‘Ik heb geen week nodig om los te komen van het werk’

ANJA VAN MENSEL "De realiteit heeft mijn dromen overtroffen." © FOTOGRAFIE JONAS LAMPENS

“Vraag me tijdens het weekend naar mijn werk, en ik zal bij wijze van spreken al eens goed moeten nadenken over wat ik precies doe. In de week werk ik nochtans altijd: ‘s ochtends, ‘s avonds laat, op elk moment dat het nodig is. Zelfs terwijl ik op vrijdagavond naar huis rijd, denk ik na over wat ik nog even moet afwerken. Tot ik thuiskom en merk dat mijn baan tijdens de autorit van nummer één naar nummer negen is gedonderd in de lijst van prioriteiten. Al die taken die ik in de wagen nog zat op te sommen? Die werk ik dus bijna nooit af in het weekend.

“In tijden waarin het zo vaak gaat over mindfulness en leven in het moment, stel ik vast dat ik dat van nature doe. Op vakantie heb ik geen week nodig om los te komen van het werk. Dat gebeurt in een handomdraai. Ik slaap ook altijd goed, omdat dat op dat moment mijn prioriteit is. Dat is een zegen, want het maakt dat je niet in slepende zaken blijft hangen. Het nadeel is wel dat ook de leuke dingen soms vluchtig zijn.

“Al weet ik heel goed waar ik enorm van kan genieten. Mijn gezin komt in mijn vrije tijd altijd op de eerste plaats. Ik ging er altijd wel van uit dat er een gezin zou komen, maar het leven dat ik met mijn vrouw en kinderen heb opgebouwd, is nog veel leuker dan ik het me had voorgesteld. Ik zeg vaak dat de realiteit mijn dromen heeft overtroffen, op alle gebieden.”

Rozengeur en maneschijn

“Soms word ik wel overvallen door de griezelige gedachte dat het feestje niet kan blijven duren. Op momenten dat het leven aan mijn voeten ligt en ik het uit zo’n grote beker kan drinken dat ik het bijna niet behapt krijg, duikt de twijfel op. Dan vraag ik me af of er iets ergs aan zit te komen. Gelukkig kan ik dat gevoel altijd snel de kiem in smoren. Ook al omdat mijn vrienden me er dan op wijzen dat het heus niet altijd zo makkelijk ging voor mij. ‘Juist’, denk ik dan, ‘het was inderdaad niet altijd rozengeur en maneschijn.’

“Afgelopen kerstvakantie had ik het ook even moeilijk. Door corona mocht ik mijn vader niet bezoeken in het woon-zorgcentrum, liep mijn dochter thuis de muren op en moesten we op het werk alleen nog maar brandjes blussen. Waar ik in het verleden altijd evenveel energie kreeg van mijn baan als ik erin stak, was het nu vooral veel geven en weinig terugkrijgen. De successen, de premières, de collega’s die je inspireren waren er vorige winter allemaal niet om energie bij te tanken, en dat heb ik wel gevoeld.”

Modus vivendi

“Intussen is dat gevoel allang weer weggeëbd en kan ik alles weer makkelijk van me afzetten. Ik besef wel dat het niet voor iedereen zo eenvoudig is, en dat er mensen zijn die minder flexibel zijn, of eerder denken in problemen dan in oplossingen. Ik heb moeten leren daarmee om te gaan. Vaak gaat het over het geven van tijd. Moeten we na maanden werken aan een project plots de totaal andere kant op, omdat er iets op ons pad kwam, dan breng ik dat bij bepaalde mensen in stappen aan, zodat ze tijd krijgen om eraan te wennen.

“Ik ben niet de geduldigste, maar als dat is wat er nodig is om je team mee te krijgen, dan vind ik dat een kleine moeite. Ik probeer alles ook altijd goed te kaderen, want ik functioneer zelf ook alleen als ik begrijp waarover het gaat. Als je dan te snel schakelt, raak je sommige mensen kwijt en veroorzaak je afstand en frustratie. Vroeg of laat ontploft dat in je gezicht. Dat leerde ik al toen ik nog hoofdleidster was in de jeugdbeweging. Toen ontploften de dingen dikwijls in mijn gezicht, maar ik hoop dat ik er nu een betere modus vivendi in heb gevonden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content