“Ik heb tijd tot in 2011”
Banken, budget, economische relance en interprofessioneel akkoord. Dat houdt Yves Leterme (CD&V) naar eigen zeggen bezig als premier. Niet de staatshervorming. “Ik heb tijd tot in 2011.”
Op de salontafel van Letermes kantoor in de Wetstraat 16 ligt een fraai boek dat de gouverneur van Oost-Vlaanderen, André Denys, over zijn provincie heeft geschreven. De eerste minister vindt het prachtig, maar stelt toch vragen bij wat het kost en wie dat betaalt. De foto’s op een ander tafeltje tonen Leterme met de Franse president Nicolas Sarkozy en de Duitse bondskanselier Angela Merkel.
De regeringsleider is een uurtje te laat voor het interview, dat al naar een later tijdstip was verschoven. Overigens, het uitgebreide gesprek had plaats voor de sociale partners rond waren met hun onderhandelingen over een nieuw interprofessioneel akkoord. Leterme schrokt nog gauw een broodje binnen terwijl hij door de gang naar zijn bureau stapt. Er is geen tijd te verliezen. We steken dus meteen van wal. Time is money. En de actualiteit van de jongste maanden heeft ons heel wat vragen opgeleverd.
BANKENCRISIS
TRENDS. Is de bankencrisis voorbij?
YVES LETERME (CD&V). “Neen. Niet internationaal. En ook niet in specifieke dossiers. De afwikkeling van het Fortis-verhaal is nog volop aan de gang en is als het ware live te volgen. Voor Dexia zal op een bepaald ogenblik de beslissing moeten vallen of de Belgische tak zich al dan niet terugplooit op zijn oorspronkelijke activiteiten. Zo ja, dan dienen we daar een strategie voor uit te tekenen.
“Het dossier rond de achtergestelde lening van 3,5 miljard voor KBC is pas afgerond. We krijgen stilaan volledig zicht op de kapitalisatie en de solvabiliteit van Ethias en de holding wordt op 5 januari boven de doopvont gehouden. Ten slotte is er ook het dossier-Kaupthing. Kortom: elke dag is er wel iets. Dat wordt echt onderschat.”
De vrees leeft dat er een tweede ronde komt in de operatie ‘red de banken’. Zal u nog met geld over de brug moeten komen?
LETERME. “De belangrijkste beslissingen zijn genomen. We hebben twintig miljard euro geïnvesteerd en waarborgen toegezegd voor heel grote bedragen. Het is duidelijk dat we, als land met een bruto binnenlands product van 360 miljard euro, bepaalde limieten hebben bereikt. Ik denk trouwens niet dat er nog een vraag van die omvang zal komen.
“Maar ja, het kenmerkende aan de huidige financiële en economische crisis is de grote snelheid waarmee ze is ontstaan en zich heeft ontwikkeld, en de onzekerheid over wat komen gaat. Globaal genomen is het ergste voorbij, maar we blijven waakzaam. Topmensen zoals bijvoorbeeld Luc Coene en Peter Praet van de Nationale Bank en Wim Coumans, kabinetschef van Inge Vervotte, verdienen hierbij een ere-saluut voor het werk dat ze leveren.”
De Chinese overheid kwam aan uw deur kloppen om de belangen van Fortis-aandeelhouder Ping An te behartigen.
LETERME. (prompt) “Ik heb met de Chinese overheid geen enkel contact gehad over Ping An. De mensen van Ping An zelf heb ik één keer ontmoet.”
Begrijpt u dat hun vertrouwen geschokt is?
LETERME. (afgemeten) “Ja, zoals dat van een kleine Belgische aandeelhouder van Fortis.”
Zou u de aandeelhouders niet kunnen tegemoetkomen door de aandelen BNP Paribas in de Fortis-holding te stoppen?
LETERME. “We zullen de zaken na verloop van tijd bekijken en evalueren. Ik ben er wel niet van overtuigd dat BNP Paribas dat zo graag zou zien. Daarvoor zijn de financiële markten nog veel te volatiel. We hebben drie miljard euro liquiditeiten toegezegd om de Fortis-holding drijvende te houden. Heel anders dan bij Dexia, waar ik in anderhalf uur tijd bij de bestaande aandeelhouders een miljard euro heb opgehaald. Laten we eerst kijken welke structuur en welk management er bij de Fortis-holding komen. Ik sluit niet uit dat we nog initiatieven nemen voor de aandeelhouders.”
Zijn er uit de crisis al lessen getrokken over de wijze waarop we de financiële markten moeten controleren? Komen er wijzigingen in de manier waarop de CBFA en de Nationale Bank werken?
LETERME. “We zijn vooral bezig met de concrete dossiers. Het parlement voert zijn onderzoek en wij hebben een groep van acht topmensen in het leven geroepen, de groep-Lamfalussy, die zich over de kwestie buigt.”
Europa blonk in de bankencrisis niet uit door daadkracht. De nationale staten beletten dat.
LETERME. “Dat was zo in het begin, maar wijzigde gaandeweg. De grote lidstaten hadden eind september het gevoel dat ze Europa niet nodig hadden en dat ze het wel alleen klaar zouden spelen. Twee weken later kregen we het activisme van Sarkozy. Vooral bij Merkel is het besef moeten groeien dat sommige banken ook voor haar land te groot waren.
“De Europese instanties, de Commissie op kop, kwamen te laat op gang. Uitgezonderd voorzitter Jean-Claude Trichet van de Europese Centrale Bank. Die verdient de titel van Europeaan van het Jaar. En huidig Europees voorzitter Sarkozy verdient zeer zeker ook een pluim. Hij heeft natuurlijk de Franse belangen verdedigd, maar hij heeft bijvoorbeeld geen misbruik gemaakt van de zwakke positie waarin wij ons bevonden.
“In Europa hebben we tenminste de banken gered. We zaten niet in de huidige misère als ze dat ook in de Verenigde Staten hadden gedaan. De Amerikanen hebben tien tot vijftien jaar boven hun stand geleefd. En bij ons werden al die verhalen over ingewikkelde financiële producten kritiekloos aanvaard. Wie niet de Angelsaksische toer opging, was verkeerd bezig.”
RELANCEPLAN VERSUS BEGROTING
Er is sprake van een relanceplan om het economische tij te keren. Maar u hebt geen geld om dat te betalen.
LETERME. “Ik heb het woord relance-plan nog niet in de mond genomen omdat ik niet de verwachting wil creëren dat we een keynesiaans beleid gaan voeren. Onze schuld ligt nog altijd boven de tachtig procent van het bruto binnenlands product. Het klopt wel dat de schuld van onze partners in de eurozone stijgt en wij al een hele weg hebben afgelegd, maar we moeten voorzichtig blijven omspringen met onze begroting. Bovendien wil ik een marge behouden, want de ramingen over de economische groei worden voortdurend neerwaarts herzien.
“Niet alle maatregelen uit zo’n plan hebben echter een zware budgettaire impact. Neem de soepelere betalingstermijnen voor bedrijven die het moeilijk hebben om btw of sociale bijdragen te betalen. Europa houdt budgettair geen rekening met zo’n maatregel. De Europese Commissie gaat overigens akkoord dat de lidstaten 1,2 procent van hun bbp spenderen om de crisis te counteren, bovenop de mechanismen die een recessie automatisch verzachten; zoals meer uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen of lagere belasting-ontvangsten. Voor mij moet dat, gezien onze schuldpositie, heel wat lager zijn dan 1,2 procent.”
De minister van Financiën, Didier Reynders, had het in een eerste reactie al over een plan van 3,5 miljard.
LETERME. (prompt) “Het zal een heel stuk minder zijn. (nuanceert meteen) Maar het is meer als we de inspanningen meetellen die de gewesten doen en de maatregelen die we al in de begroting voor volgend jaar opnamen. Die bevat honderden miljoenen voor koopkrachtverhoging en belastingverlaging. De indexering van de belastingschalen is op zich al goed voor 1,2 miljard euro.”
Maakt dat laatste deel uit van het relanceplan?
LETERME. “Kijk, we hebben een open economie waarin de export een grote rol speelt. De evolutie van de economische activiteit in Duitsland, Frankrijk en Nederland is even belangrijk als wat wij doen.”
De Duitse bondskanselier, Angela Merkel, houdt de hand wel op de knip.
LETERME. “Ik hoor dat er wel iets komt voor de automobielsector. Maar ik volg haar in haar budgettaire voorzichtigheid. Ik begrijp de vragen naar meer koopkracht en naar vertrouwenwekkende maatregelen voor consumenten en bedrijven. De bouwsector heeft hulp nodig en we moeten de competitiviteit vrijwaren van grote sectoren in onze economie. Maar ik zal de budgettaire sanering niet op de helling plaatsen door de komende weken snel en in paniek maatregelen te nemen waarvoor we de komende tien tot vijftien jaar zullen moeten betalen.”
2007, 2008 en 2009 worden jaren met een begrotingstekort.
LETERME. (onderbreekt) “Het grootste tekort werd in 2005 geboekt. Het was meer dan twee procent.”
U vindt dat de vorige regeringen onder leiding van Guy Verhofstadt niet deden wat ze moesten.
LETERME. “Ik stel dat vast, maar zeg er niet veel meer over. Dat is verleden tijd.”
Gaan we opnieuw naar grote tekorten?
LETERME. “Ik wil het tekort kleiner dan twee procent houden. We zitten natuurlijk in een ander scenario als morgen blijkt dat de economie sterker zal krimpen dan vandaag geraamd. En dat is niet uit te sluiten.”
Kunt u niet in de sociale zekerheid besparen om uw rekeningen uit het rood te houden?
LETERME. “Er wordt gezocht naar bezuinigingen en we leggen een deel van de groei van de ziektekosten opzij. Maar je kunt dat stelsel niet te veel onder druk zetten gezien de aankomende vergrijzing. En door de crisis zullen de werkloosheidsuitgaven stijgen.”
Is er nog iemand bezig met die vergrijzing? Het begin van de pensioenconferentie ging de mist in.
LETERME. “U mag ons niet verwijten dat het in de politieke wereld nu alle hens aan dek is tegen de economische crisis. Overigens, we moeten de kosten voor de vergrijzing anders durven te bekijken. Het steeds ouder worden, is het dividend van maatschappelijke en geneeskundige vooruitgang. De vergrijzing mag ook iets kosten in de besteding van de mensen als ik zie hoe de uitgaven voor toerisme en vrije tijd exploderen.”
PS en cdH vragen een keynesiaans beleid met investeringen in spoorwegen en gebouwen. De liberalen vragen belastingverlagingen. En u hebt geen geld. Hoe gaat u dat laten rijmen?
LETERME. “De lastenverlagingen moeten de competitiviteit van onze ondernemingen ten goede komen en die verminderingen brengen ook op.”
Komen er nieuwe, grote infrastructuurwerken?
LETERME. “Het zijn vooral de lokale besturen en de gewesten die verantwoordelijk zijn voor infrastructuurwerken. De federale overheid neemt 12 procent voor haar rekening en wij gaan vooral de uitvoering versnellen van wat in de pijplijn zit. Het overleg met de gewesten is bijvoorbeeld bedoeld om vergunningen sneller afgeleverd te krijgen. De Walen staan daar verder in dan de Vlamingen. Vooral omdat in Vlaanderen meer mensen wonen op een kleinere oppervlakte.
“Investeren in gevangenissen zal de bouwsector eveneens ten goede komen. Om de begroting te saneren, hebben we bespaard op stenen. Dat kan niet langer. Vlaanderen is klaar met de alternatieve financiering van scholen- en ziekenhuisgebouwen. En federaal komt er een inhaalbeweging in het spoorwegnet en via de Regie der Gebouwen.”
Meer spoorwegen passen in het credo van de groene economie. Maar daar hebben we nog een heel lange weg af te leggen.
LETERME. “Reden te meer om er hard werk van te maken. De gewesten spelen hier een belangrijke rol en onderschat toch niet de grote inspanningen die de industrie en de landbouw zich al hebben getroost. De transportsector moet volgen en de mensen zelf moeten inspanningen doen. Wij kunnen ze helpen door middel van fiscale stimuli.
“In dat kader wil ik ook sterk beklemtonen dat ingrijpende wijzigingen in ons energiebeleid absoluut noodzakelijk zijn. We produceerden twaalf jaar geleden 110 procent van de energie die we nodig hadden. Dat is naar 90 procent gezakt, wat ons afhankelijk maakt en onze betalingsbalans belast. We moeten meer investeren in energieproductie en kernenergie zal de komende twintig tot dertig jaar belangrijk blijven. Anders halen we de normen niet voor de vermindering van de CO2-uitstoot. Voorts kan het niet langer dat dalingen van de energieprijzen worden tenietgedaan door stijgingen van de distributieprijzen. Ik wil de openbare dienstverplichtingen in de energiesector bekijken. In Vlaanderen gaat het over 180 tot 200 miljoen euro die niet via de algemene middelen worden gefinancierd, maar via de distributie.”
COMMUNAUTAIRE GESCHILLEN
Vanuit de Vlaamse regering weerklinkt de boodschap: federale regering, spaar voor bijvoorbeeld de pensioenen en wij zullen investeren. Wat antwoordt u?
LETERME. “De Vlaamse regering moet inderdaad investeren. Ze spendeert nog altijd te veel geld aan gemeenschapsmateries ten koste van het gewest. Ik ga echter niet akkoord met de taakverdeling: de federatie spaart en de deelstaten geven geld uit. Die zouden meer zelf moeten instaan voor de beslissingen die ze nemen. De bedragen die de federale overheid aan overheidspensioenen uitbetaalt, gaan voor twee derden naar voormalige ambtenaren en onderwijzend personeel van de deelstaten. Toen ik Vlaams minister-president was, heb ik gezegd dat ik daar meer voor wou betalen. Dat ging niet omdat de Franstaligen niet mee wilden. Vandaag ervaar ik ook vanuit Vlaanderen te weinig aandrang om daarvoor zelf meer verantwoordelijkheid op te nemen.”
De Vlaamse regering wil taken van de federatie overnemen in plaats van geld opzij te zetten om het Belgische begrotingsplaatje voor Europa te doen kloppen.
LETERME. (prompt) “Ja, en ik heb haar gevraagd een groter deel van de ontwikkelingssamenwerking op haar schouders te nemen om het wettelijk vastgelegde bedrag van 0,7 procent van het bbp te halen in 2010.”
Vlaanderen wil vooral zelf instaan voor het grootstedenbeleid om uw uitgaven te verminderen. Gaat u akkoord?
LETERME. “Ja, we moeten dat overdragen en ik heb goede hoop dat de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap die overdracht bewerkstelligt. Hoe dan ook, de federale regering gaat geen nieuwe contracten met de steden aan en de bevoegde minister Marie Arena (PS) brengt alles in gereedheid om de overgang te regelen.”
Wat hoort u over de gemeenschapsdialoog?
LETERME. “Ik heb de indruk dat hij vordert en hoop dat het dossier van de drie burgemeesters in de faciliteitengemeenten niet te veel roet in het eten gooit.”
Vreest u niet dat het communautaire dossier hoe dan ook opnieuw op uw federale tafel komt te liggen?
LETERME. “Neen. Dat gaat niet. De Vlaamse regering is bevoegd voor die burgemeesters en de keuze is gemaakt voor een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap omdat het federale overlegmodel zijn beperkingen had getoond. Ik heb nog tot 2011 om mijn regeerakkoord te verwezenlijken. De Vlaamse regering tot 7 juni volgend jaar. Ze moet er dus alles aan doen om tot een communautair akkoord te komen.”
Kampt u als Belgische premier niet met het feit dat Vlaanderen zijn bevolking tegemoetkomt en het zuiden van het land dat veel minder kan door geldgebrek?
LETERME. “Dat is inderdaad een van de grote problemen. Neem bijvoorbeeld het kijk- en luistergeld. Vlaanderen schafte het al jaren geleden af. De Franstaligen benen dat nu pas bij en vernemen op hetzelfde ogenblik dat de Vlamingen van hun regering extra inkomsten krijgen uit de jobkorting. We mogen dat echt niet onderschatten.
“Overigens, Vlaanderen moet wel opletten met structurele uitgavenmechanismen die het moeilijk kan terugschroeven. De deelstaten krijgen nu veel geld, maar de gevolgen van de crisis zullen zich ook in hun begrotingen laten voelen. In Vlaanderen stijgt het uitgavenpatroon en ik vraag me af of ze dat geld allemaal even nuttig besteden.”
De Franstaligen hebben schrik voor verarming. Intussen fungeert de federale overheid steeds meer als een financieel doorgeefluik.
LETERME. “Ik zeg al langer dat we de financieringswet moeten veranderen, willen we een federale begroting in elkaar kunnen blijven steken. Er zijn 104 miljard euro inkomsten. We sluizen meteen 56 miljard door: naar de deelstaten, Europa en voor de alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Trek daar nog geld af voor bijvoorbeeld de overheidspensioenen, de rente op de staatsschuld, ontwikkelingssamenwerking en de spoorwegen, en er blijft 16 miljard over voor de kerntaken.
“Meer besparen op de primaire uitgaven (de uitgaven zonder rentelasten, nvdr) kunnen we niet. En we hebben een plan om het ambtenarenapparaat af te slanken. We zullen niet anders kunnen dan de financiële stromen anders te organiseren.”
Zijn de Franstalige leden van uw regering zich daarvan bewust?
LETERME. “Ja, maar het is voor hen niet gemakkelijk om pasklare oplossingen aan te bieden vanuit het perspectief van hun gemeenschap.”
Zijn ze bereid tot onderhandelen?
LETERME. “De bereidheid tot praten, is er. En dat zal onvermijdelijk in de gemeenschapsdialoog moeten gebeuren, waar we een akkoord moeten zien te bereiken waarbij niemand verliest.”
Dat kan toch niet?
LETERME. “Jawel, de winst zit in de activering van de bevolking. Het probleem van België ligt bij de verschillende economische activiteiten in Vlaanderen, Brussel en Wallonië.”
Meer werkgelegenheid, in het bijzonder in het zuiden van het land, zit er niet meteen aan te komen gezien de economische crisis.
LETERME. ( aarzelt) “Dat is effectief juist.”
INTERPROFESSIONEEL OVERLEG
Verwacht u veel ontslagen in de bedrijven?
LETERME. “We hebben in moeilijke economische crisistijden gelukkig nog de troef van de tijdelijke, economische werkloosheid. Ik hoop dat we daarmee veel kunnen opvangen en dat de crisis niet zo lang duurt dat er te veel ontslagen vallen. Er circuleert nu een scenario dat het diepste van de crisis volgend voorjaar komt en dat het vertrouwen zich vanaf oktober-november zal beginnen te herstellen.”
Is er een overreactie van de bevolking?
LETERME. “Ja. Je ziet het aan het instorten van de autoverkoop. Met als gevolg bijvoorbeeld de tijdelijke sluiting van Ford Genk.”
Tijdelijke werkloosheid bij bedienden kan niet. Moet dat veranderen?
LETERME. “De vraag leeft, maar is dat wel financieel draagbaar? Ik wil daar eerst de sociale partners over horen.”
Opmerkelijk toch dat de bevolking de automatische loonindexering niet meer beschouwt als meer loon.
LETERME. “Inderdaad en dat is ook een probleem voor vakbondsleiders. Zij erkennen dat de automatische loonindexering een belangrijke waarborg is tegen koopkrachtverlies en dat ze de kosten voor bedrijven verhoogt.”
De indexering van het nettoloon kan dat laatste verminderen.
LETERME. “Ja, maar dat brengt het staatsbudget in gevaar. We willen onze duit in het zakje doen, maar niet via een netto-index. We denken bijvoorbeeld aan inspanningen voor premies. Ik heb er heel veel voor over dat er een interprofessioneel akkoord komt, maar we dreigen in een derdebetalersysteem terecht te komen waarbij de werkgevers voor de loonbeheersing en de vakbonden voor de koopkrachtverhoging bij de overheid komen aankloppen. Dat kan de begroting en de sociale zekerheid in gevaar brengen.” (T)
Door Guido Muelenaer en Boudewijn Vanpeteghem
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier