Keizers zonder kleren

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

De Eerste Wereldoorlog en hoe het Oude Continent zichzelf in de vernieling reed. Het thema baart bijna een eeuw later nog altijd publicaties bij de vleet. De Britse historica Miranda Carter voegt daar een bijzonder originele bijdrage aan toe, op basis van de biografieën van de drie monarchen van de Europese grootmachten. Alleen de vierde, en eigenlijke aanstoker van het conflict, het Oostenrijkse keizerrijk en Hongaarse koninkrijk, blijft achterwege. Noodgedwongen. Kroonprins Rudolf, zoon van keizer Franz-Joseph I, pleegde zelfmoord in 1889.

Miranda Carter brengt een trio merkwaardige trawanten in beeld. George V, koning van het Verenigd Koninkrijk. Wilhelm II, keizer van Duitsland. En Nicolaas II, tsaar van Rusland. Alle drie waren ze neven. Die betrachting was doelbewust. Innige familiale banden zouden grootschalige conflicten vermijden. Naar het Habsburgse motto: Bella gerant alii, tu felix Austria nube. Je vecht niet, maar je huwt, ter vergroting van je invloedssferen.

Die familiale banden misten hun werking niet. De Duitse Pruisenkeizer had een grootse bewondering voor al wat Brits was. Als de betrekkingen tussen beide staten weer eens hopeloos verzuurd waren, trok één bezoek van Wilhelm in Engeland de boel weer recht. De Pruis kon met zijn mediatieke optredens ook de Engelse massa’s bezielen. De Russische tsaar en zijn Britse collega geleken zelfs fysiek zeer sterk op elkaar.

Maar meer nog schildert Carter een portret van machteloze, wereldvreemde vorsten. Door de eigen koppigheid ondergingen zij een maatschappelijke evolutie, waarbij de monarchie als instituut totaal werd uitgehold. Bovendien was het trio niet meteen het meest bekwame op de troon. George wordt geportretteerd als een luiaard, met de jacht als belangrijkste bezigheid. Zijn Duitse evenknie was vooral een warhoofd. Wilhelm flirtte van het ene naar het andere nieuwe, en almaar groteskere, idee. Of was tsaar Nicolaas wellicht de grootste kluns? Op 15 maart 1917 deed hij troonsafstand. Omdat God het zo wilde, noteerde de tsarina in slaafse lijdzaamheid in haar dagboek.

Miranda Carter toont een trio keizers zonder kleren. De heersers leefden en opereerden in een vacuüm. Ook al was en bleef het een wereld waar enkel jaknikkers waren toegelaten. Kritiek, laat staan tegenspraak, was onmogelijk. Maar het was een wereld waar macht en invloed slechts voor de schijn hoog gehouden werden. Zelfs bij de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog was hun rol minimaal. In Duitsland en Rusland voerden de facto de militairen het bevel.

Miranda Carter werpt met haar drie biografieën een fascinerend licht op het oude, vernielde Europa. Misschien toch één kritiek. De weg naar de Eerste Wereldoorlog, zoals zij die beschrijft, lijkt wel onvermijdelijk. Recentere, en eveneens Britse geschiedschrijvers (Mark Cornwall, Alan Sked), willen dat beeld corrigeren. In hun werk tonen ze hoe de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie na 1900 won aan levenskracht. Alleen kwam dat slotoffensief wat laat. Merkwaardig was ook de sterke groei van de Russische economie net vóór het uitbreken van het wereldconflict. Toch wel een merkwaardige prestatie voor een – volgens Carter – tsarenregime dat op zijn laatste benen liep.

Miranda Carter. George, Nicholas and Wilhelm. Alfred A. Knopf, 2010. 499 blz, 40 euro

Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content