Koop verzekeringen!

Bertrand Veraghaenne, hoofdeconoom van CIC Banque Transatlantique Belgium, dekt zich in tegen onheil op de markten.

Dalende vraag, drukkende schuld, duurzame deflatie… De toekomst is aan de d’s en dan lijkt een depressie niet ver weg. De onheilsbode duikt steeds vaker op de laatste tijd. Panikeren is niet nodig, maar gezien de heersende onzekerheid, moeten we wel actie ondernemen en onszelf beschermen, aldus Bertrand Veraghaenne, hoofdeconoom van CIC Banque Transatlantique Belgium.

Japan en wij

Bertrand Veraghaenne schat de kans dat de geïndustrialiseerde landen opnieuw in een deflatiescenario terechtkomen op 30 %. Niet indrukwekkend zegt u? “Wat als ik u zei dat u 30 % kans hebt om neer te storten wanneer u het vliegtuig neemt? Dat is immens!”, roept hij uit. En bovendien: als de deflatie eenmaal een feit is, dan zitten we er jaren mee! In Japan bijvoorbeeld staat er al twintig jaar op de teller. Ter herinnering: in de jaren 80 heeft er zich in het land van de rijzende zon een prijzenzeepbel gevormd rond (roerende en onroerende) activa (zie grafiek 1). Die situatie heeft geleid tot een balansrecessie voor zowel banken als particulieren. Beide zijn voorrang gaan geven aan het afbouwen van hun schuld en het opschonen van hun balans, wat heel dringend was, aangezien de prijs van de activa zienderogen wegsmolt na de uitzonderlijke stijgingen in de jaren voordien. Het risico bestond dat het bedrag van de terug te betalen schulden hoger zou uitkomen dan de waarde van de gekochte goederen.

De Japanse centrale bank heeft tevergeefs geprobeerd de economie opnieuw aan te zwengelen door de rente te verlagen. Wanneer de belangrijkste economische actoren te hoge schulden hebben, heeft een daling van de rente geen impact meer op de kredietvraag. Aan de ene kant staan de bankiers aarzelend tegenover uitlenen, omdat ze bezorgd zijn om de kwetsbaarheid van hun eigen bedrijf; aan de andere kant neemt de kredietvraag af, omdat particulieren en bedrijven in de eerste plaats streven naar het afbouwen van hun schulden. We hebben het gezien in Japan (zie grafiek 2) en we zien het vandaag in de Verenigde Staten.

Hoe ver staat Uncle Sam met zijn proces van balansopschoning en in welke mate is de Amerikaanse vastgoedzeepbel al doorgeprikt? De meest recente gegevens suggereren dat het (beperkte) herstel van de vastgoedmarkt mogelijk geen lang leven beschoren zal zijn (zie grafiek 3). Erger nog: als we kijken naar de gevallen van Japan en Duitsland en hun voorbije balansrecessie, dan zien we dat de overdreven stijgingen van vastgoedprijzen in die landen gevolgd werden door even overdreven dalingen. Tegelijkertijd bevindt de groei van de inkomens van particulieren zich met iets minder dan 2 % op het laagste punt sinds zeker 1960 (zie grafiek 4). Er bestaat weinig kans dat dit snel en aanzienlijk zal verbeteren. De hoge werkloosheid zal niet van vandaag op morgen verdwijnen, wat een stijging van de lonen in de kiem smoort. De bedrijven hebben geen enkele reden om massaal aan te werven, gezien het grote overschot aan productiecapaciteit en de onzekere vraag. Tegelijkertijd zijn de gezinnen voorzichtiger geworden en sparen ze meer. Maar het is uiteraard onmogelijk om tegelijkertijd uit te geven en te sparen! Kortom: de deflatoire druk is nog nooit zo sterk geweest, besluit Bertrand Veraghaenne (zie grafiek 5).

Schuld en negatieve groei

Volgens het Internationaal Monetair Fonds zal het Amerikaanse bruto binnenlands product in 2010 met 3,3 % groeien en in 2011 met 2,9 %. Die prognose lijkt Veraghaenne niet realistisch. De motor van de Amerikaanse economie is de consumptie en niet de export, en zoals hierboven aangegeven, hebben de gezinnen zich voorgenomen om zuiniger te leven (red.: getuige daarvan het feit dat de meeste supermarktketens van het type Delhaize of Wal-Mart in de VS al meerdere kwartalen op rij hun vergelijkbare omzet zien dalen). Sommigen maken zich sterk dat de Chinese consumptie dat zal compenseren, maar we moeten er rekening mee houden dat het grootste deel van de wereldwijde consumptie nog altijd geconcentreerd is in de geïndustrialiseerde landen… China, dat is pas voor overmorgen! Ook de structurele tekorten zijn iets om rekening mee te houden: 5 % voor de begroting en 3 % voor de handelsbalans in de Verenigde Staten. De inkomsten bedragen 14 miljard dollar, maar het land geeft 25 miljard dollar per jaar uit. Een evenwicht zal nooit bereikt worden en elke renteverhoging zou een catastrofale impact hebben. Een belangrijk twistpunt is de timing van het opheffen van de maatregelen die het land genomen heeft om de economie opnieuw op de rails te krijgen. De omvang van de monetaire en budgettaire stimuli bedraagt 29 % van het bbp, een record. Ter vergelijking: in 1933, na de krach en de Grote Depressie, was dat 8,3 %! Het opheffen of beperken van de stimuli zal niet zonder gevaar zijn en riskeert de economie af te remmen. Al die elementen samen, plus een nieuwe verzwakking van de meeste Amerikaanse economische indicatoren, doen ons de IMF-prognoses met een korrel zout nemen. Volgens ons bestaat er 50 % kans op een zwakkere groei in de volgende vijf tot zeven jaar.

Wat Europa betreft, blijft het gewicht van de begrotingstekorten een probleem, ook al lijkt dat de markten op dit moment minder te verontrusten. Het deflatoire risico is nochtans zeer hoog in de Zuid-Europese landen en men zou zich meer zorgen moeten maken over hun solvabiliteit. De markt onderschat het risico van het domino-effect dat een wanbetaling van Spanje op bijvoorbeeld de Duitse banken zou kunnen hebben. De recente stresstests hielden geen rekening met het mogelijke faillissement van landen. Momenteel lijkt het grote succes van de staatsobligaties, die (onterecht?) als een risicoloze belegging beschouwd worden, ongepast.

In de praktijk

Wat moeten we doen gezien die sombere vooruitzichten? De hoofdeconoom van CIC Banque Transatlantique Belgium verwijst naar de theorieën van Nassim Nicholas Taleb, onderzoeker, voormalig trader en auteur van de bestseller De zwarte zwaan. Of hoe iedereen zei dat alle zwanen wit waren, tot er op een dag een zwarte ontdekt werd: zeldzame en ‘extreme’ of ‘uitzonderlijke’ fenomenen komen vaker voor dan we denken en hun impact is gigantisch. Een voorbeeld: de tien grootste koersbewegingen binnen één dag in de S&P 500 tussen 1957 en 2007 vertegenwoordigen de helft van de return, maar stemmen overeen met minder dan 0,1 % van het aantal tradingdagen.

Elke strategie die kapitaalbescherming als doelstelling heeft, moet een deel van het kapitaal toewijzen aan de aankoop van verzekeringen. Gezien de grote impact van die volatiliteitsfenomenen (hoe zeldzaam ze ook mogen zijn), kunt u zich maar beter goed indekken in plaats van her en der onzekere winsten na te streven. In die optiek en gezien de macro-economische context adviseert Veraghaenne een minimale allocatie van 5 % in goud en van 15 à 20 % in andere deviezen dan de euro. Verder raadt hij ook kortlopende obligaties aan en een onderweging van risicovolle activa zoals aandelen.

Door Béatrice Denis

“De kans dat de geïndustrialiseerde landen opnieuw in een deflatie-scenario terechtkomen, bedraagt 30 %.”

Bertrand Veraghaenne

“Elke strategie die kapitaalbescherming als doelstelling heeft, moet een deel van het kapitaal toewijzen aan de aankoop van verzekeringen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content