Koekjes van eigen deeg
In de Stille Kempen staat de grootste koekjesfabriek van Europa. Mondelez International maakt er Prince Fourré, het meest gegeten koekje op het Oude Continent. En toch bouwt de wereldleider in chocolade en koekjes de tewerkstelling in België af.
De bakovens in de fabriek van Mondelez International in Herentals zijn tachtig meter lang. De koekjesfabriek telt dertien productielijnen. Voor Prince Fourré, het meest verkochte koekje in België en Frankrijk (ooit bedacht door de Antwerpse koekjesfamilie De Beukelaer), zijn er vier productielijnen. Ander bekend lekkers uit de Kempense ovens zijn de zoute Tuc-koekjes, ChaCha, Cent Wafers en Bastogne-speculaas. In een vijfploegensysteem wordt jaarlijks 72.000 ton koekjes gebakken. 70 procent wordt geëxporteerd, naar overal in Europa.
Is de fabriek dus de zoveelste parel van de Belgische voedingsindustrie? Niet echt. De voorbije drie boekjaren zakte het aantal werknemers met 130. En dat geldt voor alle vestigingen van Mondelez International in België (zie tabel Stabiele markt, dalende tewerkstelling), terwijl de tewerkstelling in de Belgische voedingsindustrie volgens de sectorvereniging Fevia sinds 2008 met bijna 2 procent is gestegen, naar ruim 88.500 banen.
Bij de grote concurrent Lotus Bakeries is het aantal banen zelfs met ruim een zesde toegenomen. “Onze herstructureringen zijn enkele jaren geleden aangekondigd”, nuanceert Marie-Pascale Sire, algemeen directeur Benelux van Mondelez International. “De Belgische loonkosten zijn hoog. Dat speelt zeker mee. Maar een andere reden was de herziening van de industriële strategie van de groep. We hebben de productie in onze 74 fabrieken in Europa herbekeken. De productiestroom is vereenvoudigd, het aantal productielijnen per fabriek afgebouwd. Ze maken een beperkt aantal producten, maar dan voor heel Europa.”
Wereldwijde afbouw
In Herentals maken Prince Fourré (38.000 ton per jaar) en Tuc (een miljoen koekjes per uur) vier vijfde van de productie uit. Mondelez heeft nog een fabriek in de stad. Die maakt onder meer de bekende Leo-wafels. In Halle staat de chocoladefabriek van het merk Côte d’Or. En in Namen produceert Mondelez de smeltkaas van Ziz. De vier fabrieken hebben één ding gemeen. De tewerkstelling daalt er. In Namen is onlangs een productielijn gesloten. De productie verhuisde naar Polen. Een werknemer kost daar 8 euro per uur, in België is dat 38 euro.
“Mondelez International bouwt overal zijn tewerkstelling af, ook in lagelonenlanden”, merkt Jeffrey Goossens, ACV-vakbondsman in Herentals. Want de op de beurs van New York genoteerde voedingsgigant voelt, ondanks het versnipperde aandeelhouderschap, de hete adem van zijn aandeelhouders in de nek. De onderneming bengelt achter aan het peloton wat winstgevendheid betreft (zie tabel De zwakste in de klas).
In 2014 kondigde de groep opnieuw een herstructureringsplan aan, dat loopt tot 2018. Het kost 3,5 miljard dollar en moet de jaarlijkse werkingskosten vanaf 2018 met anderhalf miljard dollar doen dalen. In het productieproces wordt continu gezocht naar meer automatisering, efficiëntie en optimalisering. Een voormalig vakbondsman wijst er wel op dat de sociale relaties in Herentals “de voorbije jaren vrij respectvol verliepen”. Akkoorden worden nageleefd.
Innovaties brengen leven
Er staat niet enkel druk op de tewerkstelling en door de stroomlijning van de fabrieken. De concurrentie zit ook niet stil. Mondelez International is marktleider in België. Zowel in chocolade als in koekjes heeft de onderneming een derde van de markt in handen. Maar Lotus Bakeries is de voorbije vijf jaar telkens met 2,4 procent in omzet gegroeid in België. Mondelez International niet.
“We werken in een volwassen, stabiele markt”, verklaart Marie-Pascale Sire. “De chocolademarkt, goed voor een winkelomzet van 325 miljoen euro, groeit nog lichtjes. De koekjesmarkt blijft stabiel, met een winkelomzet van 270 miljoen euro. Maar we brengen dynamiek in die markt via innovaties. Consumenten willen nieuwe smaken, producten ontdekken. Côte d’Or in een nieuwe verpakking, met andere ingrediënten, of een nieuwe vorm van Chocotoff. Ze zullen die ook meteen uitproberen. Ons streefdoel is 5 tot 10 procent van de omzet uit innovaties te halen.”
Die innovaties werpen ook een dam op tegen de huismerken van de grootdistributie. “Huismerken zijn in de chocolademarkt onze belangrijkste concurrenten. Via innovaties kunnen we echt iets nieuws brengen, wat een huismerk niet heeft.”
Innovatie is dus belangrijk voor Mondelez, dat wereldwijd elf onderzoekscentra heeft met samen 2650 werknemers. In 2014 investeerde de groep een half miljard dollar in onderzoek en ontwikkeling. Maar in België heeft Mondelez geen O&O-centrum. Het kenniscentrum voor koekjes ligt bij Parijs. Er werken 132 mensen. Dat voor kaas ligt in Duitsland, en voor chocolade in Engeland.
Vroeger was de koekjeswereld Belgischer getint. In de jaren zestig was het legendarische De Beukelaer-Parein de grootste koekjesproducent van Europa. Door ruzies in de families werd de onderneming in 1977 verkocht aan Danone, en later aan Kraft Foods. Mondelez International is het resultaat van een afsplitsing in oktober 2012 van de hoofdzakelijk Noord-Amerikaanse activiteiten van Kraft Foods. Dat ging in het voorjaar op zijn beurt op in de fusiegroep Kraft Heinz Company. Mondelez International heeft zijn marketing- en verkoopkantoor voor België in Mechelen.
Merken en duurzaamheid
Ook de ijzersterke merknamen zijn een troef. In de portefeuille van de wereldwijde marktleider in tussendoortjes steken ook nog Milka, Grany, Philadelphia-kazen, Toblerone en Stimorol. De onderneming heeft ook een belang van 43,5 procent in Jacobs Douwe Egberts, na Nestlé de grootste koffieproducent van de wereld. “Onze missie is heerlijke momenten van vreugde te brengen”, stelt Marie-Pascale Sire. Vandaar overigens de naam Mondelez, die als ‘mon délice‘ wordt uitgesproken.
Naast innovaties en merken is ook duurzaamheid een van de pijlers waarop Mondelez International steunt. “We willen zo veel mogelijk lokaal aankopen”, verduidelijkt Marie-Pascale Sire. “Driekwart van onze koekjes wordt gemaakt met bloem van ons kwaliteitslabel Harmony. Ze komt uit een straal van maximaal 200 kilometer rond de fabriek. Bovendien wordt de tarwe verbouwd op basis van een productiecharter rond biodiversiteit.”
Herentals heeft elke dag 160 tot 175 ton bloem nodig. “We sleutelen aan een proefproject met een tiental Belgische landbouwers, verbonden aan Wal.Agri (de Waalse koepel van Boerenbond-dochter Aveve, nvdr). Het grote probleem in België is dat de bloem niet aan onze kwaliteitseisen voldoet. De Belgische boeren maken vooral bloem voor dierenvoeding.”
Bij Aveve zien ze de samenwerking alvast zitten. “Minder dan één procent van de tarwe in België is nu bestemd voor koekjes”, weet Hendrik Soete, de gedelegeerd bestuurder van Aveve. “Dat komt ook omdat koekjestarwe vooral in het zuiden van Duitsland wordt geplant, een ideaal oogstgebied voor dat type tarwe. Maar wij ondersteunen Harmony, want het levert een premie van ongeveer 5 procent op voor de landbouwer. We hopen dus dat we het areaal voor koekjestarwe gestaag kunnen verhogen.”
Wolfgang Riepl, fotografie Franky Verdickt
“Ons streefdoel is 5 tot 10 procent van de omzet uit innovaties te halen” – Marie-Pascale Sire
“Driekwart van onze koekjes wordt gemaakt met bloem van ons kwaliteitslabel Harmony. Ze komt uit een straal van maximaal 200 kilometer” – Marie-Pascale Sire
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier