Idee van het Jaar
Processen kunnen Napster nekken, maar het concept achter de onderneming kan een revolutie teweegbrengen in de informatietechnologie en de pc-sector nieuw leven inblazen. ‘Peer-to-peer’ is het nieuwe toverwoord.
Voor het geval u tijdens het recentste stukje van de technologierevolutie een dutje deed: Napster is een piepkleine start-up, gevestigd in San Mateo, Californië. Het bedrijfje werd in september 1999 opgericht door de 19-jarige Shawn Fanning en de 20 jaar oude Sean Parker. Het pakte uit met een nieuw type van software dat mensen toelaat om muziekfiles via internet te ruilen – met het grootste gemak en tegen onklopbare prijzen: gratis namelijk.
Napster, dat 10 miljoen gebruikers kon aantrekken in minder dan tien maanden, is er in geslaagd om de muzieksector op zijn kop te zetten. Daarbij haalde het zich een bits juridisch gevecht op de hals met de Recording Industry Association of America, die ervoor strijdt om mensen ervan te weerhouden kopieën van liedjes in handen te krijgen zonder ervoor te betalen. Die strijd wordt dit najaar door de rechter beslecht.
Het belang van Napster reikt echter veel verder dan het loutere machtsevenwicht binnen de muziekindustrie. Het vertegenwoordigt een nieuw idee, een andere architectuur om informatie uit te wisselen. Niemand minder dan Andy Grove, voorzitter van ‘s werelds grootste chipsproducent Intel, erkent dat “het hele internet door Napster-achtige technologie een heel nieuwe architectuur kan krijgen.” Niemand kan op dit ogenblik zeggen hoe belangrijk dat idee zal worden, noch hoe het de gang van zaken zal veranderen. Maar de mensen ervoeren dezelfde onzekerheid zeven jaar geleden, toen Marc Andreessen en een aantal andere studenten van de universiteit van Illinois een programma ontwikkelden dat Mosaic heette – wat later zou evolueren tot Netscape. Het was de browser die het web introduceerde als een makkelijk te benutten enclave binnen internet.
Zal Napster een soortgelijke revolutie teweegbrengen? Wie zal het zeggen? Het zou bijvoorbeeld de manier waarop internet werkt, kunnen veranderen, door zijn rol als bewaarplaats van informatie te verminderen en het uit te bouwen tot een kanaal waarlangs om het even welke pc-bezitter kan aankoppelen op elke andere aangesloten harde schijf in de wereld. Napster-achtige diensten zouden zich wel eens kunnen ontpoppen tot de volgende killer application, die de vraag naar meer bandbreedte en nog krachtiger pc’s zal aanwakkeren.
Dat is allemaal mogelijk geworden dankzij een technologie die peer-to-peer file sharing genoemd wordt, computerjargon voor mensen die onder elkaar bestanden uitwisselen.
De eerste sector die beeft onder de kracht van die nieuwe wind is de muziekbranche. Vóór de komst van Napster bestond de enige mogelijkheid om muziek van het net te plukken erin om een bestand te downloaden van een website – zoals bijvoorbeeld MP3.com. Het liedje dat u wou, was opgeslagen op een server en het was mogelijk dat duizenden mensen tegelijkertijd hetzelfde nummer wilden ophalen. Geen wonder dus dat overbelaste servers er de brui aan gaven nog voor u ook maar een noot had kunnen downloaden.
Met Napster
daarentegen, bevatten de servers niet veel meer dan eenvoudige directory’s van verzamelingen met digitale muziek op de harde schijven van duizenden geregistreerde gebruikers. De digitale bestanden van de liedjes zelf blijven op de harde schijf van de gebruiker staan. Stel dat u een kopie wil van Nirvana‘s ‘Smells Like Teen Spirit’. U logt dan in op Napster en tikt uw vraag in. De software van Napster verbindt dan uw harde schijf met zijn centraal gebruikersbestand dat u een lijst bezorgt van de actieve gebruikers die liedjes van Nirvana op hun harde schijf hebben staan. Een gebruikersnaam aanklikken en Napster opent een verbinding tussen uw pc en de harde schijf van de gebruiker die u uitgekozen hebt. En hop – ‘Teen Spirit’ wordt in uw richting gezapt. Dus, de muziek komt weliswaar tot u via internet, maar de files die de Napster-gebruikers uitwisselen, worden helemaal niet op het web opgeslagen. (Mocht u zich die vraag stellen: Napster hoopt geld te verdienen met de verkoop van advertenties op zijn site en met de marketing van T-shirts, tickets en dergelijke).
Napster vormde slechts de eerste stap om inhoud te verwijderen van het web. De tweede stap bestond erin ook de centrale directory te elimineren. Precies dat is de truc die uitgedokterd werd door Gnutella, een techniek die zich als een lopend vuurtje onder webkenners verspreid heeft. Vergeleken bij Gnutella is Napster oude koek. In plaats van een centrale server te gebruiken om gebruikers aan elkaar te koppelen, verbindt de software van Gnutella uw harde schijf met al de andere gebruikers die het kan vinden in een web van peer-to-peer-verbindingen die iedereen toelaat om informatie van de harde schijf van om het even welke andere te downloaden.
Het werkt zo:
de eerste keer dat u aanlogt op het Gnutella-netwerk, haalt u speciale software binnen van een Gnutella-website (er zijn er zo’n 20). U tikt vervolgens het internetadres in van een gevestigd Gnutella-gebruiker (als u er zelf geen kent, kan u een lijst opvragen op de website). Uw software verzendt dan een e-mail-achtig signaal dat – om het in Gnutella-taal te zeggen – uw locatie zal ‘afroepen’ en uw aanwezigheid on line meldt. Eens de verbinding met de andere pc verzekerd is, zal uw nieuwe pc-vriend uw aanwezigheid afroepen naar alle andere pc’s die hij tijdens vorige sessies tegengekomen is.
Daarna bent u vertrokken. U zal nooit meer het web moeten gebruiken om andere gebruikers te vinden. Elke keer dat u uw Gnutella-software opstart, zal hij zijn vriendjes erkennen en u opnieuw verbinden met alle harde schijven die op dat ogenblik on line zijn. En die verbindingen brengen uw harde schijf in contact met nog meer nieuwe gebruikers. Als uw oorspronkelijke vriend off line is, dan zoekt het signaal gewoon naar de volgende naam in zijn netwerk van bekenden.
“Het is een soort gesloten maatschappij waarin u moet binnendringen,” legt Gene Kan uit. Die 23-jarige heeft samen met zijn kompaan Spencer Kimball (26) een populaire versie van Gnutella ontwikkeld. “Maar eens u daarin slaagt, is het aantal mogelijke verbindingen eindeloos.” Niet alleen ontsnapt Gnutella volledig aan de controle van om het even welke centrale entiteit, het laat de gebruikers ook toe om een groter gamma van zaken van de harde schijven van andere gebruikers te halen dan Napster. Gnutella-gebruikers kunnen elke vorm van digitale informatie uitwisselen, van Word-documenten tot MP3-muziekfiles of video’s.
Mocht de Amerikaanse
justitie dit najaar beslissen Napster voorgoed het zwijgen op te leggen – wat de platenmaatschappijen vragen – dan is het nog maar de vraag of daar wel iemand mee gebaat zal zijn. Er wordt nu al massaal muziek gratis uitgewisseld via Gnutella en, omdat Gnutella een technologie is en geen onderneming, kan ze ook niet vervolgd of gesloten worden. En zelfs als dat zou kunnen, dan zijn er nog altijd soortgelijke diensten die her en der opduiken. Deze ontwikkeling is immers niet te stuiten.
De mate waarin die peer-to-peer-netwerken de muziekindustrie zullen veranderen is nog onduidelijk. Maar dat er verandering komt, is zeker, en niet alleen voor de platenmaatschappijen. Vergeet niet dat de peer-to-peer-technologie draait rond de uitwisseling van informatie – allerlei soorten informatie. In die zin zou de technologie uiteindelijk de wijze waarop mensen internet gebruiken even grondig kunnen veranderen als Mosaic dat deed.
Eigenaardig genoeg zou een post-Napster-internet best wel eens veel gelijkenis kunnen vertonen met het pre-Mosaic-internet, toen het net nog het jachtterrein was van academici, computerfreaks en militairen. In die beginjaren lanceerden de gebruikers van het net nog geheimzinnige ophaalprogramma’s, die bestanden uit iemand anders’ gegevensbanken konden pikken. Met Mosaic, dat uiteindelijk evolueerde naar Netscape, bracht het net het World Wide Web voort, dat werkt als een gigantisch prikbord waar iedereen bestanden kan ophangen met zaken gaande van tips voor beleggingen tot SM-porno, die dan door surfers kunnen geraadpleegd en binnengehaald worden. Napster en Gnutella zouden ervoor kunnen zorgen dat het net opnieuw een medium wordt waar informatie rechtstreeks geput wordt uit de computers van anderen – behalve dat het zich dit keer tot de massa zal richten. Of zoals Andy Grove zegt: “Het is een beetje ‘back to the future'”.
Alleen,
het zal beter zijn. Een peer-to-peer-netwerk kan sneller draaien dan het web omdat de gebruikers zoeken op ontelbare harde schijven tegelijk. Eerder dan te concurreren met de internettechnologie, kunnen peer-to-peer-netwerken er nieuw leven in blazen.
Peer-to-peer-technologie kan de manier veranderen waarop allerlei instanties informatie verspreiden. In de voorbije lente had Dr. Lincoln Stein van het Human Genome Project een gesprek met de mensen van Napster over de uitbouw van een peer-to-peer-dienst voor de uitwisseling van gegevens betreffende genetica. “Er is te veel informatie (over genen) en er bestaan te veel manieren om genen te bestuderen om ze allemaal te kunnen onderbrengen in een enkele database,” legt Stein uit. Hij ziet het zo: wetenschappers zouden hun voltooide studies op hun harde schijf in een map steken die voorbehouden wordt voor het peer-to-peer-netwerk. Als iemand meer zou willen weten over een bepaald chromosoom, zou hij alleen moeten intikken, laten we zeggen ‘Chromosome 3, Region P13’, om een lijst van bestanden op het scherm te krijgen die relevante gegevens bevatten.
Peer-to-peer-technologie kan ook het machtsevenwicht wijzigen tussen computerproducenten, internet service providers (ISP’s) en telecombedrijven die de trafiek doorheen internet verzorgen. Door een heleboel informatie via internet te laten stromen van het ene knooppunt naar het andere, kunnen peer-to-peer-netwerken beslag leggen op heel wat bandbreedte. Dat schept een probleem. Een aantal universiteiten hebben Napster tijdens de vorige winter gebannen, omdat de downloads van muziekbestanden zoveel ruimte inpalmden op hun supersnelle T1-verbindingen naar internet dat de studenten die echte ‘studie-opzoekingen’ wilden doen, hun werk niet gedaan kregen. Om dezelfde reden is Simon Khalaf, die filesharing-producten ontwikkelt voor Novell, van oordeel dat lokale internet service providers met harde hand zullen optreden tegen de peer-to-peer-diensten. “Op dit ogenblik betalen mensen 24 dollar per maand voor bandbreedte die verondersteld wordt naar het web te gaan,” zegt Khalaf, “ISP’s kunnen niet genoeg aanrekenen om ook harde-schijfgerichte diensten te ondersteunen.”
Maar
peer-to-peer-programma’s zoals Napster en Gnutella, evenals de niet-muziekprogramma’s die nog moeten worden uitgevonden, zouden wel eens de killer applications kunnen worden die uiteindelijk mensen ertoe kunnen brengen om supersnelle verbindingen naar internet te eisen. Dat is dan goed nieuws voor de telecom- en de kabelmaatschappijen, die trachten de consumenten ervan te overtuigen om een paar duizend frank per maand te spenderen aan diensten als DSL (digital subscriber line) en kabelmodems. Het zou ook een verantwoording vormen voor de miljarden die de telefoonmaatschappijen hebben uitgegeven aan het opwaarderen van hun internetruggengraat.
De technologie kan ook een goudmijn worden voor hardwareproducenten. Op een peer-to-peer-netwerk wordt elke pc eigenlijk een server voor elke andere pc. Opdat dergelijke netwerken terdege zouden werken, moet elke pc robuust en gesofistikeerd zijn. Dat zou voor de fabrikanten van computerhardware een heleboel geld kunnen opleveren naarmate de klanten en bedrijven nieuwe pc’s beginnen vragen die nog sneller en krachtiger zijn. Andy Grove van Intel zegt: “Dat systeem zou gebruikt kunnen worden, niet alleen om MP3-bestanden, maar ook databases en documenten op het werk te delen.”
Het gemak waarmee computergebruikers in de harde schijven van anderen kunnen duiken, voert de kwestie van computerbeveiliging naar een nieuw niveau van dringendheid. Het is frustrerend om te beseffen dat uw harde schijf vrij toegankelijk kan zijn voor iedereen die geïnteresseerd is om erin rond te neuzen. De meeste Napster-adepten geven toe dat ze een naar gevoel van indringing hebben de eerste keer dat ze hun harde schijf spontaan horen spinnen en ze beseffen dat een vreemdeling door hun bestanden aan het ploegen is. Gnutella beperkt weliswaar de toegang tot bestanden die in een benoemde map geplaatst worden, maar er zijn maar weinig computers immuun voor slimme hackers die uw financiële gegevens, uw cv of uw persoonlijke telefoonlijst te grabbel kunnen gooien. Ook een ongeautoriseerde inbreng, die uw harde schijf in gevaar kan brengen, is denkbaar. Khalaf van Novell zegt: “Ik zou de gezichten van de gebruikers wel eens willen zien wanneer een virus zoals iloveyou over Napster verspreid wordt.”
Copyright: Fortune.
Bewerking: Raf Pauwels.
amy kover
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier