Patrick Claerhout
Geen getrouwheidspremie, geen winnaars
De overheid wil het spaarboekje nog eens aanpakken. Eerst moest de aangroeipremie weg, nu de getrouwheidspremie. De consumenten, de Belgische banken en de bedrijven worden daar niet beter van.
Minister van Economie Johan Vande Lanotte (sp.a) wil beste maatjes zijn met de consument. Meer consumentenbescherming, meer transparantie, daar scoor je mee. In de kranten, op de radio en de televisie, bij Test-Aankoop en bij Peeters & Pichal.
Vorige week lanceerde Vande Lanotte het plan om de getrouwheidspremie op spaarboekjes af te schaffen. Die getrouwheidspremie gebruiken de banken om hun klanten een hogere rente op spaardeposito’s te bieden. Maar de berekening is ondoorzichtig en maakt vergelijken moeilijk. De consument zou gebaat zijn bij één duidelijk tarief voor spaarrekeningen. Vande Lanotte wil alleen nog een basisrente toelaten.
Dat kan de transparantie ten goede komen, maar zeker is dat niet. Drie jaar geleden schrapte de overheid al de aangroeipremie en dat heeft enkel geleid tot een wildgroei aan spaarformules. De ingreep van Vande Lanotte dreigt de spaarrekening de facto te herleiden tot een veredelde zichtrekening. Rekening houdend met de liquiditeitseisen waaraan de banken onder de Basel III-regelgeving moeten voldoen, zullen ze niet geneigd zijn aan uiterst volatiel spaargeld hoge rentes toe te kennen.
Het schrappen van de getrouwheidspremie is vooral merkwaardig omdat de maatregel het langetermijnsparen bestraft. En je zou toch verwachten dat de overheid dat stimuleert. Het spaargedrag van onze bevolking ligt mee aan de basis van de welvaart in deze regio. Er is ook niets verkeerd mee dat banken hun klanten aanmoedigen om geld langer op een spaarboekje te laten staan. Klantentrouw mag beloond worden. Laat daar toch gewoon de concurrentie spelen en leg niet alles vast in regeltjes.
Voor de Belgische banken, groot en klein, is het verdwijnen van de getrouwheidspremie geen goed nieuws. De premie was een middel om het spaargeld gedurende langere tijd aan zich te binden, waardoor ze het konden herbeleggen op de iets langere termijn (twee tot tien jaar). Noem het een goedkope bron van funding voor de banken, maar dan wel een die ook gebruikt wordt om investeringen in de Belgische economie te financieren. Als deze hefboom wegvalt, zouden de banken wel eens minder kredieten kunnen toekennen of ze duurder maken. Kredietschaarste kan onze economie, die een milde recessie kent, momenteel missen als kiespijn.
Zijn er dan geen winnaars in dit verhaal? Toch wel, de buitenlandse banken die hier een internetbank hebben neergezet en een hoge rente kunnen afficheren wegens nauwelijks werkingskosten. Maar waarin beleggen die banken het Belgische spaargeld? Hoe groot is het risico van hun investeringen? Daarover bestaat totaal geen transparantie. Niet alleen dreigt veel Belgisch spaargeld naar het buitenland te vloeien, het kan bovendien wel eens met grote risico’s herbelegd zijn. We zouden kunnen rekenen op toezichthouders die ons daarvoor waarschuwen, maar na de financiële crisis van 2008 weten we beter. Remember Kaupthing.
In zo’n klimaat kun je je spaargeld maar beter toevertrouwen aan ‘de enige bron van zekerheid’, een beleggingsinstrument dat dankzij de afschaffing van de getrouwheidspremie ook in rentevoet kan concurreren met het spaarboekje: de staatsbon. Of is het net dat wat de minister wil bereiken?
Patrick Claerhout
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier