Meer dan 2 miljoen werknemers mogen stem uitbrengen tijdens sociale verkiezingen

Meer dan 2 miljoen werknemers krijgen tussen 13 en 26 mei de kans om hun afgevaardigden te kiezen in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk. Op de lijsten heeft de liberale vakbond ACLVB opnieuw nummer 1, het christelijke ACV nummer 2 en het socialistische ABVV nummer 3.
Zowat 4.000 ondernemingsraden en ruim 7.200 comités voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) worden opnieuw samengesteld in meer dan 7.000 ondernemingen met en zonder winstoogmerk. De verkiezingsprocedure voor de oprichting van een ondernemingsraad wordt opgestart van zodra een onderneming gemiddeld 100 werknemers telt, voor de oprichting van een CPBW zijn gemiddeld 50 werknemers nodig.
De sociale verkiezingen vinden om de vier jaar plaats. De vorige verkiezingen vonden plaats in 2020, maar werden toen wegens de coronacrisis uitgesteld van het voor- naar het najaar. De sociale verkiezingen van 2020 hadden niet geleid tot grote veranderingen in de krachtsverhoudingen tussen de vakbonden. ACV bleef de grootste.
De christelijke vakbond haalde toen over het ganse land 55,71 procent van de zitjes in de ondernemingsraden binnen, tegen 55,85 procent vier jaar eerder. De socialistische vakbond behaalde 33,46 procent, tegenover 33,94 procent bij de vorige verkiezingen. De liberale vakbond steeg toen van 8,71 naar 9,47 procent van de zitjes. In de comités voor preventie en bescherming op het werk was ACV bij de sociale verkiezingen van 2020 goed voor 57,5 procent van de zetels (tegen 58,03 procent in 2016), ABVV voor 33,25 procent (33,62 procent in 2016) en ACLVB voor 9,26 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier