Macro-economische mist
JEF VUCHELEN
Macro-economen hebben de voorbije jaren veel van hun geloofwaardigheid verloren door crisissen achteraf als onvermijdbaar te verklaren. Velen beweren dat hun voorspellingen bijzonder accuraat waren. Het is enkel spijtig dat weinigen zich die kunnen herinneren. De discussie over het Europese saneringsbeleid ondergraaft het aanzien van de macro-economen nog meer. Over het antwoord op de eenvoudige vraag of een groei stimulerend beleid zichzelf terugbetaalt, zijn de macro-economen verdeeld.
Kritiek op het saneringsbeleid dat sedert het uitbreken van de financiële crisis in vele eurolanden wordt gevoerd, zou dat beleid moeten verbeteren. Daarvoor dienen publieke discussies. Helaas, verder dan naïeve kritiek van de vorm ‘een blinde kan zien dat het beleid niet werkt’, komt men zelden. Het beleid moet totaal worden omgegooid en volop gaan voor het stimuleren van economische groei. Geen macro-econoom die problemen kan hebben met het streven naar meer groei in de huidige omstandigheden. Groei is immers de oplossing voor de meeste, zo niet alle, economische problemen, ook voor de overheidsfinanciën. Maar verder komen ze niet. Er wordt meer aandacht besteed aan het afbreken van het gevoerde beleid dan aan het uitwerken van een haalbaar alternatief. Een verklaring is dat er ook over het groeibeleid geen eensgezindheid bestaat.
Een deel van de macro-economen die een beleidsverandering voorstaan, spreekt zich uit voor het stopzetten van de saneringen. Niet langer snoeien in de sociale uitkeringen, de pensioenen, de salarissen van ambtenaren enzovoort zal de koopkracht verhogen en dus zorgen voor bijkomende groei. Anders uitgedrukt, doen alsof er nooit een crisis geweest is, is de beste weg uit de crisis. Logisch dat zelfs economisch ongeschoolden met open mond naar zulke oplossingen staren. Was dat niet wat een beroemde Belgische minister van Begroting in het begin van de jaren tachtig stelde over het tekort: het was vanzelf gekomen en zal vanzelf weggaan. Is dit trouwens niet het beleid dat Griekenland tot 2009 voerde? De evidente vraag of zo’n beleidsbijsturing niet de hele muntunie zal besmetten met Griekse toestanden, blijft onbeantwoord.
Een andere groep van groeiactivisten pleit voor structurele hervormingen. Ook dat is weinig geloofwaardig want zulke pleidooien worden al twintig jaar gehouden, met weinig succes trouwens. Problematisch is bovendien dat de gunstige gevolgen voor de groei een hele tijd op zich laten wachten. Geduld is nu niet wat gepredikt wordt. Bovendien houden structurele hervormingen het wegwerken van rigiditeiten op onder andere de arbeidsmarkt in. Laat dat nu juist onbespreekbaar zijn voor de linkerzijde, de grote pleitbezorger van het groeibeleid.
Uiteindelijk ontsnapt men moeilijk aan de indruk dat veel energie wordt verspild zonder dat er iets wezenlijks zal veranderen. Als de aanhangers van een groeibeleid zich verheugen op de aandacht die de regeringsleiders aan hun ‘voorstellen’ besteden, zijn ze blij met een dooie mus. Het beleid zal inhoudelijk nauwelijks of niet worden bijgestuurd. Iedere beleidsverantwoordelijke herinnert zich dat in Frankrijk na de verkiezing van François Mitterrand in 1981 heel snel ‘le grand virement’ volgde op ‘le retour du coeur’. Die ervaring illustreert dat alle maatregelen die op kortere termijn de groei verhogen, budgettair veel kosten en daardoor onhoudbaar zijn. De saneringsinspanning wordt dus alleen groter. Het spreiden van saneringsmaatregelen over een langere periode – voor België zou dat een begrotingsevenwicht in 2016 of 2017 inhouden – houdt het gevaar in dat het wantrouwen van de financiële markten wordt aangewakkerd. De afgelopen jaren hebben aangetoond hoe vernietigend financieel wantrouwen werkt.
De discussie over het Europese saneringsbeleid is een gemiste kans voor de macro-economen. Het gevoerde beleid afschieten garandeert in ieder geval voldoende persaandacht en bevestigt zo de reputatie die macro-economen de afgelopen jaren hebben opgebouwd. Spijtig, want het economisch en financieel beleid heeft nog meer dan vroeger constructief weerwerk nodig nu het op Europees niveau wordt beslist.
De auteur is professor economie aan de VUB.
De macro-economen besteden meer aandacht aan het afbreken van het beleid dan aan het uitwerken van een haalbaar alternatief.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier