KONKURRENTIEBELEID. MISBRUIK MACHTSPOSITIE. De zaak-Magill

Het Europese Hof van Justitie deed op 6 april 1995 de lang verwachte uitspraak in de zaak-Magill (gevoegde zaken C-241 en 242/91-P, RTE en ITP contra Kommissie). De zaak betreft een poging van Magill, een onafhankelijke uitgever van tijdschriften, om door te breken op de Ierse markt van wekelijks verschijnende alomvattende tv-gidsen. Radio Telefis Eireann (RTE), Independent Television Publications Limited (ITP) en de BBC waren in Ierland de enige maatschappijen die de basisinformatie inzake de wekelijks uit te zenden televisieprogramma’s bezaten. Zulke informatie maakt uiteraard een essentieel bestanddeel uit voor het samenstellen van een tv-gids. De televisiemaatschappijen weigerden de informatie door te geven aan Magill, dat zodoende zijn wekelijkse tv-gids niet kon publiceren. Het Hof bevestigde het arrest van de Europese Rechtbank van Eerste Aanleg (REA) en de oorspronkelijke uitspraak van de Kommissie, die de weigering van de omroeporganizaties om een licentie te verlenen aan derden voor de publikatie van wekelijkse programma-overzichten veroordeelden als een inbreuk op artikel 86 van het EG-Verdrag. In zijn uitspraak stelde het Hof dat de televisiemaatschappijen hun weigering om zulke informatie aan derden te verstrekken niet konden baseren op nationale auteursrechten. Een dergelijke weigering, oordeelde het Hof, vormde in dit geval een misbruik van machtspositie volgens artikel 86. Het Hof vond dat RTE en ITP een machtspositie innamen, niet zozeer omdat ze het auteursrecht op elementaire programma-informatie genieten, maar omdat zij alleen over de programma-overzichten beschikten die essentieel zijn voor het produceren van een wekelijks televisieblad. Ze waren aldus in een positie om konkurrentie voor tv-gidsen van de markt te weren door de informatie aan niemand anders te verschaffen.

DE REDENERING VAN HET HOF.

Het Hof argumenteerde dat hoewel de weigering van de houder van een auteursrecht om een licentie te geven op zich geen misbruik van een machtspositie betekent, er onder biezondere omstandigheden wel sprake van misbruik kan zijn. Evenals de REA besloot het Hof dat in dit geval biezondere omstandigheden bestonden, omdat er geen werkelijk of potentieel substituut was voor een wekelijkse tv-gids met programma-overzichten voor de komende week ; omdat er een duidelijke en voortdurende vraag van de konsumenten naar een dergelijke gids bestond ; en omdat de weigering om Magill een licentie te verlenen tot het produceren van een dergelijke gids belette dat er een nieuw produkt op de markt verscheen dat RTE en ITP niet aanboden en waarnaar een vraag bestond. Bovendien konden de aktiviteiten van RTE en ITP in de televisiesektor en in de publikatie van televisiebladen een weigering niet rechtvaardigen. Omdat RTE en ITP weigerden een licentie te geven tot het gebruik van programma-overzichten slaagden ze erin alle mededinging op de markt voor tv-gidsen uit te sluiten.

GEVOLGEN VAN DE UITSPRAAK.

Het biezondere karakter van de uitspraak van het Hof ligt in de mate waarin de mededingingsregels de door de nationale wetgeving beschermde intellektuele eigendomsrechten ter zijde schuiven. De zaak kreeg buitengewone belangstelling van de computerindustrie. Daarvan getuigde reeds de waarschuwing van Leon Brittan ten tijde van de uitspraak van de REA dat de zaak “een duidelijk signaal betekende” voor onder meer de computer- en de farmaceutische industrie. Twee verenigingen in de computerindustrie, Intellectual Property Owners Inc. en het European Committee for Interoperable Systems intervenieerden in eerste aanleg. Maar nu, exact negen jaar nadat Magill zijn klacht bij de Kommissie indiende, laat de uitspraak van het Hof vele vragen onbeantwoord en blijft het wachten op duidelijke richtlijnen. De uitspraak kan grote gevolgen hebben voor houders van auteursrechten en andere intellektuele eigendomsrechten. Voordat ze weigeren een licentie te verlenen, zullen ze moeten nagaan of er sprake is van “biezondere omstandigheden” waardoor ze mogelijk artikel 86 overtreden. Zoals gebruikelijk is de redenering van het Hof voornamelijk gestoeld op de feitelijke situatie en kan men moeilijk met zekerheid voorspellen met welke “biezondere omstandigheden” de houder van een intellektueel eigendomsrecht rekening zal moeten houden om zich niet aan misbruik van een machtspositie schuldig te maken wanneer hij weigert een licentie te geven.

Twee biezonderheden springen in het oog in deze zaak. Ten eerste kennen het Brits en Iers recht als enige in de Gemeenschap een auteursrecht toe op de publikatie van programma-overzichten. Bij het lezen van de uitspraak van de Kommissie, dat door geen van beide uitspraken van de REA respektievelijk van het Hof volledig van de hand wordt gewezen, kan men zich niet van de indruk ontdoen dat de programma-overzichten eigenlijk geen auteursrecht verdienen. Ten tweede wonen de funktionarissen van de Kommissie die bij de zaak betrokken waren in Brussel, in een stad met een uitgebreid aanbod van televisiezenders en konkurrerende tv-gidsen. De konsument zou zwaar worden benadeeld als hij voor iedere omroep een andere gids zou moeten kopen. Vanuit dit perspektief wijkt de positie van de Britten duidelijk af.

KONKLUSIE.

Er bestaat een inherent konflikt tussen een mededingingsbeleid, dat marktopenheid nastreeft, en de exclusieve rechten die aan de houders van intellektuele eigendomsrechten worden toegekend. Het EG-verdrag steunt beide principes, en konflikten moeten geval per geval worden beoordeeld. Vermoedelijk zal de uitspraak in de zaak-Magill leiden tot verdere aanvechtingen bij weigeringen om licenties te verlenen voor het gebruik van intellektuele eigendomsrechten. Ook zal het Hof moeten ophelderen of de uitspraak van toepassing is buiten deze zaak. Het valt nog af te wachten of de zaak in de praktijk de balans tussen de bescherming van het intellektueel eigendomsrecht en het behoud van de mededinging in het voordeel van de mededinging zal doen overhellen.

JEAN-PAUL TIMMERMANS

ALASTAIR GORRIE

Jean-Paul Timmermans en Alastair Gorrie zijn juridische raadgevers bij Price Waterhouse.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content