Marianne Thyssen

‘Waarom de Europese Commissie 1 miljard euro versneld moet investeren in strijd tegen jeugdwerkloosheid’

Marianne Thyssen Europees Commissaris voor Werk, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit en lid van CD&V

Europees Commissaris Marianne Thyssen legt uit waarom ze voorstelt dat de Commissie 1 miljard euro versneld investeert in de strijd tegen de Europese jeugdwerkloosheid.

De Europese Commissie wil 1 miljard euro eerder beschikbaar maken om jeugdwerkloosheid aan te pakken. Waarom doen we dit? Toen ik zo’n 100 dagen geleden mijn huidige functie opnam, was het voor mij overduidelijk dat jeugdwerkloosheid het meest urgente thema is waarover ik me zou moeten buigen. Meer dan vijf miljoen jongeren in Europa hebben momenteel geen baan. Dit komt neer op ongeveer een op vijf jongeren in Europa. In sommige Europese landen zien we een jongerenwerkloosheid van circa vijftig procent. Dit is onduldbaar. In België bedraagt de jeugdwerkloosheid 21,6 %, wat neerkomt op 87 000 jongeren.

‘Waarom de Europese Commissie 1 miljard euro versneld moet investeren in strijd tegen jeugdwerkloosheid’

In een aantal lidstaten lopen we het risico dat een hele generatie niet meer mee is. Dit is niet alleen onverantwoordelijk ten aanzien van onze jongeren, maar het zal in de toekomst ook langdurige negatieve economische en sociale gevolgen hebben. We weten dat een goed opgeleide beroepsbevolking en degelijke onderwijs- en opleidingsmogelijkheden de meest waardevolle troeven zijn van de Europese economieën om stand te houden in een context van toenemende wereldwijde concurrentie. Het is dus duidelijk wat er moet gebeuren: onze jongeren hebben banen nodig.

Spijtig genoeg is dit probleem niet nieuw. De lidstaten en de Europese Unie houden zich hier al langer mee bezig. Bijna twee jaar geleden lanceerde de Commissie de Jongerengarantie. In het kader van de Jongerengarantie moeten de lidstaten ervoor zorgen dat alle jongeren onder de 25 jaar binnen vier maanden nadat zij de school hebben verlaten of werkloos zijn geworden hetzij een goede baan vinden, hetzij een stage of voortgezette opleiding beginnen die hen helpen om later een baan te vinden.

Het doel is enerzijds jongeren reeds in een vroeg stadium, al tijdens hun opleiding, te helpen hun weg te vinden naar de arbeidsmarkt. Anderzijds is het ook de bedoeling om van de kwaliteit van banen en stages een prioriteit te maken. De lidstaten waren het hierover eens en hebben de voorbije jaren plannen en hervormingen ontwikkeld om dit in praktijk te brengen. Ter aanvulling van de nationale begrotingen heeft de Europese Unie EU-fondsen vrijgemaakt om de lidstaten bij deze beleidsmaatregelen en projecten te ondersteunen, met name via het Europees Sociaal Fonds en het zogenaamde Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief.

Het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief wil met een budget van in totaal 6,4 miljard euro ervoor zorgen dat de steun rechtstreeks bij de meest benadeelde groepen terecht komt: jongeren die noch werken, noch onderwijs- of opleidingsactiviteiten volgen. Het initiatief komt de meest getroffen regio’s in twintig lidstaten ten goede. Concreet betekent dit dat als een jongere zich bij de openbare dienst voor arbeidsvoorziening meldt, deze bijna onmiddellijk een reeks mogelijkheden inzake werk, opleiding of individuele begeleiding zou moeten aangereikt krijgen.

Bijna twee jaar na de goedkeuring van het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief beantwoorden de resultaten in de lidstaten helaas duidelijk niet aan de verwachtingen. Lidstaten vinden het moeilijk om het geld vrij te maken voor de opstart van activiteiten en maatregelen. De overheden moeten inderdaad het geld voor de projecten voorschieten en worden pas later vanuit de Europese fondsen terugbetaald. Dit is vooral problematisch voor de lidstaten met de hoogste jeugdwerkloosheidsgraad, aangezien ook zij geconfronteerd worden met de grootste budgettaire beperkingen.

Ik ben ervan overtuigd dat het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief een verschil kan maken, maar na twee jaar is het geld nog altijd niet of in ieder geval niet genoeg bij de jongeren zelf terecht gekomen. Nu wil ik ervoor zorgen dat dit initiatief hen echt vooruit helpt. De jongeren kunnen niet langer wachten. Daarom zal mijn eerste grote wetgevend voorstel als commissaris erin bestaan om voor te stellen dat het budget voor de voorfinanciering van de initiatieven ter bevordering van werkgelegenheid voor jongeren met 1 miljard euro wordt verhoogd.

Dit zal de lidstaten de nodige financiële armslag geven om zo snel mogelijk maatregelen te nemen voor het creëren van banen en stages, evenals onderwijs- en opleidingsprogramma’s. Dit geld zou onmiddellijk ten goede komen van 700 000 jongeren die hier dringend behoefte aan hebben. Als de Raad en het Parlement deze maatregel steunen, kan dit geld heel binnenkort beschikbaar worden.

Natuurlijk kan de Europese Commissie alleen maar het initiatief nemen en ertoe bijdragen dat het verwezenlijken van concrete maatregelen zo vlot mogelijk verloopt. De projecten en hervormingen zullen door de lidstaten zelf moeten worden aangedragen. Ik nodig de lidstaten dan ook uit om van dit geld gebruik te maken en er snel concrete projecten mee te verwezenlijken. Samen kunnen we ervoor zorgen dat dit lukt. Samen kunnen we jongeren opnieuw banen geven. Samen kunnen we de jeugd van Europa de kansen geven die ze verdienen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content