Koningin zonder kroon
We sluiten deze week ons overzicht van elf belangrijke immobiliënsteden af met Oostende : een stad met enorme mogelijkheden, die echter onvoldoende worden benut.
Haar aanblik zou koning Leopold I bedroeven. Oostende, de Koningin der Badsteden, heeft last van ouderdomsverschijnselen. Een verjongingskuur dringt zich op. Makkelijker gezegd dan gedaan. Het stadsbestuur wil wel, het potentieel is nog steeds aanwezig, maar weerbarstige structuren, de mondigheid van de Oostendenaars en het gebrek aan financiële armslag blijken moeilijk te nemen hindernissen.
TROEVEN.
Van de Oostendse situatie kunnen heel wat Belgische steden alleen maar dromen. Het verkeer wordt Oostende op een ongemeen vlotte manier binnengeleid. Bezoekers komen zonder noemenswaardige hinder van de autosnelweg via de Leopoldlaan tot in het centrum. Al zou een rechtstreekse verbinding van de autosnelweg naar Blankenberge (en dus niet langer via Oostende) de toestand helemaal ideaal maken. Parkeren in de buurt van het casino kan. De zeedijk, de jachthaven, de winkelstraten : alles ligt binnen wandelafstand.
En toch slaagt Oostende er niet in massaal bewoning aan te trekken. Al is de terugloop van het aantal inwoners de voorbije jaren tot staan gebracht. Didier De Gendt van makelaar Château Residenties spreekt op residentieel vlak over een markt met twee versnellingen. Panden tot 4,5 miljoen frank vinden vrij vlot een afnemer, ondanks de concurrentie met de socialewoningbouw. Boven die prijs ligt de verkoop moeilijk. En voor appartementen op de zeedijk vormen vooral niet-Oostendenaars het doelpubliek.
CREATIEF MET KURK.
Volgens eerste schepen (en onder meer schepen van Ruimtelijke Ordening) Jean Vandecasteele en stadsarchitect Frans Decroos doet het stadsbestuur er alles aan om de mensen opnieuw naar Oostende te lokken, bijvoorbeeld via herwaarderingsgebieden en het ontwikkelen van nieuwe woonzones.
Dat moet echter met beperkte middelen gebeuren. Jean Vandecasteele heeft plannen te over, maar een accuut gebrek aan geld. Met een jaarlijks budget van 200 miljoen frank kom je niet ver op het vlak van stadsontwikkeling. Vooral niet als er naast residentiële projecten ook aan andere zaken moet worden gedacht. Het voorzien van nieuwe industrieterreinen bijvoorbeeld. Maar daar is het lot Oostende beter gezind. De stad beschikt nog over zowat 250 hectare industriegrond in de achterhaven. De ontwikkeling hiervan is werk voor de nieuwe dienst voor industriële ontwikkeling. Die zag op 1 januari 1997 eindelijk het levenslicht en moet de Oostendse regio op economisch vlak nieuw leven inblazen.
Geen ogenblik te vroeg, geeft de schepen toe. Het verdwijnen van de traditionele werkverschaffers in Oostende het traditionele toerisme taant en het verdwijnen van de Regie voor Maritiem Transport (RMT) dreigen Oostende zwaar te treffen en de bikkelharde concurrentie met Noord-Frankrijk waar industriegronden nagenoeg gratis worden aangeboden vormen een uitdaging voor de badstad. Met troeven als een ontwikkelde haven en een middelgrote luchthaven moet Oostende volgens Vandecasteele de strijd aankunnen.
Toch zal de stad er waarschijnlijk pas echt bovenop geraken na een grondige opknapbeurt. Een zekere moedeloosheid en fatalisme kenmerken immers momenteel niet alleen de Oostendenaars, maar ook het Oostendse straatbeeld. De nood aan een prestigieus project is groot. Een nieuw of vernieuwd Casino Kursaal leek deze rol te gaan vervullen (zie kader : De Casino-story), maar blijft net als een aantal andere initiatieven voorlopig in de projectfase steken.
OOSTENDE ONTKENDE.
Makelaar De Gendt verwijt de stad besluiteloosheid en hekelt de loodzware en vertragende Oostendse administratie. Maar hij wijst op residentiële projecten die desondanks in volle opbouw zijn : Zeezicht, Marina Mercator, Point Break en Residentie Marie-José (van bOb Van Reeth). Groot voorbeeld voor Oostende moet volgens De Gendt Blankenberge zijn, waar op enkele jaren tijd wel werk is gemaakt van stadsvernieuwing, waar de bevolking terugkeert en waar de toeristen weer toestromen.
Schepen Vandecasteele verdedigt zich. Hij beweert dat er volop wordt gewerkt aan nieuwe initiatieven. Hij wil een ander soort toeristen aantrekken nu het massetoerisme taant, onder meer via het ontwikkelen van all weather resorts als het geplande Frimout-center (ontspanning-educatief), het uitbouwen van attracties als het Domein Prins Karel, het steunen van initiatieven als de expositie Van Ensor tot Delvaux, en het realiseren van een aantal projecten van stadsvernieuwing.
Dat daarvoor creatief zal moeten worden omgesprongen met financiering, schrikt Vandecasteele niet af. Op 7 maart zou het schepencollege de geplande heraanleg van de zeedijk moeten goedkeuren. Het gaat om het meest prestigieuze stuk, tussen de Parijsstraat en de IJzerstraat. De stad betaalt de materialen, het gewest het werk.
Voorts staan hoog op de agenda : de heraanleg van het Wapenplein (in de winkelbuurt) en de Groentenmarkt. Voor een vernieuwde stationsbuurt zijn er vergevorderde plannen. Vandecasteele heeft hiervoor echter het akkoord nodig van de NMBS, De Lijn en het gewest. En om de buurt rond de Van Iseghemlaan (de kleine ring rond het centrum) in een nieuw kleedje te stoppen, hoopt de stad Oostende dan weer op Europees geld via het Urban-project.
Een veelheid aan ambitieuze projecten tegenover een dunne portefeuille, een economische probleemzone en een achterban die zijn geduld verliest. Jean Vandecasteele en zijn coalitiepartners zullen het slim moeten spelen om hun schip veilig naar de haven te loodsen. Snel scoren is de boodschap. Vormt het casinoproject in extremis toch nog het keerpunt ?
Stijn Peeters Geert Wellens
CASINO Symbool van verval of keerpunt ?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier