GELIJMD OM TE GROEIEN

Het Amerikaanse Avery Dennison investeert bijna een half miljard in zijn Turnhoutse vestiging. De producent van kleefband gebruikt de afgeleide knowhow van de lokale, grafische industrie.

Midden januari 1999 maakte de Amerikaanse multinational Avery Dennison een investering bekend van 450 miljoen frank in haar vestiging in Turnhout. De Turnhoutse fabrikant van kleefbanden bestaat sinds 1977. “Hij werd opgestart toen de regio nog het centrum was van de papierindustrie,” zegt director Guy Van der Celen. Doordat de activiteit van Avery Dennison nauw aanleunt bij deze sector, kon het bedrijf altijd al rekenen op een grote beschikbaarheid van grafici met een specialisatie in een vergelijkbaar domein.

“De capaciteit is vandaag volledig benut,” stelt Van der Celen. “”Voor de volgende twee tot drie jaar verwachten we een groei met minstens 15%.” De productiehal wordt uitgebreid met 25% en er komt een coatinglijn, waar materialen zelfklevend worden gemaakt, wat de productiecapaciteit doet toenemen met 120%.

Zowel zeer lage lijmgewichten (enkele gram/vierkante meter) als ook vrij hoge (meer dan 100 g/vierkante meter) zullen er worden aangebracht. De nieuwe machine, ontworpen door het Duitse Pagendarm, zal enkel- en ook dubbelzijdige kleefband produceren – gegeerde producten, die steeds meer de mechanische hechtingssystemen vervangen. Avery Dennison levert vooral aan de auto- en de elektronica-industrie. Maar ook aan de medische wereld, waarvoor de onderneming onder meer soorten lijm produceert die door de huid worden verdragen.

De Specialty Tape Division in Turnhout is niet zomaar een afdeling van Avery Dennison. Wereldwijd presteerde ze best, op basis van financiële resultaten en productiecijfers. Op vier jaar tijd groeide de omzet van Avery Turnhout met meer dan een derde tot 3,6 miljard (1998).

Ook de tewerkstellingscijfers klommen: het aantal groeide sinds 1997 van 280 medewerkers naar 330. Voor 2000 wordt een uitbreiding verwacht met nog eens vijftig banen. Turnhout staat in voor de ontwikkeling, productie en commercialisatie van de producten in Europa, Zuid-Amerika, Afrika en het Midden-Oosten.

Of het gevaar voor delocalisatie, naar het voorbeeld van andere multinationals, dan helemaal niet dreigt? Guy Van der Celen, stellig: “We zijn binnen de groep de snelst groeiende poot. Onze producten hebben een enorme toegevoegde waarde, vergen een gespecialiseerde tewerkstelling en een hoge productiviteit. Onze activiteit kun je van vandaag op morgen niet naar Oost-Europa of Azië verplaatsen. Wij blijven hier.”