Hoe krijgt u overheidsgeld voor uw businessidee?

Luc Huysmans senior writer bij Trends

U hebt het gevonden: een nieuw soort fiets, een matras met antisnurksysteem of frieten waar u niet dik van wordt. Helaas, u hebt nog geen geld om te investeren. Misschien biedt het Vlaams Innovatiefonds (Vinnof) een oplossing.

Welgeteld 75 miljoen euro stopt de Vlaamse regering in 2005 in het nagelnieuwe Vlaams Innovatiefonds (spreek uit: Vinnof). Als het van Vlaams minister van Economie Fientje Moerman (VLD) afhangt, kan u er nog dit jaar aankloppen . Eerst moet de Europese Commissie wel haar goedkeuring geven, wat in het najaar zou kunnen gebeuren.

Het Vinnof moet creatievelingen helpen die met hun businessideeën bot vangen bij de banken en andere financiers. Niet iedereen onthaalt een idee, hoe spectaculair ook, op enthousiasme. Vernieuwers zitten immers in een risicogroep. De helft van de innovatieve bedrijven bijt in het zand. Als ze al overleven, bieden ze de eerste jaren een armetierige return van gemiddeld 2 tot 3 %.

Bron 1: de Vriendenlening

Bovendien schrijven we 2005. Dit is het bibberende tijdperk waarin waaghalzen en andere vernieuwers van het dotcomwalhalla in de stagnatiehel tuimelden. De cijfers rillen mee: in 1999 telde België 265 miljoen euro risicokapitaal, vandaag amper 28 miljoen euro. In 1999 spendeerden de verschaffers van risicokapitaal 40 % van hun middelen aan zaai-investeringen, vandaag nauwelijks 10 %. Nu pompen de venture capitalists hun middelen liever in management buy-outs.

Als de banken niet meewillen, overtuigt u misschien wel iemand anders. Ouders die u altijd al geniaal gevonden hebben? Een suikertante die wel wat couponnetjes veil heeft voor haar favoriete neefje of nichtje? Of spelen ook zij liever op veilig? Dan rest alleen de overheid. Neen, niet het OCMW, maar – ook vanaf 2006 – de Vriendenlening, de Vlaamse vertaling van de Nederlandse Tante Agaat-regeling. Concreet: uw leninggever mag zijn investering (maximaal 50.000 euro) fiscaal aftrekken. “60 % van de ondernemingen wordt opgericht met een kapitaal van minder dan 50.000 euro,” verduidelijkt minister Moerman die afbakening.

Bron 2: Vlaams Innovatiefonds

Of bent u moederziel alleen op de wereld? Laten we aannemen dat u net genoeg geld hebt om uw bedrijf zonder hulp te starten. Dan creëert u een van de 4000 innovatieve bedrijven die elk jaar in België het levenslicht zien. Amper 8 tot 9 % van de nieuwe ondernemingen (48.000 per jaar in België) komt in aanmerking voor risicokapitaal. De rest zijn juridische dochters van KMO’s en multinationals, bruisende pittabars en hardwerkende aannemers: absoluut respectabel, maar niet innovatief.

Zet uw bovenste hemdknoopjes nog maar wat verder open, want volgens Amerikaans onderzoek zijn de 5 % innovatieve bedrijven in de VS verantwoordelijk voor 80 % van de werkgelegenheid. U bent dus een jobmotor, wat meteen de interesse van de Vlaamse regering verklaart. Helaas, van de 4000 Belgische vernieuwers krijgen er slechts 120 dat broodnodige risicogeld toegestopt.

Bron 3: Arkimedes en de andere

“Ik geloof niet in overheidsinstellingen die businessplannen doorlichten, maar de overheid moet wél ageren wanneer de markt desinvesteert,” stipt minister Moerman aan. Vandaar het Vlaams Innovatiefonds. Dat past keurig in een ketenbenadering van de levenscyclus van een bedrijf: voor elke fase wordt een begeleidingsinstrument gecreëerd. Vriendenleningen (hoog risico voor het bedrijf, iets minder voor de vrienden) en het Vinnof begeleiden uw idee tot het rijp is om kapitaal te zoeken ( pre-seed) bij Business Angel Networks of een beroep te doen op de Arkimedes-regeling, tot u uiteindelijk klaar bent om op de markt het geld te vinden om verder te expanderen. En bent u al een tijdje bezig en wil een bank meer waarborgen, dan kan u nog een waarborglening krijgen. In principe is het mogelijk dat u al die subsidiebronnen aanboort.

Wijze 1: via erkende fondsen

Alle moeite van staatssecretaris Vincent Van Quickenborne (VLD) ten spijt, blijven veel ondernemers nogal huiverig voor overheden. Paperassen, formulier E512, bewijs van goed gedrag en zeden en na 16 uur de deuren potdicht: het verschil tussen feiten en stadslegendes valt al lang niet meer te trekken. Dus wilt u wel bij Vinnof aankloppen? “Vinnof creëert geen extra administratie,” beklemtoont minister Moerman. “Elke ondernemer heeft al een businessplan en verder heeft hij geen extra documenten nodig.”

Met een beetje geluk moet u er zelfs helemaal niets voor doen. Er zijn immers drie wegen om middelen aan te trekken van het Vlaams Innovatiefonds. Zo kunt u per euro die u krijgt van een door Vinnof erkend zaaikapitaalfonds, er nog een euro bovenop krijgen. Tot dusver zijn er vijf dergelijke fondsen actief: Gemma Frisius, Baekelandt Fonds, Antwerp Innovation Center, Brussels I3 Fonds en Imec Incubatie Fonds. Die fondsen nemen de investeringsbeslissing autonoom. Vinnof keert maximaal 500.000 euro uit, zonder zelf nog een due diligence te doen.

Wijze 2: via het IWT

Dat doet Vinnof ook niet wanneer u al steun krijgt van het IWT, het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie, waarbij als extra randvoorwaarde wel wordt geëist dat ten minste 20 % van de totale investering privé-geld is en het bedrag beperkt blijft tot 100.000 euro. In dat geval investeert Vinnof onder de vorm van een achtergestelde lening met een voordelige interestvoet. Bovendien kunnen deze ondernemers in een volgende fase worden gefinancierd via de zaaikapitaalfondsen of Vinnof zelf.

Wijze 3: via PMV

De derde manier: bel de Participatie Maatschappij Vlaanderen (PMV), waarvan Vinnof een dochter wordt. Ook hier kunt u maximaal 500.000 euro krijgen, op voorwaarde dat 20 % van de totale financiering privé-geld is. Stipt de minister aan: “U hoeft ook niet langs te gaan bij het kabinet om nog paperassen in te vullen. Zowel de analyse als de keuze van het dossier gebeurt door de financieringsexperts van PMV, die indien nodig een technisch assessment kunnen laten uitvoeren door het IWT.”

Concludeert Moerman: “Uiteindelijk gaat het om de omzetting van onze onderzoeksactiviteiten naar economische bedrijvigheid. Veel vernieuwers botsen op geldgebrek en dat willen we op deze manier verhelpen.”

Nog één tip: indien u echt innovatief wil zijn, vergeet u best de matras met antisnurksysteem. Dat product bestaat al.

Luc Huysmans

“Vinnof creëert geen extra administratie. Elke ondernemer heeft al een businessplan. Extra documenten heeft hij niet nodig.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content