Inflatie, deflatie en andere flaters
Sommige economen en beleidsmakers lijken wel mensen ‘who know the price of everything, but the value of nothing‘. Terwijl economie uiteindelijk toch over waardecreatie zou moeten gaan. In het debat over de afkoelende inflatie (of het ‘deflatiespook’) lijken ze almaar verder van huis af te dwalen, en zelfs het omgekeerde te bereiken van wat we nodig hebben.
Eerlijk gezegd begrijp ik het probleem niet. Als de meest succesvolle bedrijven (bijvoorbeeld in ons land Colruyt) een consistente strategie van prijsverlagingen hanteren en zo veel waarde creëren voor hun klanten, werknemers, aandeelhouders, overheid en ‘de economie’, zorgen zij ook voor deflatie. Wat is daar mis mee, als deze prijsverlagingen het gevolg zijn van een voortdurend streven naar meer efficiëntie, minder verspilling en kostenbesparingen? Is het dat niet wat wij wensen?
En toch… economen, financiële markten en centrale bankiers blijven zeuren over die schamele tienden van een procent prijsdalingen die op ‘macro-economisch’ vlak tot ‘deflatie’ leiden. Steevast wordt dan de dooddoener bovengehaald dat als de prijzen dalen, ‘de mensen’ hun aankopen uitstellen in afwachting van nóg lagere prijzen. Maar dan zouden Wal-Mart, Colruyt of Ryanair toch al lang failliet moeten zijn? Nog nooit heb ik een bewijs gezien dat dit soort cafépraat hardmaakt. En zelfs als het zo zou zijn, wat dan nog? Wat als de mensen zich nu beter voelen door een aankoop even uit te stellen? Duurzame, zinvolle groei, daar gaat het toch om?
Prijsdalingen kunnen ook een gevolg zijn van een verhoogd aanbod, en dus van een goede marktwerking. Als er morgen grote olie- of gasvoorraden gevonden worden, of een doorbraak in zonne-energie, wordt energie prompt goedkoper. Is dat dan slecht voor de economie? Ik begrijp er echt niks van.
Overigens leiden al deze simplistische economische uitspraken al vlug tot zinloze en zelfs contradictorische gevolgtrekkingen. Die hoorden we de jongste weken weer toen Japan de btw optrok en dus de prijzen de hoogte induwde (goed tegen deflatie dus). Maar het is weer niet goed, want… slecht voor de koopkracht. Het omgekeerde horen we dan weer over Spanje, waar alarm wordt geslagen over het jongste ‘deflatiecijfer’, terwijl dat toch de koopkracht moet verhogen.
Alles hangt af van wat achter de al dan niet dalende prijzen schuilgaat. Deflatie die een gevolg is van een slecht functionerende markt of economie, is uiteraard geen goede zaak. Maar om dat te weten te komen, moet je natuurlijk uit je luie statistiekstoel of van je overbelichte spreekgestoelte komen, en kijken wat er achter de gemiddelden zit.
Hetzelfde geldt voor prijsverhogingen of inflatie. Is het geen teken van succes om hogere prijzen te kunnen vragen als gevolg van een volgehouden innovatie-inspanning en waardecreatie. Dat soort inflatie is goed voor ‘de economie’, in tegenstelling tot prijsstijgingen die puur nominaal zijn of het gevolg van machtsmisbruik of een gekrompen aanbod.
Het wordt problematisch als op basis van deze misbegrepen indicatie van deflatie of inflatie grote economische maatregelen worden ingeroepen. Een centrale bank moet in de eerste plaats het vertrouwen in de munt en het financieel systeem vrijwaren en bewaken. Dat betekent het vermijden van hyperinflatie of -deflatie. Dáár gaat het over, niet over de prijs van aardappelen, de nieuwste iPad, of de Mercedes S-klasse.
Door te focussen op een nietszeggend gemiddelde van een paar (tienden van) procenten inflatie of deflatie en de daarmee gepaard gaande alarmkreten, dreigen de beleidsmakers precies het omgekeerde te bereiken van wat zij zouden moeten doen. Ze ondergraven het precaire vertrouwen in de economie in plaats van het te ondersteunen. “Hoe langer deze discussie duurt, en hoe intenser ze wordt, des te groter risico dat het een ‘selffulfilling prophecy’ wordt”, zei ex-ECB-lid Jurgen Stark onlangs. Ik vrees dat hij gelijk heeft, al hoop ik van niet. De tijd is rijp om niet alleen de prijs van alles te meten, maar ook de waarde. En om wat minder naar gemiddelden en globale cijfers te kijken. Bedrijfsleiders en strategieconsultants weten dat al lang.
De auteur is hoogleraar strategie en internationaal management aan Solvay (ULB), KU Leuven en gasthoogleraar aan Insead.
PAUL VERDIN
Wat als de mensen zich nu beter voelen door een aankoop even uit te stellen?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier