kloof tussen enerzijds de realiteit en anderzijds de perceptie door de media en de consumenten. Waarom? Omdat het een leuk verhaal is.”

ONCLIN. “Niet voor ons”.

MILLER. “De mediaoorlog kan je niet winnen. Wij moesten wachten om te reageren tot de eerste snoeiharde commentaren waren gepasseerd en de storm luwde. Nu kunnen wij op een volwassen manier uitleggen wat er gebeurde en de concrete maatregelen aankondigen.”

ONCLIN. “De weduwe van 82 jaar die op tv is opgevoerd en niet wist wat ze kocht, zullen wij na overleg compenseren. Maar niet de mensen die opties kochten, zestien keer wonnen en de laatste drie keren verloren. Axel heeft door de Nederlandse affaire die prachtige uitdrukking bijgeleerd: ‘hoe gaan we dit varkentje wassen?'”

In hoeverre is Aegon nog verantwoordelijk voor Labouchère?

MILLER. “Ik geef daar liever geen commentaar op.”

Gaat u met Remi Vermeiren een consultancy oprichten?

ONCLIN. “Natuurlijk. De grote vraag zal dan zijn wie er de baas wordt. Ik ken Remi Vermeiren niet zo goed, maar ik kan u wel verklappen dat we gisteren met elkaar getelefoneerd hebben. We waren beiden geschrokken van elkaars vertrek.”

U bent te vitaal om er het bijltje bij neer te leggen. Hebt u plannen?

ONCLIN. “Richard heeft mij verschillende suggesties gedaan, maar ik heb geantwoord dat ik ter beschikking sta van Axel en mijn agenda niet te veel belast mag worden. Wat ik zeker ga doen, is meer tijd doorbrengen met mijn gezin en opnieuw studeren. Ik spijker mijn Spaans bij, leer Zweeds voor een gesprek met mijn schoondochter en probeer opnieuw aan amateurtoneel te doen. Dan applaudisseren ze nog eens voor mij. Aan de VUB schrijf ik mij in voor een studie in Oosterse filosofie.”

MILLER. “Dus als ik je bel, gaan we filosoferen in het Zweeds?”

ONCLIN. “Ik vertrek met een gerust hart. De directieleden hebben mij vanmorgen gezegd dat op de dag van mijn vertrek de beurs met 3% is gedaald, wat mijn waarde zou boekstaven. Ze hebben berekend dat die daling 36 miljoen euro vertegenwoordigde en suggereerden dat ik aan Richard de helft zou vragen als afscheidsbonus.”

Frans Crols, An Goovaerts [{ssquf}]

an.goovaerts@trends.be

“Als men met mij zou willen afrekenen, zou de pers de eerste zijn die het weet en zou ik hier niet zitten met Axel Miller maar met mijn twee advocaten.”

Trends: Gaat u met Remi Vermeiren een consultancy oprichten?

Onclin: “Natuurlijk. De grote vraag zal dan zijn wie er de baas wordt.”

Onclin: “Ik heb je al gezegd om het weekend vrij te houden. Je moet nog weten hoe je kinderen heten.”

Miller: “Luc, jij hebt mij gezegd dat het voorzitterschap van het directiecomité een rustiger leven betekent, dus…”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content