IMF en Wereldbank bikkelen om de stemrechten: ‘China zal niet al te hard proberen zijn zin te krijgen’

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank houden hun jaarlijkse ledenvergadering in Marrakech. Een herziening van de stemrechten staat hoog op de agenda. Blijven de Verenigde Staten de grote baas? Of krijgen de opkomende landen – en vooral China – eindelijk de zeggenschap die hen toekomt?

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ondersteunt financieel noodlijdende landen, de Wereldbank investeert in ontwikkelingsprojecten. Beide mondiale kredietverleners zijn geboren uit het puin van de Tweede Wereldoorlog en worden gedomineerd door het Westen, de Verenigde Staten in de eerste plaats. Niet toevallig zijn beide instituten gevestigd in Washington DC. In de naoorlogse wereld van de vorige eeuw waren de Verenigde Staten immers de natuurlijke leider.

Intussen is die wereld grondig veranderd. China is de op één na grootste economie ter wereld geworden. Maar in de rangorde binnen het IMF en de Wereldbank staat China slechts op de derde plaats als het om stemrechten gaat, na de Verenigde Staten en Japan. In de Wereldbank bijvoorbeeld heeft China een kleine 6 procent van de stemrechten en Japan ruim 7 procent. Die cijfers weerspiegelen helemaal niet het economische gewicht van elk van beide landen. In 2022 bedroeg de Chinese bijdrage tot de wereldeconomie 18 procent, tegenover slechts 4,2 procent voor Japan.

Om die stemrechten zal in Marrakech opnieuw gebikkeld worden, achter de schermen weliswaar. De officiële website van de bijeenkomst afficheert debatten en presentaties over klimaatverandering, duurzaamheid en andere hippe thema’s. “De stemrechten staan wel degelijk hoog op de agenda. En ik kan u zeggen: er is veel frustratie over”, zegt Jan Wouters, hoogleraar internationaal recht en internationale organisatie aan de KU Leuven.

Wie meer te zeggen wil hebben in het IMF en de Wereldbank, moet meer kapitaal ophoesten. In het geval van het IMF gaat het om de zogenoemde quota, financiële engagementen door landen. Hoe meer quota een land toezegt, hoe meer stemrechten het heeft. Maar daar ligt het probleem niet, aldus Wouters. “De IMF-quota worden regelmatig herzien. Ze zijn al aan hun zestiende herziening toe. De westerse landen, met name de Europese landen en de Verenigde Staten, hebben echter veel te verliezen. De belangrijkste beslissingen in zowel het IMF als de Wereldbank vergen een bijzondere meerderheid van 85 procent. De Verenigde Staten en de Europese landen hebben een feitelijk vetorecht, want ze beschikken allebei over meer dan 15 procent van de stemmen. En dat willen ze graag zo houden.”

Daardoor blijft China in de kou staan.

JAN WOUTERS. “Ja. Als je de mondiale economische verhoudingen in acht neemt, moet China de tweede speler worden in het IMF en de Wereldbank. Dat is echter zeer tegen de zin van Japan, en dus ook van de Verenigde Staten en de Europese landen. Je ziet dan ook dat China andere manieren zoekt om zijn invloed te vergroten, bijvoorbeeld via de BRICS (een geopolitiek blok bestaande uit Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika, nvdr). Op een recente BRICS-top in Zuid-Afrika is beslist het blok uit te breiden met landen als Saudi-Arabië, Iran en Argentinië. Achter die uitbreiding vermoed ik de hand van China, die via zijn BRICS-vrienden wil wegen op de quotaherziening van het IMF.”

Zal China daarin slagen?

WOUTERS. “Het zal niet gemakkelijk zijn. De BRICS is een bonte groep autocratieën en democratieën met uiteenlopende belangen. Bovendien zal China niet genoeg hebben aan de BRICS-landen. Het zal nog andere landen moeten zien te overtuigen, wat niet simpel zal zijn. Een autocratisch land als China kan niet overal op evenveel sympathie rekenen. Vergeet niet dat ook Afrika aandringt op een sterkere vertegenwoordiging in het bestuur van het IMF. Onlangs is de Afrikaanse Unie kunnen toetreden tot G20 en het wil nu op dat elan doorgaan in het IMF. Daaraan verbonden is de dringende vraag van de ontwikkelingslanden om meer steun voor investeringen in klimaataanpassing. Die aanpassing zal gigantische inspanningen vergen van die landen.”

Terug naar de quotaherziening bij het IMF. Wanneer raakt die rond?

WOUTERS. “Tegen eind dit jaar zouden er resultaten moeten zijn, hoewel die deadline wellicht niet gehaald wordt. Want het gaat tergend traag. De vrees is dat het op een sisser zal uitdraaien, waarbij elk land verhoudingsgewijs een beetje meer kapitaal investeert, zodat machtsproporties in beide instellingen intact blijven. Er komt dus geen structurele verschuiving die rekening houdt met de positie van China in de wereld. Want de Verenigde Staten en de Europese landen liggen dus dwars.”

Zal die gang van de zaken de geloofwaardigheid van het IMF en de Wereldbank ondermijnen en de geopolitieke polarisering versterken?

WOUTERS. “Dat kan. Maar die discussie over de machtsverhoudingen is niet nieuw, er wordt al meer dan tien jaar over gesproken. Intussen is China zijn eigen weg gegaan. In 2016 heeft China de Asian Infrastructure Investment Bank opgericht, met hoofdkwartier in Peking. De AIIB is bedoeld als alternatief voor de Wereldbank.”

Is het ook een geloofwaardig alternatief?

WOUTERS. “Dat zou ik niet durven te zeggen. Hoewel een aantal Europese landen in het kapitaal van de AIIB is gestapt, is het China dat aan de touwtjes trekt. Dus, ook voor de AIIB speelt een probleem van legitimiteit. Intussen proberen het IMF en de Wereldbank hun beleidsinstrumenten aan te passen. Zo heeft Ajay Banga, de nieuwe voorzitter van de Wereldbank, verklaard dat zijn instelling een veel belangrijkere rol moet spelen in de strijd tegen de klimaatverandering. Goed, maar inzake stemrechten behoudt het Westen maar wat graag zijn dominantie. En daar wringt het schoentje.”

‘Ga er maar van uit dat het IMF en de Wereldbank unieke instellingen zullen blijven met aanzienlijke middelen.’

Jan Wouters (KU Leuven)

Hoelang kan dat schoentje wringen vooraleer China en andere opkomende landen afscheid nemen en hun eigen ding doen? De BRICS heeft al zijn eigen ontwikkelingsbank opgericht.

WOUTERS. “De New Development Bank (NDB), de ontwikkelingsbank van de BRICS, ging pas van start in 2015 en is nog niet zo groot. Ze is ook niet echt opgewassen tegen de Wereldbank. Ga er maar van uit dat het IMF en de Wereldbank unieke instellingen zullen blijven met aanzienlijke middelen. Uiteraard geeft het Westen niet graag zijn invloed af. Hervormingen zullen stapsgewijs gebeuren, maar uiteindelijk de goede richting uitgaan. Dat zal wel moeten, als je beide instellingen een duurzame toekomst wilt geven. Zij willen niet gemarginaliseerd worden. Want vergeet niet: China heeft ondertussen aan veel meer landen leningen verschaft dan de Wereldbank, denk maar aan de Afrikaanse landen.”

U blijft dus optimistisch: het IMF en de Wereldbank zullen niet verkruimelen?

WOUTERS. “Neen, het zullen sterke, universele instellingen blijven waar iedereen bij wil horen. Er is de traditionele dominantie van het Westen, maar anderzijds zijn er al hervormingen geweest die de verhoudingen meer in de richting van de opkomende landen deden schuiven. Momenteel stelt de Chinese economie het niet zo goed. China zal dus niet al te hard proberen zijn zin te krijgen in het IMF en de Wereldbank.”

Amerikaans president Joe Biden wil de financiële slagkracht van het IMF en de Wereldbank met miljarden dollars versterken. Wat moeten we daarvan denken?

WOUTERS. “We moeten nog zien of president Biden het nodige geld zal krijgen van het Amerikaanse Congres. U weet dat het Congres in een diepe crisis zit wegens gebrek aan een voorzitter. De politieke verhoudingen in Washington DC zijn zeer complex. En dan nog, stel dat het Congres wil meegaan in het plan van president Biden, dan zal het geen vermindering van het Amerikaanse stemmenpercentage toelaten in het IMF en de Wereldbank. Er zullen pas meer Amerikaanse middelen komen als ook andere landen evenredig meer geld moeten ophoesten, zodat de machtsverhoudingen gelijk blijven.”

‘De Wereldhandelsorganisatie is structureel veel zwakker dan het IMF en de Wereldbank, en kwetsbaarder voor de geopolitieke spanningen van vandaag’

Het IMF en de Wereldbank zijn opgericht in tijden van multilateraal optimisme. Zullen ze ongeschonden blijven bij de huidige polarisering tussen de Verenigde Staten en China?

WOUTERS. “Ik wil niet al te optimistisch klinken, maar het IMF en de Wereldbank hebben een lange geschiedenis en zijn al door heel veel crisissen gegaan. Ze moeten zich uiteraard aanpassen, en dat doen ze ook. Ik zei al dat vroegere quotaherzieningen meer gewicht gaven aan de opkomende landen, die bovendien steeds meer topfuncties mogen invullen in beide instellingen.

“Mijn bezorgdheid ligt niet in Washington DC, maar in Genève. Daar is de derde pijler van het internationale economische beleid gevestigd: de Wereldhandelsorganisatie (WHO). Zij dateert nog maar van 1995, maar zit in een existentiële crisis. Zij is structureel veel zwakker dan het IMF en de Wereldbank, en kwetsbaarder voor de geopolitieke spanningen van vandaag. De Wereldhandelsorganisatie slaagt er niet meer in belangrijke vrijhandelsakkoorden tot stand te brengen. Ik weet niet of zij relevant zal blijven. Daarmee vergeleken ziet de toekomst van het IMF en de Wereldbank er veel beter uit. Ze lijden aan ouderdomskwaaltjes, maar blijven robuust.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content