Het einde van Brent
Ergens rond mei komt een van de grootste schepen in de wereld langszij een booreiland in de verraderlijke wateren van de Noordzee, zo’n 500 kilometer van de Schotse haven Aberdeen, om er een van de grootste oefeningen in gewichtheffen te doen. Het zal de 24.000 ton zware ‘topside’ van het Brent Delta-platform opheffen en het gevaarte naar de haven van Hartlepool brengen om gesloopt te worden.
Het wordt een gedenkwaardige gebeurtenis. De Brent Delta van Royal Dutch Shell is een van vier platforms (de andere zijn Alpha, Bravo en Charlie) in een van ‘s werelds grootste olievelden. Enkel Charlie blijft produceren. Op het toppunt in de jaren tachtig pompte Shell 500.000 vaten ruwe olie per dag op uit Brent, genoeg om de helft van de Britse gezinnen van energie te voorzien. Brent heeft de Britse schatkist ongeveer 20 miljard pond aan belastinginkomsten opgebracht. De platforms zijn zo hoog als de Eiffeltoren en wegen evenveel als de Empire State Building. Het zijn wonderen van engineering, die lessen in offshoretechnologie gaven die de wereld rondreisden. Het ingewikkelde Brent-systeem van bronnen en pijpleidingen gaf zijn naam aan de meest verhandelde ruwe olie ter wereld.
De verwijdering van het platform vindt plaats op de 40ste verjaardag van de eerste olie die door Brent geproduceerd werd. De ontdekking van de olievelden Forties en Brent in de Noordzee gebeurde kort voor het Arabische olie-embargo van 1973 de olieprijzen door het dak joeg en de jacht op nieuwe ontdekkingen goed op gang kwam. De bijzonder productieve offshoreplatformen van die tijd naderen nu het einde van hun leven in de Golf van Mexico, Brunei, Maleisië en elders. Ze zullen leren uit de ervaring met de ontmanteling van Brent Delta.
De ontmanteling is een dubbele psychologische klap, omdat ze gebeurt op een moment dat de lage olieprijzen twijfels doen rijzen over de toekomst van de olie-industrie in de Noordzee. Alexander Kemp, professor petroleumeconomie aan de universiteit van de Aberdeen Business School, zegt dat de gemiddelde omvang van nieuwe ontdekkingen in het gebied teruggevallen is van 500 miljoen vaten in de jaren zeventig tot 20 miljoen nu. Tegen 50 dollar per vat zijn zulke kleine velden nauwelijks winstgevend. De platformen afvoeren is voor een olieman de druppel die de emmer doet overlopen, zegt een insider. “Ze zijn heel hun leven bezig geweest met zoeken naar olie. Ontmanteling is voor hen des duivels.”
Shell moet nog een paar hindernissen nemen vooraleer het project van start kan gaan. De ontmantelingsplannen moeten worden goedgekeurd door de Britse regering en voldoen aan het Ospar-verdrag, dat ervoor moet zorgen dat niet langer afgedankt materiaal terechtkomt in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, sinds de mislukte poging van Shell om Brent Spar tot zinken te brengen in 1995. De oliemaatschappij denkt dat ze uit die ervaring geleerd heeft. Maar ze voert aan dat ze geen andere keuze heeft dan de met ballast gevulde poten, en reusachtige op de zeebedding gelegen opslagruimten achter te laten. Die zijn zo enorm dat ze meer schade veroorzaken als ze verschoven worden dan als ze gewoon blijven waar ze zijn, voert Shell aan.
De Oil and Gas Authority wil zich ervan verzekeren dat de ontmanteling het netwerk van pijpleidingen onderzee niet verstoort en een domino-effect zou creëren van gestrande bronnen, die andere delen van de Noordzee ten dode zou opschrijven. In menig opzicht is het einde van Brent een even grote engineeringpuzzel als het begin.
De auteur is redacteur energie en grondstoffen van The Economist.
Henry Tricks
De ontmanteling van het boorplatform is een dubbele psychologische klap.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier