Het Alcatel-kartel
Misschien moet Isabelle Durant de witte raaf voor de NMBS zoeken bij Alcatel Bell. Barco en Bekaert bedienden zich onlangs al van het managementtalent dat bij het Antwerpse telecombedrijf gewoon van de band lijkt te rollen.
Ingenieurs van het Antwerpse Alcatel Bell liggen goed in de markt. Staaldraad- en staalkoordproducent Bekaert schafte zich zelfs twee stuks aan, want het duo Julien De Wilde en Bert De Graeve krijgt van baron Paul Buysse, de voorzitter van Bekaert, het roer in handen van het West-Vlaamse bedrijf. De Wilde wordt chief executive officer, De Graeve chief financial officer. En passant kan Buysse voldoende gewicht in de schaal leggen om Raf Decaluwé, de huidige CEO van Bekaert die nog op veel steun binnen en buiten het bedrijf kan rekenen, opzij te duwen. Buysse zelf bleef onbereikbaar voor commentaar op deze demarche.
Julien De Wilde bestierde Alcatel Bell in Antwerpen van 1995 tot 1999. Sindsdien is hij vice-president van de Franse moedermaatschappij Alcatel en zetelt hij in Parijs in het directiecomité. Het CV van Bert De Graeve vermeldt een rijk gevulde Alcatel-carrière voor hij in 1996 naar de VRT overstapte.
De makelaar tussen Buysse en De Wilde én Bert De Graeve heet John Goossens, de topman van Belgacom en ook al ex-Alcatel Bell. Eerder op het jaar had ook de West-Vlaamse technologiegroep Barco als nieuwe CEO Martin De Prycker aangetrokken, de godfather van de Alcatel Bell-ingenieurs.
Is Alcatel Bell een kweekvijver voor topmanagers of is het louter toeval dat het telecombedrijf verschillende captains of industry aflevert? “Dat zoveel topmensen uit hetzelfde bedrijf op zo’n korte tijd belangrijke operationele functies innemen in gerenommeerde ondernemingen als Barco en Bekaert is tamelijk uitzonderlijk,” zegt Rita Aerts, nummer twee van het headhuntersbureau Korn/Ferry. “Ik kan me uit het verleden geen vergelijkbare situatie inbeelden, in België noch in het buitenland.”
“We zijn geen visvijver”
“Er zijn in elk geval weinig internationale technologische topbedrijven als Alcatel waarbij de Belgische zetel zo’n hoofdrol kan vertolken. De aanstormende talenten verschijnen snel op de radarschermen van het Parijse hoofdkwartier,” zoekt Martin De Prycker mee naar een verklaring. Guy Detrilles van headhunter Egon Zehnder: “Je kan de Belgische vestigingen van zulke multinationale bedrijven gerust scholen noemen. Daarnaast kweken ze een mentaliteit aan waarbij doorstroming een essentieel onderdeel van de carrièreplanning is. Alcatel is daar een goed voorbeeld van, maar dat geldt evenzeer voor de Belgische vestigingen van Exxon, Proctor & Gamble, Unilever, IBM en Ford.”
Rudi Thomaes, de huidige CEO van Alcatel Bell deelt de analyse: “Het is uiteraard niet de bedoeling om hier een visvijver aan te leggen waaruit andere bedrijven interessante kandidaat-managers kunnen halen. Maar in tegenstelling tot veel andere vestigingen van buitenlandse bedrijven is Alcatel Bell geen lokaal verkooppunt. Hier worden wereldproducten from scratch ontwikkeld. En dan heb je wel bekwame mensen nodig.”
Fel gesmaakt bij de Alcatel’ers is vooral de teamgeest, de leidinggevende capaciteiten en de internationale ervaring. “Als ik voor Barco naar China trek, ken ik de culturele gevoeligheden,” zegt Martin De Prycker.
Ludo Van de Kerkhof was meer dan dertig jaar personeelsdirecteur van “den Bell” in Antwerpen. Hij schetst het hout waaruit de betere Alcatel-manager gesneden is. “We hebben steeds zwaar geïnvesteerd in pre-recruitment om als eerste de beste elementen van de campus te plukken. We selecteerden meer op basis van persoonlijkheid dan op basis van technische kennis. Wie maakte het bij ons? Zij die meer deden dan gevraagd, zij die hun kennis continu verdiepten, zij die durfden weg te trekken van onder de kerktoren en een multiculturele ervaring opdeden, zij die verschillende disciplines beheersten. De toppers liepen daarom zelden een verticale carrière. Persoonlijk evenwicht dat een gezin biedt, is ook belangrijk. Teamspelers boerden beter bij Alcatel dan egotrippers.”
“Een van de onzen”
Neem bijvoorbeeld Bert De Graeve. “Bert zal een van de onzen blijven. Het digitale platform dat hij bij de VRT op de rails zette, is een Alcatel-project,” verwoordt Van de Kerkhof het Alcatel-gevoel. De Graeve begon in 1980 zijn carrière als auditor bij Arthur Andersen om in 1982 als financieel manager naar Alcatel Bell over te stappen. Die financiële achtergrond kan Bekaert overigens best gebruiken, want de financiële rapportering laat op dit ogenblik nog te wensen over. De Graeve mat zich nieuwe vaardigheden aan en snoof een andere cultuur op als general manager van de Chinese joint venture Shanghai Bell tussen 1991 en 1994. In 1994 versaste hij naar ‘de wachtkamer’, het hoofdkwartier in Parijs, maar zijn ambities lagen in Antwerpen als CEO of CFO van Alcatel Bell. De Graeve is directer, meer hands on en een sterkere operationele organisator dan Julien De Wilde. Hij is niet het type dat tevreden kan blijven met de CFO-bevoegdheid bij Bekaert. Maar of De Graeve klaar is voor de eindverantwoordelijkheid bij een bedrijf als Bekaert? Een plausibel scenario is daarom dat Julien De Wilde De Graeve gedurende enkele jaren klaarstoomt voor het CEO-zitje bij Bekaert.
De Wilde zelf heeft steeds carrière gemaakt in het kielzog van John Goossens. Hij was de rechterhand van Goossens bij Texaco en ze trokken in 1989 samen naar Alcatel Bell. Toen Goossens in 1995 naar Belgacom ging, volgde De Wilde hem op als CEO van Alcatel Bell. De minder charismatische De Wilde leek een overgangsfiguur, maar maakte steil carrière bij de telecomgroep. Zijn cultuurbad nam hij in Turkije, terwijl hij in het directiecomité van Alcatel in Parijs de commerciële man was.
John Goossens was de change agent bij Alcatel Bell en speelde een belangrijke rol in het laten openbloeien van het managementtalent bij Alcatel. Goossens en De Wilde waren trouwens twee van de weinige senior managers die Alcatel extern aantrok. Van de Kerkhof: “Bij promotiekansen visten we steeds uit de interne vijver. Het aanstormende talent kreeg ook heel wat kansen in het hoofdkwartier of bij buitenlandse dochters dankzij de groei van Alcatel Bell. We kenden weinig verloop en als er iemand vertrok, deed dat pijn.”
Van een echte leegloop bij Alcatel is vandaag geen sprake, maar het is bekend dat het bedrijf het niet zo goed doet. “Dus kiezen sommige topkaderleden waar voor hun geld,” zegt een haedhunter. Alcatel-CEO Rudi Thomaes: “Wat Alcatel Bell betreft: bij ons is er niemand vertrokken. Ik had het er veel moeilijker mee toen Julien De Wilde of Martin De Prycker ons verlieten voor Parijs.”
Continu in de vuurlijn
Typerend voor Alcatel is ook de sterk ingeburgerde trainingsmentaliteit, lang voor permanente vorming een modewoord werd in Vlaanderen. Van de Kerkhof: “We hebben zeer zwaar geïnvesteerd in opleiding – Alcatel Bell heeft zijn eigen Alcatel University in Antwerpen. Ons streefdoel was om 10% van de werktijd te spenderen aan opleiding. Die opleidingsmogelijkheden trokken bijna vanzelf de goede mensen aan. Ingenieurs kwamen naar Alcatel Bell om de stiel te leren. Wij moesten ze houden. Dat lukte.” Martin De Prycker: “Geregeld mochten we gedurende enkele weken een internationaal trainingsprogramma volgen, waar gastcolleges werden gegeven door bijvoorbeeld professoren van Insead.”
Ook het continue veranderingsproces vormde de Alcatel-ingenieurs. Ze werkten niet alleen in de frontlijn van de technologische ontwikkelingen, in het begin van de jaren negentig kregen ze ook de liberalisering van de telecommarkten te verwerken. En eerder was er het opgaan van Bell in het Alcatel-geheel, een proces dat het hele bedrijf door elkaar schudde. Wie een veranderaar wil, zit dus goed bij Alcatel. Thomaes: “Wij werken in een zeer cyclische, zeer turbulente sector. Onze mensen hebben de gewoonte om in zo’n situatie te werken. Verandering en vernieuwing: ze krijgen het op de duur in de genen.”
De strateeg van de technologische vernieuwing van Alcatel was Martin De Prycker. Toen hij naar Barco overstapte, zetelde hij sinds 2000 als chief technology officer in het directiecomité van Alcatel in Parijs en hield hij 25.000 ingenieurs in het gareel – met De Wilde en De Prycker zetelden er twee Belgen in het zeskoppige directiecomité van Alcatel in Parijs. De Prycker was daarvoor ‘meneer internet’ bij Alcatel Bell, ontwikkelde de ADSL-technologie en bouwde in een virtueel bedrijf binnen Alcatel de nieuwe technologieën uit tot een miljardenbusiness. Typisch voor Alcatel is dat steeds de link werd gelegd tussen de technologie en de markt. De ingenieurs werden ook aan strikte deadlines gehouden. “Alcatel-mensen worden beloond en afgerekend op targets,” zegt Ludo Van De Kerkhof. De Prycker kan de markt ruiken, maar heeft nooit gensters geslagen als operationeel manager. Insiders zeggen dat Barco daarom z’n nieuwe CEO best met een sterke COO en CFO omringt.
Alcatel Bell vormde niet alleen jarenlang een raakvlak tussen technologie en markt, het was ook een raakvlak tussen een privé-bedrijf en de overheid door de samenwerking met de RTT en later Belgacom en de kabinetten. John Goossens en Bert De Graeve kenden de politieke gevoeligheden toen ze aan de slag gingen bij respectievelijk Belgacom en de VRT. Het verklaart mee waarom zij slaagden aan de top van bedrijven met sterke wortels in de overheid. Misschien moet ook minister van Mobiliteit Isabelle Durant (Ecolo) putten uit de talentenbank van Alcatel om een nieuwe topman voor de NMBS te vinden.
Weg uit Parijs
De carrièrewending van De Wilde, De Graeve en De Prycker is in elk geval opmerkelijk. Wie zich goed voelt in een job, verandert ook op dat niveau niet zomaar van pet. De Graeve vertrok naar de VRT op een ogenblik dat hij de CFO- of CEO-stoel van Alcatel Bell ambieerde, terwijl de top hem aan Parijs gebonden hield. Ziet De Graeve nu het plafond van het kunnen van de VRT?
Al klikte het niet altijd tussen de compromismaker die Julien De Wilde is en de doortastender Alcatel-topman Serge Tchuruk, en al had De Wilde een broertje dood aan het politieke gedoe op het hoofdkwartier; de Wetterenaar zou uitbollen in Parijs. Wellicht was het Goossens die De Wilde motiveerde om nog een nieuwe uitdaging bij Bekaert aan te nemen.
In elk geval, Parijs ligt de Alcatel-school niet. Ook Jo Cornu, jarenlang de nummer twee in Parijs, deed in 1999 een stap terug, al bleef hij adviseur van Tchuruk. Ook Martin De Prycker liet het directiecomité voor wat het was en stapte naar Barco over.
En wie rolt morgen uit de Alcatel-school? Vandaag zijn de Belgische uitblinkers bij Alcatel, behalve Rudi Thomaes, Johan Danneels (gedelegeerd bestuurder van Microelectronics) Raymond Pollé (verantwoordelijk voor aankoop en outsourcing voor de groep), Michel Rahier (groepspresident breedband en netwerk), Chris Morel (vice-president voice network division, bekend als Mister China) en Louis De Maeyer (groepspresident van de divisie voice network). Maar de kans is klein dat dit sleutelpersoneel, gemiddeld de vijftig gepasseerd, nog de grote sprong buitenshuis maakt. De Bert De Graeves van morgen ontpoppen zich net een niveau lager.
Daan Killemaes, Alain Mouton [{ssquf}]
daan.killemaes@trends.be
“Ons streefdoel was om 10% van de werktijd te spenderen aan training. Die opleidingsmogelijkheden trokken bijna vanzelf de goede mensen aan.”
Ludo Van de Kerkhof, ex-Alcatel Bell
“Verandering en vernieuwing: ze krijgen het op de duur in de genen.”
Rudi Thomaes, Alcatel Bell
Misschien moet ook minister Durant putten uit de talentenbank van Alcatel om een nieuwe topman voor de NMBS te vinden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier