Mercedes E 200 Blue Efficiency

Niet minder dan vijf jaar hebben de ingenieurs van Mercedes zitten broeden op de nieuwe E Klasse. En voor hij eind maart in zijn definitieve versie werd losgelaten, had hij er niet minder dan 36 miljoen testkilometers op zitten.

Het verbaast ons geen spat: Mercedes maakte met de vorige generatie van de E geen al te goede beurt. Omdat die op de wereld werd gezet in het tijdperk van de snel opkomende elektronica, met haar onvermijdelijke kinderziekten. De E Klasse zat er vol van, elektronica en kinderziekten.

Maar nu zijn de ingenieurs dus niet over een nacht ijs gegaan. Wie daaruit afleidt dat de nieuwe E een conservatieve auto is, zit evenwel op een verkeerd spoor. Dit is, integendeel, een zeer innoverende machine vol technologie. Met tweeledig doel: comfort en veiligheid verhogen.

Dit rijdende salon bulkt van de rijhulpsystemen, zoals Attention Assist. Een soort vermoeidheidssensor (standaard gemonteerd) die u constant in de gaten houdt en uit allerlei parameters kan afleiden of u nog wel fris genoeg bent om al die kilometers te malen. Indien niet, dan verschijnt een icoontje op het scherm om duidelijk te maken dat u toe bent aan een koffiepauze. We hoorden van collega’s dat het werkt (zelf waren we nooit voldoende uitgeput om het te merken…) en slaagden er zelf niet in om het systeem om de tuin te leiden met geveinsde vermoeidheid. Sterk staaltje: het systeem zit standaard gemonteerd.

Nog meer elektronica die rijden veiliger maakt: Blind Spot Assist, een systeem dat de dode hoeken van de spiegels volgt om ieder nakend contact met een andere auto te vermijden. Of het al bekendere Keep Lane Assist, dat het stuur lichtjes laat trillen als u te onpas een wegmarkering overschrijdt. Ondertussen houdt Distronic Plus de voorrijdende auto in de gaten en gaat automatisch remmen als een contact onvermijdelijk dreigt te worden. Nog eentje? Wel, het Intelligent Light System regelt automatisch de intensiteit van de lichten.

Maar het meest onder de indruk raakten we van de motor. Mercedes belooft een gemiddeld verbruik van maar zes liter voor de 2.2 turbodiesel. Welnu, zonder ons te verlagen tot uitermate zuinig fietsen, maar met een heel gewoon rijgedrag, bijwijlen forse acceleraties om volop van het riante koppel te genieten, en autowegsnelheden die misschien iets boven de limiet lagen, kwamen we rond met 6,5 liter. Heel knap voor een motor van 163 paarden.

+

Afwerking, zeer zuinige motor

–

Akoestische isolatie bij koud rijden

Jo Bossuyt