Het land van Koning Isbjírn
Svalbard, beter gekend onder de naam Spitsbergen, is zonder twijfel de meest extreme plaats in Europa. Wie een originele bestemming zoekt voor de zomer van 2000, zal hier ongetwijfeld zijn gading vinden. Met een ijsbreker langs de onderkoelde fjorden varen, onder een stralende middernachtszon tussen gigantische ijsbergen slalommen, en vooral oog in oog komen te staan met de ijsbeer, Koning Isbjírn, de grootste van alle carnivoren – dat zijn reiservaringen die zelfs een doorgewinterde reiziger niet gauw zal vergeten.
Geen enkele touroperator kan natuurlijk garanderen dat u de ijsbeer daadwerkelijk zal zien. Zelfs ‘reisbouwer’ Herman Hannon niet, en die heeft toch heel wat ervaring in de poolgebieden. Maar wanneer u met een stel ervaren natuur- en reisgidsen op pad bent en het roer in handen is van een bijdehandse kapitein, is de kans wel bijzonder groot dat u een reis naar Spitsbergen kunt bekronen met een persoonlijke ontmoeting met dit imposante roofdier.
Gedurende onze twaalf dagen durende vaartocht rond het grootste eiland van de archipel, hebben we er zes te zien gekregen. Qua aantal niet eens zoveel in vergelijking met andere cruises. Maar we hebben de gelegenheid gehad om twee beren gedurende uren tussen de ijsschotsen te volgen, en één likkebaardend exemplaar vanop tien meter vanuit de zodiac in de ogen te kijken. Ik kan het u garanderen: die blik en die zwarte tong die hongerig langs een enorme berenmuil strijkt, dat vergeet je nooit meer.
Het welslagen van zo’n polaire cruise hangt inderdaad af van de ervarenheid van de gidsen en de stuurmanskunsten van de kapitein. Akkoord: ook de barman kan een grote rol spelen in het welslagen van de onderneming. Want als je – op 800 km van de geografische noordpool – voluit van de middernachtszon wil genieten, dan moet de scheepsbar lang genoeg open blijven… Thanks, Jim! Maar we hadden het over beren e.a. natuurverschijnselen.
IJsberen – die nota bene bijna dezelfde schutskleur hebben als hun omgeving – kan je alleen maar spotten door zéér geduldig urenlang de horizon af te tasten met geoefende ogen en een verrekijker en als het ware aan te voelen waar het dier zich kan schuilhouden. Expeditieleider Rini van Meurs van Oceanwide heeft er al meer dan 70 cruises opzitten, wat zich vertaalt in een uitzonderlijke kennis van en fingerspitzengefühl voor de natuur van Spitsbergen en haar bewoners.
In zulke onherbergzame en afgelegen gebieden – buiten het bereik van satellieten en uitsluitend aangewezen op radioverbinding – is het nog om andere redenen belangrijk door ervaren reisleiders gecoacht te worden. Door een zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden maakten we het tijdens de reis mee dat twee van de veertig passagiers bij de landingen een beenbreuk opliepen en bijgevolg geëvacueerd dienden te worden. Voor alle duidelijkheid: de beenbreuken hadden niets te maken met de moeilijkheidsgraad van de voettochten, het geaccidenteerde terrein of risicogedrag, maar waren uitsluitend het gevolg van banale slippertjes die op elke wandeling kunnen voorkomen.
De manier echter waarop de evacuatie georganiseerd werd vanop het schip en vanuit de hoofdplaats Longyearbyen was werkelijk schitterend. De eerste rudimentaire verzorging werd aan boord toegediend door de Russische scheepsarts en binnen het uur was de helicopter aanwezig, met aan boord een team van zes mensen medisch personeel. De veiligheid op de archipel staat onder toezicht van de plaatselijke Noorse gouverneur, de Sysselman. De veiligheidsagenten noemt men dan ook de “sysselmannen”. Het zijn deze sysselmannen die instaan voor de naleving van de zeer strenge milieuvoorschriften én voor de veiligheid van de bezoekers. Het systeem werkt perfect. Ook dat maakt de kwaliteit van een reis: te weten dat men zelfs in de poolgebieden in veilige handen is! Een goede reisverzekering is uiteraard een must.
Is het nu Svalbard of Spitsbergen? De Noren e.a. Scandinaven zweren bij de viking-naam Svalbard. De Hollanders e.a. inwoners van de Lage Landen houden het bij Spitsbergen, de naam die de onfortuinlijke ‘ontdekker’ Willem Barents in het jaar 1596 aan de eilanden heeft gegeven. De Nederlandse ontdekkingsreiziger, die op zoek was naar een noordoostelijke doorvaart richting China, zal later tijdens de dramatische overwintering op Nova Zembla om het leven komen.
De vikings en hun afstammelingen gaan echter terug op IJslandse kronieken – Islandske Annaler – uit 1196 waarin sprake is van het land Svalbard (d.w.z. de koude kust), “de meest noordelijke grens van de oceaan, op vier dagen zeilen van IJsland”. Er zijn echter nooit restanten gevonden van nederzettingen of schepen van de vikings.
Ook de Russen – of beter gezegd: de Pomoren – gaan er prat op Willem Barents te zijn voorafgegaan. Zij menen zelfs de bewijzen – overblijfselen van houten woningen – in het museum van Barentsburg te kunnen tentoonstellen. De geschiedenis heeft vele gezichten.
Volgens Louwrens Hacquebord die als archeoloog verbonden is aan de universiteit van Nijmegen en al 20 jaren opgravingen verricht in Spitsbergen, was Barents de eerste. “We hebben sporen gevonden van alle Hollandse en Britse walvisstations”, zegt hij voor zijn tent in Midterhuken. “Als er voorgangers waren geweest, hadden we daarvan overblijfselen moeten terugvinden.” Hacquebord heeft respect voor zijn vaderlandse geschiedenis. Met drie landgenoten logeerde hij afgelopen zomer nabij een oude Engelse blubbersmelterij. Voor alle duidelijkheid: de term blubber betekent zowel in het Nederlands als in het Engels “walvisspek”. Het team archeologen had enkele dagen tevoren nog nachtelijk bezoek gekregen van een ijsbeer die zich tot op 3 meter van de tenten had gewaagd en door het alarm werd afgeschrikt. Met geweerschoten in de lucht hadden de koene Hollanders de hongerige beer teruggedreven. Een Nederlands journalist die een reportage aan het maken was over de archeologische site, maakte van onze komst dankbaar gebruik om als een ‘verstekeling’ aan boord van het schip te klimmen en het ‘berenkamp’ definitief achter te laten…
Beren kan je beter vanop een schip of vanuit de zodiac spotten, dan op het land. Er zijn er zo’n 5000 die op en rond Spitsbergen rondzwerven. De Ursus maritimus is een enorme kolos: de grootste ooit geschoten ijsbeer woog 1008 kilogram. Robben zijn hun favoriete voedsel, maar verandering van spijs doet eten en een homo sapiens kan ook lekker smaken. Hij is een zeer gevaarlijke rover die zich uit de wind zet en zijn prooi geruisloos besluipt. Bovendien is hij verraderlijk snel: hij kan een loopsnelheid halen van 60 km/u. En hij overbrugt enorme afstanden: hij kan 400 km aan één stuk zwemmen. Hij eet een honderdtal robbetjes per jaar, maar hij is ook tuk op eieren en ‘stofzuigt’ soms hele eilanden leeg. Hij slaat genadeloos toe met zijn enorme klauwen. Na een succesvolle jacht, werkt hij zijn prooi zo snel mogelijk tegen de grond en verbrijzelt de schedel vooraleer zich te goed te doen aan het lillende vlees. Ze zien er zo lief uit, mijnheer. Maar deze diertjes pakt u best niet zonder handschoenen aan. Ook niet zonder geweer. En niet zomaar een geweer. Alleen de zwaarste kalibers zijn in staat de kolos tot stilstand te brengen. Wie zich aan land waagt, is verplicht een geweer te dragen. Groepen mogen uitsluitend onder begeleiding van gewapende gidsen aan land. Die mogen natuurlijk niet lukraak beginnen schieten. Ze moeten eerst proberen de beer met verbaal geweld te verjagen, eventueel met een schot in de lucht. Enkel als de beer zich op minder dan 30 meter bevindt, mag er geschoten worden. In dat geval twijfelt u best niet lang meer en mikt u meteen naar de hartstreek om de beer te vellen. Incidenten zijn gelukkig zeldzaam. Als er ongelukken gebeuren, komt dat meestal door onvoorzichtigheid van de mens. Wordt er toch geschoten, dan zullen de sysselmannen een zeer nauwkeurig onderzoek voeren en een proces-verbaal opstellen. Door de strikte regels is het aantal beren aanzienlijk gegroeid op Spitsbergen. Met als gevolg dat ze werkelijk overal kunnen opduiken want ze hebben een groot territorium nodig.
Er zijn uiteraard nog een groot aantal andere dieren te bewonderen in het noordpoolgebied. De walrussen zijn indrukwekkend en treft u meestal in kolonies aan. Zeehonden vindt u tussen de ijsschotsen. Miljoenen zeekoeten nestelen in de steile kliffen. Op het land krijgt u af te rekenen met agressieve sternen wanneer u hun nest te dicht benadert.
Ook de flora van dit toendragebied is indrukwekkend. Het is een plantenwereld in miniatuur. De kleinste boom ter wereld is de Salix polaris, de poolwilg, die nauwelijks enkele centimeter hoog is. Als je niet oplet, verhaksel je een heel woud onder je laarzen. Om deze natuur en de honderden bloemen te leren zien en appreciëren, om deze uitzonderlijke landschappen helemaal in je op te nemen en te laten doordringen, is een wetenschappelijke gids als Louis Beyens van goudwaarde. Dankzij zijn boeiende lezingen on the field zal je ook begrijpen waarom de Antwerpse prof zegt: “Het noordpoolgebied is mooier dan Antartica”. Het zuidpoolgebied is natuurlijk indrukwekkend en groots en geweldig en uitbundig. Het Arctisch gebied is veel gevarieerder en verfijnder van natuur. En het vraagt een grotere inspanning om dit te ontdekken. Antarctica is een koraal van Bach, Arctica is een klaviersonate van Beethoven. De schepper laat zijn vingers over de piano glijden en tovert er verrassende en subtiele klanken uit die het diepste van de ziel beroeren. Appassionata!
Alleen de walvis treurt in Spitsbergen en luistert naar een Requiem. Hij is de enige afwezige in dit magistrale schouwspel. De enkele overblijvers laten zich slechts zelden opmerken door de mens, als lijden ze aan plaatsvervangende schaamte. Met tienduizenden zijn ze hier afgeslacht in een periode van ruim 300 jaar. Door de Hollanders, de Engelsen, de Fransen, de Denen, de Basken, de Russen, de Oekraïners, die overal langs de kusten van Spitsbergen hun vetsmelterijen bouwden om de wereld met walvisolie te bevoorraden. Traan was een luxe-product, er was veel geld mee gemoeid. De beste olie werd verwerkt in zeep en andere schoonheidsproducten. De lantaarns in de steden werden brandend gehouden met walvisolie. Tevens werden de baleinen gebruikt voor korsetten, hoepelrokken, paraplu’s, enzomeer. Het was een gigantische industrie, niet alleen in Spitsbergen maar ook in Groenland bijvoorbeeld.
De overblijfselen van de traanovens zijn hier en daar nog te bezichtigen. Net als de walvissenkerkhoven. Als afschrikwekkende voorbeelden. Een plaatsnaam als Smeerenburg op Amsterdamíya (íya = eiland) doet in Holland nog een lichtje branden. Tijdens de grote Gouden Eeuw waren onze noorderburen – letterlijk – heer en meester over de wereldzeeën. De slachtpartijen werden nog lang nadien voortgezet. In 1931 nog werden meer dan 30.000 walvissen uitgemoord voor de kusten van Spitsbergen.
Het ligt allemaal nog vers in ons collectieve geheugen. Zo krijgt dit muziekstuk ook een tragische kant. De tragiek van leven en dood is niet alleen het universele thema van de grote kunsten, maar zit ook in ontroerende landschappen ingebakken.
De traanovens zijn dicht. Maar toch is er ondertussen een niet onbelangrijke menselijke aanwezigheid op Spitsbergen gegroeid. Er wonen zo’n 4000 mensen in een land dat dubbel zo groot is als België. De meeste inwoners verblijven er alleen in de zomer. Meer dan de helft woont in de kraaknette hoofdplaats Longyearbyen, het centrum ook waar alle toeristen samenkomen. Daarbuiten zijn er nog enkele Noorse wetenschappelijke nederzettingen, Ny Alesund bijvoorbeeld dat er prat op gaat het meest noordelijke postkantoor in de wereld te bezitten, een vriendelijk Pools station, Isbjírnhamna, en twee niet onbelangrijke Russisch-Oekraïnse mijndorpen, Barentsburg en Pyramiden, met nog de echte Oostblok-allures. De mijnbouw wordt gelukkig afgebouwd. Wetenschap en toerisme vormen vandaag de belangrijkste activiteiten in Spitsbergen.
Sedert de Conferentie van Parijs in 1920 is Spitsbergen een niemandsland onder Noorse soevereiniteit. Maar alle ondertekenende landen beschikken wel over een exploitatierecht op de archipel. Alleen de Russen en de Polen hebben daar tot dusver gebruik van gemaakt. Mede-ondertekenaar van het verdrag, België, voorlopig niet. De toekomst van Spitsbergen situeert zich vooral op vlak van wetenschappelijk natuuronderzoek. Tenzij er bijvoorbeeld olie gevonden zou worden. En dan bedoelen we geen walvisolie meer, maar aardolie. Laten we hopen van niet. Het is beter de natuur en de ondergrond van deze unieke biotoop ongemoeid te laten.
HENK VAN NIEUWENHOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier