Minder tv voor uw geld

Van Telenet een multimediamaatschappij maken, zonder zelf te investeren. Dat vooruitzicht deed de gemengde intercommunales vorig jaar hun netwerken aan het Amerikaanse Callahan verkopen. Acht maanden later wachten ze nog op hun miljarden en is het de vraag hoe Callahan die ooit met televisie kan terugverdienen.

C allahan Associates heeft dus nog maar eens uitstel gekregen voor de betaling van 932 miljoen euro aan Electrabel en de gemengde intercommunales voor de overname van de controle over hun kabeltv-netwerken. Merrill Lynch is er nog niet in geslaagd om de gezochte 1,3 miljard euro aan kredieten te vinden. Het is een patroon dat zich sinds het onderhandelingsakkoord met Callahan op 29 mei 2001 herhaalt: belangrijke elementen worden herzien omdat Callahan er niet in slaagt zijn beloften waar te maken.

Het beursklimaat is er niet naar. Bij concurrerende kabelmaatschappijen slikken investeerders de bittere pil. Het bloedende NTL keek in januari, met 1,3 miljard dollar cash in de bank, aan tegen 1 miljard dollar intrestbetalingen per jaar. De kans dat de groep, waarin France Télécom voor 18% participeert, voor een prikje zou worden verkocht, was reëel. “Ze werden gepakt in de dramatische correctie van de markt,” zei Andy Sukawathy, de president van Callahan Associates International LLC (en tussen 1993 en 1996 CEO bij NTL) aan The Wall Street Journal.

Callahan is niet beursgenoteerd, maar deelt even goed in de brokken. Moody’s heeft op 24 januari de rating van de ‘senior notes’ (bevoorrecht schuldpapier) van Callahan NRW in Duitsland verlaagd tot Caa1, wat aangeeft dat het bedrijf in de gevarenzone komt.

In theorie hoeft dat niet direct repercussies te hebben voor Telenet. Zoals we hier al eerder schreven is Callahan Associates eigenlijk een groepje managers dat kabelprojecten ontwikkelt en daarvoor financiering zoekt. Die projecten zijn, tenminste voor zover ons bekend is, niet onderling verbonden en in elk geval verschillen de geldschieters enigszins van project tot project. Dat betekent onder meer dat de schuld van de notering van Callahan NRW niet direct relevant is voor Telenet, waar Callahan met Evercore Capital Partners, CDP Capital Communications en Merrill Lynch Ventures samenwerkt.

Wachten op centen

Met Telenet heeft Callahan al een hele weg afgelegd. Vorig jaar nam Callahan 54,2% van de aandelen in het geesteskind van voormalig minister-president Luc Van den Brande(CD&V). Daarvoor betaalde Callahan toen al 448,69 miljoen euro in contanten, nog eens 810,61 miljoen euro in ‘vendor notes’ (eigenlijk hoogrentende leningen van de verkopers aan Callahan) en ten slotte 421,42 miljoen euro in de vorm van aandelen van wat uiteindelijk als Callahan Europe naar de beurs zou moeten worden gebracht. Hoewel Callahan daar dus aan zijn verplichtingen heeft voldaan, is er wel nog het probleem dat Telenet een financiering van 297,47 miljoen euro van een consortium rond Merrill Lynch en KBC tegen 29 maart hernieuwd moet zien te krijgen. Telenet-CEO Duco Sickinghe: “Die deadline van 29 maart is niet zo hard als het lijkt. De huidige financiers blijven, er komen een paar partijen bij.”

Het is de tweede fase die nu problemen schept: de 53,5% die Callahan koopt in de kabeltv-netwerken van de gemengde intercommunales. Op 11 juni 2001 hebben de gemengde intercommunales zich akkoord verklaard met de prijs van 932,08 miljoen euro. Daarna had Callahan zeven maanden om het geld te vinden. De verkopers moesten 689,14 miljoen euro in cash en 242,94 miljoen euro in aandelen ontvangen, maar dat geld blijft dus uit. “De deal sluit pas in januari, we hebben nog tijd,” suste Courtney Zierden van de particuliere leningen-business van Merrill Lynch eind november 2001 nog, erop wijzend dat er over een ‘senior secured facility’ werd gepraat – een lening die wordt gewaarborgd door activa en die voorrang heeft op andere schuldeisers. De 689,14 miljoen euro cash zou direct moeten worden betaald.

“We hebben eerst uitstel gegeven tot begin, daarna tot eind januari. Het dossier is zeer complex en de situatie op de financiële markten is slecht,” zegt Geert Versnick, de Gentse schepen die verantwoordelijk is voor intercommunales. “We willen een beetje ruimte scheppen. Die deal is afgesloten op een moment dat de markten gunstig waren ( nvdr – de onderhandelingen met Callahan zijn gestart op 29 mei 2000). Vandaag betaalt men meer dan 50% minder voor een klant van een kabelmaatschappij. Nu mikken we op begin maart of half maart,” zegt Jan Pszeniczko, voorzitter van I.K.A., Zuivere Financiering Intercommunale Antwerpen-Kempen. De overeenkomst is niet van de baan, onderstrepen alle betrokkenen. “Wij kunnen de cijfers niet wijzigen, alleen praten over uitstel,” zegt Guy Peeters, die als expert voor de gemengde intercommunales een sleutelfiguur is in het dossier.

Niemand durft zich af te vragen wat er gebeurt als Callahan ook in maart niet aan geld geraakt. “We zullen de problemen oplossen als ze zich aandienen,” zegt Guy Peeters, een bekend premier parafraserend. Bij de gemeenten – die het geld van Telenet onder meer zouden investeren in de gemeentelijke Publi-T-holding – begint men al uit te kijken naar andere financieringsbronnen.

Winst is prioriteit

Callahan staat onder druk. Hij heeft de betrouwbare geldstroom uit de 1,5 miljoen kabelabonnementen – in de orde van 148,74 miljoen euro per jaar – dringend nodig. In 2000 verloor Telenet 153,2 miljoen euro op een omzet van 89,24 miljoen euro.

“Telenet wil dit jaar absoluut EBITDA-positief ( nvdr – winst voor intrestlasten, afschrijvingen en belastingen) zijn,” zegt een insider. “Vandaar de verhoging van de internet- en telefonietarieven en het snijden in de kosten.”

Telenet-topman Sickinghe geeft toe: “De bankiers schroeven de eisen voor de rentabiliteit van Telenet zwaar op. Een deel van die inspanning leg je bij je organisatie, die nog aan efficiëntie moet winnen, en een deel bij je klanten.” Het recept komt zo uit de ‘ Broadband’s Quiet Revolution’ -publicatie van McKinsey uit september 2001. “Voor de meeste gebruikers is hogesnelheidstoegang nog altijd een duopolie met lage churn en een lage prijsgevoeligheid. Dat lijkt aan te geven dat de prijzen zouden moeten stijgen,” schrijft de bedrijfsadviseur.

“Telenet is nog steeds van plan om met de internetproducten een heel sterk groeiende productlijn te hebben,” zegt Duco Sickinghe. “De prijsaanpassing heeft zuiver te maken met het feit dat wij één van de laagste tarieven van Europa hadden, terwijl we net heel performant zijn. Iedereen wist dat dit geen verstandig langetermijnmodel was. Als je alle kosten in acht neemt ( nvdr – modemhuur en dergelijke) zijn we vandaag nog niet de duurste in België,” klinkt het over de tariefverhoging van Telenet Internet met 12,89% tot 41,95 euro. Sickinghe: “De woede van de klanten is er precies omdat ze zeggen: we hebben gewoon geen keuze. Zonder dat product kunnen wij niet leven.”

Telenet besteedde volgens de mediacentrale Carat Crystal in de eerste elf maanden van 2001 voor 11,07 miljoen euro aan reclame om zijn producten te ondersteunen – affiches, huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen niet inbegrepen.

Het lag voor de hand dat het verlieslatende Telenet de eerste zou zijn om een prijsverhoging door te voeren, zeker nu Test Aankoop de kwaliteit van zijn internetdienst in de verf had gezet. Pascal Methens, verantwoordelijk voor internet bij Belgacom, had zijn concurrent de prijsverhoging nagenoeg met zoveel woorden op een persconferentie eind vorig jaar gesuggereerd (zie Trends, 6 december 2001, “Belgacom en de mislukte concurrentie”).

In Nederland spelen zich gelijkaardige scenario’s af. Daar had KPN op 8 januari laten weten dat het zijn MxStream ADSL-dienst 23% duurder maakte. Toezichthouder Opta deed er zelfs nog een schepje bovenop door te zeggen dat er misschien nog wel prijsverhogingen moesten volgen: de doorverkopers van de KPN-dienst hadden immers te weinig marge. Ofwel moest de groothandelsprijs omlaag, ofwel moest de eindgebruikersprijs hoger. Het werd dus dat laatste. Bij de concurrentie was dat muziek in de oren. Essent Kabelcom (@Home) volgde een week later met de aankondiging van een 11%-prijsverhoging en liet nog eens een week later (na protest van onder meer de Consumentenbond) zelfs weten dat het de investeringen in tweewegsverkeer voor snel internet tijdelijk opschortte. Ongeveer tegelijk bevestigde zijn verkoop- en marketingdirecteur dat Essent een low-cost internetabonnement zou lanceren. Voor alle duidelijkheid: Belgacom ontkent dat het zal inspelen op de prijsverhoging van Telenet. “Wij bepalen onze tarieven autonoom,” zegt woordvoerder Jan Margot.

Snelle digitalisering?

De tegenprestatie van Callahan om de netwerken van de gemengde intercommunales te mogen overnemen, was echter niet alleen geld, maar vooral de belofte om de Vlaamse kabel te digitaliseren, zodat ook het brede publiek mee kon racen over de digitale snelweg. Nu het accent op rendement en winst op de korte termijn komt te liggen, is het maar de vraag of die plannen nog haalbaar zijn. “Je ziet de deadlines voor de introductie aldoor naar achter verschuiven. “Hoe prioritair is digitale televisie voor Callahan?” vraagt een insider zich af.

Kernprobleem voor Callahan is wat directeur Jo Geebelen van de zuivere intercommunale Interelectra onze “remmende voorsprong” noemt. “Onze abonnees krijgen veel voor een lage prijs. Ze zijn niet te verleiden met tien tot vijftien extra programma’s,” zegt hij.

Om zijn abonnees toch naar de digitale kabel te krijgen, heeft Callahan zichzelf via de verkoopovereenkomst een aantal middelen verschaft. Het dertigtal programma’s dat elke Vlaming nu ook voor ongeveer 110 euro ontvangt, gaat naar beneden. Volgens het overnamecontract mag Callahan vanaf de “commerciële fase” van de digitalisering (achttien maanden na de referentiedatum van 11 juni 2001) vragen om drie kanalen uit het basispakket te verwijderen “voor redenen die voortvloeien uit onvoldoende beschikbaarheid van bandbreedte”. Ook in de twee daaropvolgende jaren zullen telkens drie kanalen uit het basispakket worden gehaald. Als compensatie wordt het basispakket, per blok van drie weggevallen kanalen, telkens 5% goedkoper – een prijsdaling die de klant niet noodzakelijk te zien krijgt, want het tarief wordt ook aan de index van de consumptieprijzen aangepast. En als Callahan erin slaagt om eind 2006 een kleine 73% van de abonnees digitaal te hebben, kan het de achterblijvers de genadeslag geven door nog eens zes analoge kanalen extra uit het basispakket te laten halen. (Haalt het bedrijf daarentegen minder dan 54%, dan mag men het zes analoge kanalen terugvragen.). De overeenkomst stipuleert dat de analoge kanalen alleen verwijderd kunnen worden als “de kabelklant de kanalen die verwijderd werden uit het analoge basispakket tegen extra vergoedingen kan verkrijgen door zich te abonneren op bijkomende pakketten van digitale kanalen of diensten.” Duidelijker kan niet.

Daarmee zit België exact op de lijn van Nederland, waar de wet een minimumpakket van vijftien programma’s waarborgt, waarover representatieve programmaraden moeten adviseren. (In de praktijk bieden vele gemeenten daar momenteel nog veel grotere pakketten aan.).

Probleem is dat het model in Nederland niet werkt. Onze noorderburgen balen van digitale betaaltelevisie en blijven de bijbehorende set-topbox mijden als BSE. In Amstelveen was er zelfs weinig belangstelling toen abonnees de set-topboxen gratis mochten gaan afhalen bij Casema. Niet verwonderlijk: Amstelveen geniet van 34 kanalen, waarvoor Casema 9 euro per maand vraagt (108 euro op jaarbasis). Daarmee vergeleken kost het Casema Digitale Televisiepakket – dat hoofdzakelijk één filmkanaal, een videogame en ‘TV Mail’ biedt – 7,5 euro per maand. Uiteraard is dat digitale basispakket dan uitbreidbaar met nog meer betalende opties.

Met de harde hand

In Nederland hebben Casema en UPC daarom in augustus 2001 maar voorgesteld om de basiskabelabonnementen 1,5 euro per maand duurder te maken (een stijging met pakweg 16%). Nederland liep achter op de rest van Europa, argumenteerde een woordvoerder. ”In andere landen krijgen klanten voor meer geld minder tv-zenders. In Nederland is een prijsverhoging nodig. Het extra geld steken we in digitale televisie.” Een strategie waarnaar staatssecretaris Rick Van der Ploeg van Mediazaken wel oren had, maar die de Nederlandse Consumentenbond “te gek voor woorden” vond: “mensen laten betalen voor een dienst die nog niet bestaat en waar ze misschien niet eens gebruik van zullen maken”.

Ook de Belgische consument zou er waarschijnlijk zo over denken. De gemengde intercommunales lieten in het voorjaar 1998 een studie doen door het marktonderzoeksbureau Censydiam. Daaruit bleek dat in Vlaanderen ongeveer 85% van de bevolking bijna uitsluitend naar Nederlandstalige zenders kijkt. Voor de andere zenders heeft hooguit 1 à 2 % van de bevolking belangstelling. Driekwart van de ondervraagden vond het normaal dat de abonnees die bijkomende programma’s of diensten wensen, bijkomend betalen.

De vooruitgangsgedachte van sommige politici botst dus met de opinie van de man in de straat. “Ik geloof niet in het beperken van de kanalen in het basispakket,” zegt Jo Geebelen.

Selectieve introductie?

Telenet-baas Duco Sickinghe neemt alvast afstand van de Nederlandse aanpak. “In Nederland is de technologie gelanceerd, zonder dat de content klaar was. Als je uitrolt, moet je de tv-programma’s hebben die zeggen: druk op de rooie knop en je kan meedoen. Anders heeft het niet veel zin om met set-topboxen ( nvdr – de hardware die nodig is om digitale tv te ontvangen) te komen.”

Hij ziet geen vertraging bij de lancering van digitale televisie als gevolg van de altijd maar uitgestelde afronding van de verkoopovereenkomst. “Wij blijven gewoon bij ons verhaal. Voor ons is 2002 het jaar van de ontwikkeling van de content. Het heeft geen zin een set-topbox naar buiten te brengen als je daar niets op hebt draaien. Wij werken met Belgische en internationale content-leveranciers. Binnenkort openen we een lab bij Telenet voor het ontwikkelen van applicaties.”

Afhankelijk van de ontwikkeling van lokale content start Telenet dan in de zomer twee proefprojecten om zijn aanbod bij enige honderden gezinnen te testen. Hij laat zich niet vastpinnen op de timing uit het verkoopcontract. “Wij willen heel nauwkeurig de lessen trekken van andere experimenten. We zullen de timing ook laten afhangen van de vraag of de techniek robuust is. Momenteel zijn we daar redelijk enthousiast over.”

De grote financiële druk van de modernisering van de kabel voelt Telenet pas volgend jaar, als de set-topboxen moeten worden aangekocht, een investering van 300 tot 400 miljoen euro. Duco Sickinghe denkt nog altijd dat hij ze kan verhuren tegen pakweg 9 euro per maand.

Het zou mooi zijn als in dit verhaal iedereen aan de bak kwam: Electrabel en de intercommunales met een fikse meerwaarde, Merrill Lynch en de andere Callahan-supporters met fikse intresten en commissielonen, Callahan zelf met een mooie beursgang en de tv-kijker met puike nieuwe toepassingen en een stevig aanbod zonder gedwongen meerprijs.

McKinsey adviseert de kabelaars in zijn studie om “met investeringen niet te veel vooruit te lopen op de vraagcurve.” “Mik op de gebruikerssegmenten die uw diensten gaan adopteren,” luidt het. En concreet: “Kies zorgvuldig waar je wijk-per-wijk wil upgraden, hou rekening met de demografie van de huishoudens, de gemiddelde inkomsten per eenheid en de plannen van lokale telefoonmaatschappijen”.

Misschien krijgen we na het België met de twee snelheden wel een Vlaanderen met twee snelheden: de dure Callahan-franchises naast de goedkope kabelnetten van de zuivere intercommunales.

Bruno Leijnse, Bleijnse@trends.be

In 2000 verloor Telenet 153,2 miljoen euro op een omzet van 89,24 miljoen euro.

Als Callahan over vijf jaar 73% van de abonnees digitaal heeft, mag het nog eens zes kanalen uit het basispakket halen.

De grote financiële druk van de modernisering van de kabel zal Telenet pas volgend jaar beginnen voelen, als er set-topboxen moeten worden aangekocht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content