Mijmeringen, live vanuit de Metropolitan
Marc Buelens
Sinds de film ‘Moonstruck’ met Nicolas Cage en Cher is het mijn droom geweest een operavoorstelling bij te wonen in de Metropolitan Opera (‘The Grand Met’) in New York. Liefst ook in het putje van de winter, met zo’n grote witte sjaal als de hoofdfiguur Ronny Cammareri. Op 13 mei 2006 is die wens in vervulling gegaan. Met twee probleempjes: het was helemaal niet koud en bij de worsteling tussen jetlag en opera, heeft uiteindelijk de jetlag (het was een enorm lange opera) het gehaald.
Op zaterdag 15 december lagen de kaarten veel gunstiger. Lekkere vrieskou en geen tikkeltje jetlag. Romeo en Juliet(te), een ‘grand opera’ van Charles Gounod, met grootse massascènes en onvergetelijke liefdesduetten. De regie was toevertrouwd aan een Belg, Guy Joosten. En de cast mocht er best wezen: een verbluffend spontane Anna Netrebko als Juliette en Roberto Alagna als Romeo. Placido Domingo hanteerde het dirigeerstokje.
Een klein, maar toch wel belangrijk detail, dat ik nog niet vermeld heb. Ik zat in een zeer luxueuze zetel, niet in New York, maar in de Kinepolis in Oostende. De ervaring was alleszins indrukwekkend. Schitterende klank, knappe beeldregie, en tijdens de pauzes een blik achter de scène. Bovendien twee glazen champagne en enkele hapjes. Wel, wel, voor 15 euro per persoon mag de budgetbewuste operaliefhebber zeker niet klagen.
Was het perfect? Een drietal kleine technische haperingen van enkele seconden konden de pret niet bederven en zowel mijn echtgenote als ik hadden toch wel de indruk dat er een heel kleine dissynchronisatie was tussen beeld en klank. De totaalervaring lokte bij ons beiden op het obligate marketingformulier wel 9/10 uit. Zelden zoveel waar voor ons geld gekregen.
Muziek doet mij mijmeren. En ik mijmerde tussen een passionele liefdesscène en het vermoorden van een Capulet door over de vooruitgang van de technologie. Hoe lang kon men al trans-Atlantisch uitzenden? Google heeft later geholpen: Telstar werd in 1962 gelanceerd. Ik herinner mij nog de zwart-witbeelden met veel sneeuw. Nu kon ik in High Definition Cinema vanuit een ongeëvenaard vogelperspectief kijken naar Romeo’s en Juliettes liefdesbed. Overigens een merkwaardige prestatie: al liggend en innig omhelzend opera zingen.
In niets is de technologie van vandaag te vergelijken met die van vijftig jaar geleden. Maar eeuwig onveranderbaar lijkt wel het thema van de blinde haat tussen de Capulets en de Monta-gues, die fataal ook de twee jonge geliefden vernietigt. Nog steeds houden individuele mensen zielsveel van mekaar, maar zijn er maatschappelijke structuren, economische systemen, dwaze gewoontes en zinloos bijgeloof die erin lukken haat, geweld en oorlog kwistig rond te strooien.
Mijmeringen volgen geen logisch rechtlijnig pad. Bij de huwelijksscène mijmerde ik over het Belgische huwelijk. Net toen de eerste wereldwijde televisie-uitzendingen werden in mekaar geknutseld, knutselden Belgische politici de faciliteiten in Brussel-Halle-Vilvoorde in mekaar. Het technische knutselwerk werd grondig vervangen door een prachtige nieuwbouw. Het politieke gewrocht is zelfs door een ervaren loodgieter ongemoeid gelaten, is door een voluntaristische optimist niet aangeraakt, en geeft nog steeds aanleiding tot hilarische toestanden.
Zolang de dingen technologisch omschreven kunnen worden, boeken we het ene succes na het andere: als een F1-auto crasht tegen 200 kilometer per uur, wuift de piloot enkele seconden later naar het publiek. Niets aan de hand. Digitale camera’s en plasmatelevisies aan spotprijzen. Hersenscans tonen details die tien jaar geleden sciencefiction leken. Nanotechnologie in de geneeskunde is maar pas aan zijn opmars begonnen. Telkens kan men het probleem goed omschrijven, kan men wegen naar de oplossing testen en kan men slechte wegen laten vallen. Vroeg of laat vindt men wel een echt betere oplossing. Je hebt meestal focus, creativiteit, volharding en geduld nodig. Niet veel meer.
Maar als we niet kunnen rekenen op dit type technische rationaliteit, is en blijft het huilen met de pet op. Ja, we hebben pogingen gedaan om als mensheid te scoren: de universele verklaring van de rechten van de mens, de Amerikaanse grondwet, vele parlementaire democratieën. Het waren zeer geslaagde pogingen om (een deel) van de mensheid op een hoger niveau te tillen, om mensen te bevrijden van willekeur, machtswellust, fanatiek geweld. Maar het zijn en blijven heel broze scheppingen. Vergelijk maar even wat de heer Bush junior doet met de knappe inzichten en merkwaardig vooruitstrevende bedoelingen van de Founding Fathers. Dit is achteruitgang. Dit is terug naar de zwart-wittelevisie met meer sneeuw dan beelden.
Dit onevenwicht tussen ‘weten wat goed is’ en ‘doen wat slecht is’, ervaart iedereen die een dieet tracht te volgen, gevangene is van ‘het systeem’, sommige politici observeert en naar Romeo en Julia kijkt. We zullen er in 2008 ook niet aan ontsnappen. (T)
de auteur is hoofddocent aan de universiteit gent en partner van de vlerick leuven gent management school.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier