Hu jintao, China

Hu Jintao was de voorbije dagen alweer op safari bij zijn Afrikaanse vrienden. Niet verwonderlijk, want de Chinees-Afrikaanse handelsstromen zijn sinds 2002 verviervoudigd tot meer dan 42 miljard euro. Angola is over Saoedi-Arabië gesprongen als China’s belangrijkste olieleverancier en ook Niger en Soedan sturen het zwarte goud. Andere grondstoffen volgen: bauxiet uit Guinee, uranium uit Namibië, koper, kobalt en edele metalen uit Congo en Zambia. In ruil is Peking genereus met goedkope kredietfaciliteiten, aanleg van wegen, bruggen, spoorwegen en havens. Vragen over mensenrechten of ‘degelijk bestuur’ komen daar niet aan te pas. De Chinezen promoten hún ontwikkelingsmodel, dat naar eigen zeggen “zijn succes in China bewezen heeft en dus perfect compatibel is met autoritarisme” (laat staan ‘democratisch autoritarisme’ á la Chávez). Het Westen kijkt met argusogen toe. Angola kreeg van de Chinezen bijvoorbeeld een goedkope lening van zowat 1,53 miljard euro, waarmee Luanda het IMF en zijn economische hervormingen een neus kan zetten.

In zijn nieuwe boek The Writing on the Wall: China and the West in the 21st Century haalt Will Hutton dat Chinese ontwikkelingsmodel onderuit. Hij krijgt daarvoor applaus van Martin Wolf, chief economist van The Financial Times, die ook van mening is dat China – ondanks zijn onloochenbare successen in armoedebestrijding de voorbije 25 jaar – zijn tweeslachtige systeem van autoritair leninisme en halfslachtige kapitalisme niet kan volhouden.

Het ziet er niet naar uit dat Hu Jintao, die na het congres van de Chinese Communistische Partij (CCP) in november een tweede termijn als partijsecretaris ambieert, daartoe bereid is. “Hu Jintao regeert over een staat die vandaag beter gefinancierd wordt, beter georganiseerd is en meer gecentraliseerd dan in 1993,” schrijft Hutton. Onlangs nog riep de president de CCP op haar greep op de Chinese maatschappij niet te verzwakken.

Toen Hu Jintao in 2002 aan de macht kwam, waren de eerste signalen van sociale onrust op het achtergebleven platteland hoorbaar. Hu vroeg meteen aandacht om de gapende kloof tussen de rijke kustgebieden (gemiddeld jaarloon van 900 euro) en het arme binnenland (gemiddeld jaarloon van 173 euro) te dichten. Vijf jaar later is het aantal boerenopstootjes alleen maar groter. Onder Mao was iedereen arm, vandaag is de rijkdom geconcentreerd in enkele handen. Slechts 1 % van de gezinnen controleert 60 % van de welvaart, corruptie is wijdverspreid.

Hu Jintao is uit hetzelfde autoritaire hout gesneden als zijn voorgangers en looft de zusterpartijen van Cuba en Noord-Korea. Hutton wijst erop dat zowel de Oeso als de Wereldbank in recente rapporten over China “tegelijk de enorme vooruitgang prijzen en hun bezorgdheid uitdrukken over de lange weg die nog moet worden afgelegd naar een volwaardige vrije-markteconomie.” De Verenigde Staten dienden vorige week klacht in bij de Wereldhandelsorganisatie, omdat China nog altijd zijn uitvoer zou subsidiëren, Japan overweegt eenzelfde stap.

In China zelf steekt protectionisme stilaan de kop op: “Er gaan stemmen op om buitenlandse participaties in de economie te beperken, meer bepaald vanwege staatsbedrijven en Chinese privébedrijven die hun belangen afstemmen op die van de partij,” zegt Jan Borgonjon, voorzitter van InterChina Consulting in Peking. “Na 27 jaar opendeurpolitiek zit China op een overvloed aan kapitaal en heel wat binnenlandse ondernemingen vinden dat ze intussen voldoende management in huis hebben om te slagen zonder buitenlandse partners.”

Hu Jintao zit tussen twee stoel en. “De Chinese groei parasiteert op kennis en instituties die elders ontwikkeld werden,” aldus Martin Wolf. Wat oliemanna voor de groei van Rusland, Iran en Venezuela betekent, zijn de massale buitenlandse investeringen in China – meer dan de helft van de Chinese export komt op rekening van buitenlandse bedrijven. “Als dat systeem hapert, omdat het economisch of politiek begint te knarsen, is het waarschijnlijk dat nationalistische reflexen de bovenhand zullen halen. Dan kan het er wel eens gaan spannen op wereldvlak,” waarschuwt Hutton. Volgens hem moet China – om zijn systeem werkbaar te houden – dringend het communisme loslaten, en echte vrije instituties en botsende meningen toelaten.

Keetschopper?

JA: De onderwaardering van de yuan veroorzaakt onevenwichten in handelsstromen. Merk ook de niet-naleving van WTO-regels op. Interne sociale onrust en protectionisme nemen toe. Geostrategische ambities in Afrika ondermijnen IMF-voorschriften.

NEEN: De Chinese communistische partij zegt economische hervormingen door te zetten en de yuan geleidelijk op te waarderen. China stimuleert economische groei in Afrika en stelt zich pragmatisch op in de werelddiplomatie.

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content