Moeten we Amerika maar laten stikken?

George Bush heeft de inspanningen van de voorbije tien jaar rond het VN-verdrag over de klimaatverandering helemaal in de war gestuurd. Kan Europa het verdrag op zijn eentje redden?

In het Kyoto-protocol hebben de geïndustrialiseerde landen zich ertoe verbonden om hun uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Het verdrag werd met veel vertoon ondertekend in 1997. Voor de Verenigde Staten werd de overeenkomst afgesloten door vice-president Al Gore. We zijn nu drie jaar later en het is bijna tien jaar geleden dat het eerste VN-verdrag over het broeikaseffect ondertekend werd. Het lijkt erop dat het protocol een dodelijke slag kreeg toegediend door de man die Gore versloeg voor het Amerikaanse presidentschap, George Bush.

Hypocriete Europeanen

Vorige maand kondigde hij, tot grote verlegenheid van het hoofd van het Environmental Protection Agency, Christie Whitman, abrupt een radicale koerswijziging aan over een van de fundamentele aspecten van zijn binnenlandse beleid inzake klimaatverandering: de uitvoering van een belofte uit zijn verkiezingscampagne om de CO2-uitstoot te regelen middels binnenlandse milieuwetten. En begin deze maand maakte hij het zonneklaar dat zijn verzet tegen de Kyoto-doelstellingen niet vatbaar was voor postelectorale overreding. Sommige van zijn medewerkers hebben intussen al vlakaf verklaard dat de overeenkomst van Kyoto dood is.

De administratie heeft al verschillende argumenten naar voor geschoven om de voorgestelde acties in verband met de klimaatverandering aan te vechten. Ze maakt onder meer gewag van wetenschappelijke onzekerheden, gebrek aan medewerking van de arme landen, de economische last die op de schouders van de Verenigde Staten terechtkomt en de politieke onmogelijkheid om het verdrag van Kyoto geratificeerd te krijgen in de senaat.

De uitlatingen van Bush ontketenden een zware storm van kritiek in alle uithoeken van de wereld. Een groot deel daarvan kwam echter gewoon neer op pose: ministers van Milieu die zich geschokt toonden over een gang van zaken die ze al lang begrepen hadden. Toegegeven, er bestond ook een laagje van oprechte verbazing over de onhandige manier waarop de Bush-administratie het speelde. De Europeanen speelden maar al te graag de moraalridders. Maar, zoals hun blind rechtlijnige houding in Den Haag aantoonde, was hun positie nauwelijks méér houdbaar dan die van de Amerikanen.

Slechts twee EU-lidstaten bevinden zich redelijk dicht bij hun Kyoto-doelstellingen: het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De rest van Europa maakt even weinig kans om de doelstellingen van Kyoto te halen als Amerika. De klaarblijkelijke torpedering van de overeenkomst door Bush zou dus wel eens een aantal hypocriete Europeanen gezichtsverlies bespaard kunnen hebben.

Bommen in Bonn

Zal de slag die Bush de Kyoto-overeenkomst heeft toegebracht, leiden tot de aanvaarding van een van die voorstellen? Omdat zelfs de Bush-administratie niet precies lijkt te weten wat haar standpunt inzake global warming is, valt daar moeilijk op te antwoorden.

In de komende maanden doen zich voor Amerika en Europa verschillende mogelijkheden voor om met elkaar in de clinch te gaan. Er staan eind deze maand gesprekken op stapel in New York tussen enkele tientallen ministers van Milieu. Voor die bijeenkomst bereidt Jan Pronk (de Nederlandse minister van Milieu die de mislukte gespreksronde in Den Haag in november van vorig jaar voorzat) een omvangrijk nieuw voorstel voor, dat naar hij hoopt de steeds breder wordende kloof tussen de EU en Amerika zal overbruggen. De Bush-administratie heeft ook al gezegd dat Amerika nog altijd deelneemt aan de volgende ronde in het Kyoto-proces, die normaal gezien midden juli in Bonn wordt gehouden. Het is echter niet helemaal duidelijk of de task force die nu een nieuwe politiek inzake klimaatverandering aan het uitwerken is, tegen die tijd klaar zal zijn, noch wat die arme mevrouw Whitman in Bonn zal vertellen.

Alles bij elkaar genomen zijn dan ook verschillende uitkomsten mogelijk. In de eerste plaats is het niet onwaarschijnlijk dat het hele Kyoto-proces gewoon uit elkaar valt. Dat kan plots gebeuren op de bijeenkomst in Bonn of op een pijnlijke wijze nadien. Als de Europeanen bij hun vijandige houding tegenover de marktconforme aanpak blijven en voortgaan met hun hypocriete aanvallen op Bush, dan zouden ze best wel eens de gesprekken kunnen doen ontsporen.

Een nog duidelijker doodsteek zou zijn wanneer zou blijken dat de weerstand van Bush tegen Kyoto verder gaat dan de doelstellingen en de tijdschema’s en ook het hele Rio-proces van internationaal engagement in verband met de klimaatverandering raakt. Een dergelijke ontsporing lijkt echter onwaarschijnlijk, omdat de publieke steun voor maatregelen tegen de opwarming van de aarde groot is in Europa en – zoals blijkt uit recente opiniepeilingen – zelfs in Amerika.

Er bestaan aanwijzingen dat Bush’ schrille aanval op het verdrag van Kyoto en zijn wens om Alaska open te stellen voor olieontginning een bredere groene reactie kan ontketenen, die ook kan leiden tot meer steun in het Congres voor maatregelen tegen global warming.

Europa op zijn eentje

Een andere mogelijkheid is dat Europa voortgaat met het verdrag van Kyoto terwijl Amerika ter plaatse blijft trappelen. Commentaren van de nationale veiligheidsadviseur van Bush en anderen binnen het Witte Huis doen uitschijnen dat Kyoto zal teloorgaan zonder de Verenigde Staten.

Niet zo snel, zeggen echter verschillende verbolgen Europese ambtsdragers. De Zweedse minister van Milieu Kjell Larsson houdt vol dat “het Kyoto-protocol niet zal mislukken enkel omdat de Verenigde Staten niet meedoen.” Technisch gezien heeft hij gelijk: het verdrag wordt van kracht als 55 ondertekenaars, waaronder een groot deel van de vervuilers, het ook ratificeren. In de praktijk betekent dat echter dat de Europese Unie Rusland en Japan ervan moet overtuigen om te tekenen.

Praktisch gezien is het evenwel mogelijk dat hij pure nonsens uitkraamt. Alles wel beschouwd, is een verdrag dat de opwarming van de aarde wil aanpakken zonder de steun van het land met de grootste emissies, dat tegelijk ook ‘s werelds grootste vervuiler is, niet meer dan een farce.

Michael Grubb van het Britse Imperial College sluit zich bij Larsson aan. Hij is van oordeel dat de enige redding van het proces moet komen van doortastende maar afgemeten maatregelen van de EU. Hij zegt dat Rusland het verdrag zal ondertekenen omdat het veel te winnen heeft bij de verkoop van zijn ruime voorraad ongebruikte emissies. Japan is een neteliger geval, omdat het nog minder kans maakt om zijn doelstellingen te halen dan Europa. Maar Japan zal niet toelaten dat zijn weigering om het verdrag te ratificeren de nagel aan de doodskist zal zijn van een verdrag dat de naam van Kyoto draagt. Tegen de tijd dat de volgende wereldmilieuconferentie plaatsvindt, in september 2002, zal Kyoto volgens hem wel van kracht zijn, zelfs zonder de medewerking van de Verenigde Staten.

Het cruciale punt, zo besluit hij, is dat Europa het moet doen zonder enige bitterheid en zeker niet op de rigide, moralistische manier die het in Den Haag tentoonspreidde. Integendeel, hij spoort Europa aan om een zo flexibel mogelijke interpretatie te hanteren, zodat Kyoto potentieel aantrekkelijk wordt voor de Verenigde Staten. Dat zou ook de arme landen ertoe kunnen brengen om in de toekomst vrijwillig doelstellingen te onderschrijven, die op hun beurt Amerika weer rond de tafel zouden kunnen lokken.

Luister naar het bedrijfsleven

De laatste optie is uiteraard dat Bush iedereen nog kan verbazen en op de proppen komt met een geloofwaardige reeks voorstellen die de Kyoto-onderhandelingen nieuw leven inblazen, ofwel voor de bijeenkomst in Bonn, ofwel – wat waarschijnlijker is – iets later. Dan moet hij wel uitpakken met een aantal ernstige binnenlandse initiatieven in verband met de klimaatverandering, zodat hij een deel van de geloofwaardigheid en de goodwill kan terugwinnen die hij op dat punt tijdens de jongste weken verloren heeft.

Een dergelijke ontwikkeling lijkt niet zo uit de lucht gegrepen, zeker als je er rekening mee houdt dat niet alleen de milieugroeperingen maar ook de gewone man in de straat maatregelen inzake klimaatverandering wil. Een heleboel grote Amerikaanse ondernemingen, van het chemieconcern DuPont tot de technologiegroep United Technologies en zelfs op kolen draaiende elektriciteitsproducenten zoals AEP, ondersteunen acties in verband met de klimaatverandering. Ze willen reglementaire zekerheid over de koolstofkwestie. Dat is het soort van stemmen waarnaar Bush beter zou luisteren.

Copyright: The Economist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content