Geliquideerd

“Men wil mij liquideren,” zegt Paul Van der Es, de flamboyante Antwerpse vereffenaar. In het Antwerpse Justitiepaleis spitten speurders geduldig zijn dossiers uit. Liet Van der Es enkele steken vallen ?
“Ik ben een gebroken man. In mijn naïviteit droeg ik mijn zwaar verlieslatende bedrijf voor een frank over aan Paul Van der Es. Het gevolg : het Parket zit me op de hielen.”
Aan het woord is Frans Wouters, tot 23 juni 1995 gedelegeerd bestuurder van Ergic International, een Antwerpse trader in chemicaliën met in 1993 een half miljard omzet. (Op vraag van de geïnterviewde gebruiken we de fictieve naam Wouters. De naam Ergic is reëel.)
Die bewuste zomerdag werd Ergic voor de notaris ontbonden, veranderde de naam in Kortrijks Chemicaliën Handel (KCH) en verhuisde het bedrijf naar de Guldensporenstad. Bovendien werd een vereffenaar aangesteld, de bvba CS, één van de vele bedrijfjes die opereren rond Paul Van der Es. Vroeger berichtte Trends al over de flamboyante Antwerpse vereffenaar, die zichzelf graag voorstelt als “sterfhuisconstructeur voor ondernemers in moeilijkheden”. In deze kolommen waarschuwden juristen dat zijn methoden voor de klanten gevaarlijke strafrechtelijke consequenties inhielden, omdat een onderneming in staat van faillissement de boeken moet neerleggen en niet mag vereffend worden.
Wouters : “Ik had nooit van Van der Es gehoord, tot op het moment dat één van mijn makelaars me met hem in contact bracht.” De makelaar in kwestie, Ludo Heirbaut ( Melarti), werd door een radeloze Wouters ingelicht over de financiële problemen van Ergic, dat volgens het expertverslag van bedrijfsrevisor Eric Delahaye (naar aanleiding van het latere faillissement) “virtueel failliet” was. Ergic sleepte uit zijn verleden een in de balans verzwegen verlies van 58 miljoen mee. Het falingsverslag van Ergic vermeldt dat Wouters zijn boekhouder de “opdracht gegeven (had) om de jaarrekeningen te laten flatteren, de verliezen te verdoezelen en een winst te vertonen”, wat de gewezen Ergic-topman met klem ontkent.
Wouters voerde met Van der Es besprekingen over de vereffening van zijn bedrijf. “Hij stelde het voor alsof hij mij na wat juridisch gegoochel van alle problemen kon verlossen,” aldus de gewezen Ergic-topman. Toen Wouters die 23ste juni bij notaris Van Impe verscheen, trof hij ene Sarah Klinkhamers, die vereffenaar CS vertegenwoordigde als gedelegeerd bestuurder. “Ik had haar nog nooit gezien,” aldus Wouters. Bij de ontbinding van Ergic (waarin Wouters één aandeel overdroeg aan CS en de overige zelf in handen had), leverde Wouters de sleutels van het bedrijf én zijn BMW in.
“Heirbaut verbood me me nog te vertonen bij Ergic,” herinnert Wouters. “Vanaf toen had hij de handen vrij om het bedrijf leeg te halen. Ik wist niet eens dat KCH zou opgericht worden. Ook dat leerde ik bij de notaris.”
Enkele dagen na de ontbinding van Ergic blies Heirbaut nieuw leven in Rendim, een slapende vennootschap uit de bedrijfjes rond Van der Es. Heirbaut werd op 10 juli 1995 samen met zijn broer Etienne meerderheidsaandeelhouder in Rendim, waarvan het doel werd uitgebreid tot de handel in chemicaliën. Intussen was het bedrijfje al volop actief met het opkopen van activa uit KCH.
Dat kon gebeuren nadat KCH in vereffening, vertegenwoordigd door Klinkhamers, op 26 juni het grootste deel van zijn handelsvoorraad overdroeg aan Rendim. In de drie volgende weken werden nog enkele voorraden en de inboedel van de Ergic-burelen verkocht. Dit gebeurde aan de hand van drie verkoopovereenkomsten, samen goed voor 21,3 miljoen (BTW inclusief). Essentieel is het feit dat Rendim aan KCH betaalde met wissels, waarvan de vervaldag varieerde tussen de 3 en 18 maanden na de acceptatie. Deze acceptatie is overigens niet gebeurd, wat erop wijst dat KCH (Klinkhamers) erg ruim was tegenover Rendim. “Zo ruim, dat we gerust mogen stellen dat het niet de bedoeling was dat ooit betaald werd,” aldus Frans De Roy, curator van het faillissement KCH. Zijn rechter-commissaris Raymond Peeters beaamt : “In feite schoof Van der Es de activa voor nul frank door aan Heirbaut.”
De prijsbepaling van de activa gebeurde op basis van een schattingsverslag van Troostwijk, dat de voorraad van Ergic (boekwaarde 34 miljoen frank) raamde op 13,5 miljoen frank (liquidatiewaarde) tot 22 miljoen ( going concern). Voorts werden de inboedel en andere activa van KCH in vereffening geraamd op 1,06 tot 1,6 miljoen. Rendim kocht deze, weer met wissels, voor 828.000 frank.
Ludo Heirbaut : “Het was wel degelijk de bedoeling om deze prijs te betalen. Het verhaaltje dat ik het bedrijf voor nul frank wilde overnemen, gaat niet op. Meer nog : ik heb de curator later zelfs 13,5 miljoen geboden voor de activa. Cash.”
Curator De Roy antwoordt : “Dat klopt. Maar ten eerste waren de activa meer waard. En ten tweede doe ik alleen zaken met eerlijke mensen.”
BELANGENVERMENGING.
Vreemd is volgens de gerechtelijke onderzoekers dat Frans Wouters in deze periode voor Rendim werkte. De bedrijfsrevisor spreekt van “belangenvermenging”, omdat Wouters aandeelhouder was van KCH, dat zijn activa verkocht aan een bedrijf, Rendim, waar hij werknemer was.
Wouters : “Ik moest toch ergens werken ! Ik was trouwens geen aandeelhouder van Rendim. De winsten van het bedrijf zouden naar Heirbaut vloeien.”
Tijdens heel deze doorschuifoperatie van ex-Ergic naar Rendim kwam er een serieuze kink in de kabel. Bij de Generale Bank knipperden de alarmlichten door het gedrag van haar cliënt Ergic. De instelling liet op 6 juli bewarend beslag leggen op de voorraad van Ergic, die (onder eigendomsvoorbehoud) waren geleverd aan Fertimat, een klant in Jodoigne. Andere banken deden hetzelfde, zodat Rendim niet veel kon aanvangen met de goederen van ex-Ergic.
Naast deze acties, kreeg de operatie Ergic-Rendim een tweede opdoffer. De Kredietbank die minstens 11,8 miljoen kredieten had verstrekt aan Ergic daagde KCH voor de Antwerpse Rechtbank van Koophandel. Rechter Hellenbosch (die de trucs van Van der Es & Co. als geen andere magistraat kent) sprak op 17 augustus 1995 het faillissement uit. Het parket schoot in actie. In maart jl. werd Wouters geconfronteerd met Klinkhamers en Van der Es. Waarschijnlijk sluit CHK in faling af met een put van 150 miljoen frank.
De curator beklemtoont de centrale rol van Van der Es in de constructie. Zijn bedrijven CPF en BVC hebben hetzelfde faxnummer als C.S.. Een deel van de briefwisseling aan Rendim verloopt via dezelfde fax. Marie-Josée Janssens, formeel gedelegeerd bestuurder van Rendim (en ooit door Van der Es van een faillissement gered), laat in haar brieven aan de beheerder van een magazijn en de advocaat van Rendim meermaals de naam van Van der Es vallen : “Volgens de heer V.D. Es moet U…”, “De heer V.D. Es drukte er echter op dat…”). Voor revisor Delahaye is het duidelijk : “Rendim voert de orders van Van der Es uit.”
Hoe reageert Van der Es op de aantijgingen ? “Ergic was een ongelukje,” onderstreept hij. “Sinds 1989 zijn er slechts drie van mijn sterfhuisconstructies mislukt. Meer dan 300 ondernemers zijn ontsnapt aan de problemen die Wouters nu meemaakt. Zelfs de beste plastische chirurg laat wel eens een steekje vallen.”
Van der Es onderstreept dat hij slechts raadgever is van C.S.. “Als er al een juridisch probleem was, wat ik betwijfel, dan kan men mij niets verwijten.”
“Raadgever ?” schampert Wouters. “Volgens mij hebben Van der Es en Heirbaut, die elkaar goed kenden, heel de operatie lang op voorhand op poten gezet. Klinkhamers voerde slechts uit wat Van der Es haar opdroeg.”
Heirbaut : “Ik was slechts aandeelhouder. De centrale spil van Ergic was Wouters. Ergic was in se een bloeiend bedrijf met normale activiteiten. Het ging kapot door het onverantwoorde gedrag van curator De Roy, die enkel omdat Van der Es in de zijlijn verschijnt, plots allerlei machinaties vermoedt.”
Rechter-commissaris Peeters : “Als Ergic een normaal bedrijf was, waarom ging het dan in vereffening nadat duidelijk werd dat het leegzuigen van de Ergic-activa niet meer mogelijk was ?”
FRAUDE.
Volgens het falingsverslag zou er sprake zijn van regelrechte fraude in het dossier KCH. Zo is er een betwiste verkoop van 12 containers calciumnitraat aan de Taiwanese onderneming Ever Sing. Deze 12 containers, zo stelt Delahaye vast, werden niet vermeld in het schattingsverslag van Troostwijk, noch had Rendim ze gekocht.
Juridisch gezien waren de goederen dus eigendom van KCH. Toch incasseerde Rendim bij de verkoop 88.000 dollar (2,6 miljoen frank), zo stelt Shih-Hwang Yeh van Ever Sing in een telex aan de curator van KCH. En : “We bought these goods from Frans Wouters of Rendim.” (Hier stond de echte naam van de gewezen topman van Ergic).
Aan de verkoop ging trouwens een lange briefwisseling vooraf tussen Antwerp Shipping & Forwarding (ASF) en CPF, het adviesbureau van Paul Van der Es. In drie faxen aan Van der Es’ naaste medewerker François Van Boxsom (dus niet aan Wouters !) vraagt Erik De Wit (ASF) instructies wat hij met de goederen moet aanvangen : opslaan of verzenden. Hetzelfde deed hij overigens in verband met andere producten van Rendim, maar dan rechtstreeks aan Van der Es. “Het is duidelijk dat de ploeg van Van der Es het spel leidt,” zegt curator De Roy, die klacht indiende bij het parket. “De verkoop van andermans goederen heeft een naam : diefstal.”
De curator meent ook dat er sprake is van ontdraging van actief. Zo wordt de fee, die CS aanrekent aan KCH (4,5 miljoen), “overdreven hoog voor een paar dagen werk” genoemd. En de prijs die Rendim moest betalen voor de activa van Ergic is volgens hem veel te laag. “Maar er is toch een schattingsverslag van Troostwijk ?” repliceert Van der Es.
De Dendermondse curator Jef Dauwe : “Zo’n verslag is uitermate subjectief. Een vereffenaar à la Van der Es onderhoudt een vertrouwensrelatie met z’n schatter. In de praktijk toetst de taxateur eerst bij zijn opdrachtgever hoeveel hij denkt dat de onderneming waard is. Hierrond brouwt hij zijn eigen oordeel à la tête du client. Bij een curatele is dat niet zo erg, omdat de curator de goederen meestal openbaar en steeds onder toezicht van een rechter verkoopt. Niet bij een vereffenaar. Die kan bij wijze van spreken het hele actief van een bedrijf voor een spotprijs aan zijn eigen zuster verkopen.”
De Antwerpse taxateur Dirk Heyman : “Nogal wat malafide vereffenaars plunderen ondernemingen met de schattingsverslagen als dekmantel. Schatters laten zich soms misbruiken. En het is een feit dat Troostwijk zich stevig positioneert op de markt van de vereffeningen.”
Het verslag-Delahaye stelt overigens vast dat er (naast een eventuele financiële onderschatting) “in werkelijkheid een grotere stock aanwezig was, dan opgenomen in het verslag”.
Nonsens, zegt Van der Es, die zelfs vaststelt “dat Troostwijk onze te verkopen activa steeds hoger en hoger schatte uit angst zijn reputatie kwijt te spelen”.
Hoe dan ook, vandaag zit Wouters op zwart zaad. Tenminste, dat zegt hij toch : “Men heeft zelfs beslag gelegd op de erfenis van mijn vader. Moest ik geen nieuw werk hebben, had ik waarschijnlijk zelfmoord gepleegd.”
HANS BROCKMANS
CURATOR FRANS DE ROY (L), RECHTER-COMMISSARIS RAYMOND PEETERS Door de goederen van Ergic over te dragen en te laten betalen met twijfelachtige wissels, verkocht vereffenaar Paul Van der Es het bedrijf in feite voor nul frank.
PAUL VAN DER ES Gezien van zijn favoriete kant : zijn rug. Die kennen mijn tegenstrevers het beste.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier