Erik Bruyland

Hypocrisie over wapenexport, maar geen beleid

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Onze politici moeten nu niet huilen omdat Libische burgers gedood worden met Belgische kogels. Ze zijn er zelf voor verantwoordelijk.

Hoe voer je een ‘economische diplomatie’ in een wereld waarin twee derde van de leden van de Verenigde Naties autoritaire regimes zijn of schijndemocratieën? Met de globalisering van de wereldeconomie werd ‘economische diplomatie’ overal een topprioriteit. En wanneer in een land een wapenindustrie actief is die duizenden banen en technologische innovatie oplevert, hoort ook de promotie van die business tot het takenpakket van diplomaten en regeringsleden.

Zolang er geen bloedbaden of wreedaardige oorlogen zijn, is dit trouwens amper gespreksonderwerp of aanzet tot gehuil in de media. Ook in ons parlement wordt nauwelijks gedebatteerd over het buitenlandbeleid. Tenzij bij emotionele opstoten, met de bekende clichés.

Niemand stelde vragen bij een economische handelsmissie naar Libië, tot kolonel Khadaffi zijn ware gelaat toonde. Ook de aanwezigheid van minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) op de wapenbeurs van Abu Dhabi om daar Belgisch wapentuig aan te prijzen, zou zonder de Arabische revoltes ongemerkt voorbijgegaan zijn. Dat de Waalse regering contractueel garanties afdwong van de Libische leider om de FN-wapens alleen voor humanitaire doeleinden in te zetten, is de hypocrisie ten top. Tenzij het getuigt van een ongeziene naïviteit.

Is hiermee gezegd dat alles mag en kan? Neen. Je kunt en moet diplomatieke relaties onderhouden met allerlei regimes, wrede dictaturen incluis. Maar daarom hoeft men ze nog niet te omhelzen. En dat is wat er gebeurt: de koningen van Bahrein, Jordanië en Saudi-Arabië kregen net vóór de volksopstanden een uitnodiging in de bus voor het huwelijk van de Britse prins William. En het geflikflooi van Belgische excellenties met de Congolese president – door het weekblad ‘Jeune Afrique’ bestempeld als ‘ Mobutu light’ – moet tegenwoordig in Kinshasa de klare taal van Karel De Gucht (Open Vld) doen vergeten.

Ook de wapenindustrie doet aan marketing om haar waar verkocht te krijgen. Naast FN-geweren, kocht Khadaffi Franse en Britse antitanksystemen en was Italië in zijn eentje goed voor meer dan een derde van de 600 miljoen euro Europese wapenleveringen aan Libië. Alleen de Europese Unie (liefst in tandem met Washington) kan eensgezind bindende en afdwingbare regels opstellen voor de wapenindustrie. Om te verhinderen dat deals met ‘goede vrienden’ toch doorgaan en achteraf onderzoeken naar fraude tegengewerkt worden. Dat laatste deed de Britse premier Tony Blair met de miljardenverkoop van wapenapparatuur door BEA Systems aan de Saudische royals, maar hetzelfde gebeurt in andere landen.

Hier geldt, zoals vaker, het primaat van de politiek en van de diplomatie. De wapenindustrie afschaffen of verhuizen naar opkomende economieën (FN produceert al in Afrika en Azië) maakt ons op termijn kwetsbaar tegenover nieuwe grootmachten als China, India, Iran of Pakistan. Politiek en diplomatie moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Want zie in welke belachelijke situatie we nu verzeild zijn: de Arabische dictators die tot voor kort ‘goede vrienden’ waren om ons te beschermen tegen islamisten, blijken nu onbetrouwbaar. En hun vijanden, de islamisten, worden mogelijks ‘goede vrienden’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content