Lessen uit twee jaar slechte inschattingen

Marc Buelens

Keren we even twee jaar terug in de tijd. Zo lang geleden is dat nu ook weer niet. We ontsmetten de karren in de supermarkt, raakten de knoppen van de liften niet meer aan, we droegen mondmaskers (maar geloofden er niet echt in), en dachten dat een vaccin nog jarenlang op zich zou laten wachten. De bejaarden in zorginstellingen waren veilig. En de economie? De overheden hadden gelijk dat ze diepe schuldputten groeven, want die zouden zich na de coronapandemie probleemloos vullen dankzij de economische groei en de lage inflatie. De inflatie mocht niet te laag zijn, maar daar zouden de centrale banken wel voor zorgen. De gidslanden waren Taiwan en ook wel China, met hun zero-covid-beleid. In almaar bredere kringen raakte men overtuigd dat een democratie niet opgewassen was tegen een ramp als corona.

We moeten hoogdringend onze economie, onze welvaart, ons samenleven anders definiëren.

Enkele maanden voordien was ik teruggekeerd van een reis door Siberië, begeleid door twee Rusland-experts. Dat land was echt op de goede weg. Als toch wel goed geïnformeerde reizigers zagen we overal meer vrijheid en openheid, ondernemerschap en bijna overal lof op Poetin. Jazeker, hij liet wel eens een persoonlijke tegenstander liquideren – alhoewel, waar waren de harde bewijzen? – maar het volk stond achter zijn president en werd daarvoor in hoge mate beloond door het uitschakelen van de lokale maffia, een verhoogde consumptie, ook van westerse producten, en een sterk verhoogd geloof in het eigen kunnen. Het paradijs op aarde was Rusland natuurlijk niet, maar dat zijn Mexico, India of zelfs de Verenigde Staten toch ook niet? Minder dan drie jaar later durf ik dit alleen met de grootste schroom neer te schrijven. Rusland bewieroken? Dat doe je nu alleen nog als je blind bent.

Economisch zouden we in de nieuwe roaring twenties terechtkomen door een nooit geziene knaldrang, het snelle herstel van de supplychains, de lage inflatie en de afwezige oorlogsdreiging. Niemand gelooft dat nog. Leven we nu post corona? Kijk eens naar de feiten, in eigen kring, in de Belgische statistieken, zo u die nog vindt, en kijk ook eens naar de wereld. Zo ligt de grootste goederenhaven ter wereld, Sjanghai, zo goed als lam.

O ja, we zouden nu moeten werken aan de donuteconomie. Het spijtige is natuurlijk dat ik nooit goed begrepen heb wat dat inhoudt. Ik zal wel onvoldoende openstaan voor nieuwe ideeën. Maar wat zeggen die donuteconomen nu over mijn dure gasrekening, de massale aankoop van pelletkachels en de dieselprijs boven 2 euro? In een roman die ik net las, zegt de heldin dat het erger moet worden voor het nog wat erger wordt. Dat is een persiflage op wat therapeuten vaak zeggen: het moet nog een tikkeltje erger worden voor het echt kan verbeteren.

Wat gelooft u? Dat het nog even wat slechter wordt en dat de zon daarna weer zal doorbreken? Of gelooft u toch eerder die romanfiguur? De meeste mensen die ik spreek, geven me de indruk dat ze eerder de romanfiguur geloven. Moeten we dan superpessimistisch worden en met gebogen hoofd de toekomst afwachten? Dat hoeft niet, maar we moeten wel dringend onze economie, onze welvaart, ons samenleven anders definiëren. Onze bestuurders moeten ons tonen hoe we samen vangnetten kunnen maken die standhouden. Ik laat het aan knappe koppen over (niet aan politici, die de hete adem van de demagogen en de verblinde kiezer voelen) om die netten te beschrijven, onze sociale zekerheid radicaal te herdenken, perspectief te bieden, een mobiliserende visie te ontwikkelen. Ik denk aan een basisloon voor iedereen, een hogere scholingsgraad door radicaal vernieuwende onderwijsvormen, onze democratie stevig hervormen, een andere kijk op ouder worden (is dat nog altijd genieten van een welverdiend pensioen?). Werk genoeg aan de winkel om te herdenken, te hervormen en een nieuw sociaal contract op te stellen.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School

Volg mij op www.marcbuelens.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content