Miljoeneninvestering D’Arta roept vragen op

Het diepvriesgroentebedrijf D’Arta uit Ardooie investeert 5 miljoen euro in een productielijn voor kant-en-klare maaltijden. Hoe dat te rijmen valt met de al bestaande overcapaciteit in de sector is niet meteen duidelijk.

Johan Talpe, mede-gedelegeerd bestuurder van D’Arta, bevestigt de geplande investering van 5 miljoen euro. Er komt een nieuwe afdeling voor kant-en-klare maaltijden ( convenience) die tegen het voorjaar van 2006 operationeel moet zijn. Dankzij de uitbreiding zouden er vijftien extra banen komen. Behalve het klassieke groentegamma zal D’Arta ook vlees, vis en sauzen kunnen verwerken.

D’Arta voert het peloton aan van de kleinere diepvriesgroentebedrijven in de streek rond Roeselare, dat met ruim 850.000 ton zowat een derde van de wereldmarkt in handen heeft. De bekendste namen uit de sector zijn marktleider Ardo, gevolgd door het beursgenoteerde Pinguin en Dujardin Foods. D’Arta werd in 1989 opgericht door Jean-Pierre Debackere en Johan Talpe, en haalde in 2003 – het recentste beschikbare boekjaar – een omzet van ruim 64 miljoen euro, met 104 mensen.

“Wij geloven sterk in de groei van de conveniencemarkt en geloven dat het voor een groenteproducent ook van strategisch belang kan zijn om dergelijke producten aan zijn cliënteel aan te bieden,” motiveert Johan Talpe de uitbreiding.

Die stelling wordt evenwel op grote twijfels onthaald in de sector. Zowel Ardo, Pinguin als Dujardin Foods zijn al geruime tijd actief in het segment van de convenience. Bovendien moeten ze er de concurrentie dulden van spelers als Unilever, Nestlé of Frosta. “Alle spelers hebben vandaag te kampen met overcapaciteit,” getuigt een bedrijfsleider. “Het beleid van D’Arta lijkt me kortzichtig. We hebben nu al een gebrek aan volume om rendabel te kunnen werken in dat segment. Een uitbreiding zoals D’Arta beoogt, maakt het alleen maar erger.”

Johan Talpe, die recent nog fusiegesprekken met Dujardin Foods zag afspringen, reageert kort: “Ik wil me niet laten verleiden tot uitspraken die niet passen.”

De investering moet ongetwijfeld worden gezien tegen de achtergrond van inkomstenverliezen door het slechte voorjaarsweer, waarbij het planten en zaaien vertraging opliep. Een probleem dat met de jongste waterellende alleen maar prangender is geworden.

L.D.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content