Formule VIP
Aankomst per helikopter, transfer met limousine, gouden pasje, driegangendiner, ontspannende massage, bubbels à volonté en natuurlijk ook een autorace… Verslag van een weekendje Grote Prijs van België formule 1, tussen de captains of industry, politici, acteurs, Tamara en Bernie Ecclestone en andere vips.
De witte limousine wringt zich door de smalle wegen en scherpe bochten in de buurt van Spa. De menigte stuift uiteen. Nieuwsgierige individuen turen naar de geblindeerde wagen in de hoop de inzittenden te bespieden. Is het Michael Schumacher, die enkele dagen eerder nog een voetbalwedstrijd speelde in Verviers? Is het die andere raceheld, Lewis Hamilton? Of formule 1-organisator Bernie Ecclestone? Het zijn wij, ook tot onze eigen verbazing. “Neen, deze limousine was echt niet bestemd voor een van de piloten. Jullie zitten juist”, verzekert onze chauffeur glimlachend.
We zijn uitgestuurd om het leven van de vipgenodigden op en rond het racecircus in Francorchamps te beleven en in kaart te brengen. Op die manier naar onze eerste bestemming worden gebracht, hoort daar kennelijk bij. Wat moet, dat moet dan maar.
Tamara en Bernie
Het is zaterdagavond en de beau monde die vandaag of morgen de races gadeslaat vanuit de exclusieve Paddock Club, midden op het circuit, begeeft zich naar een van de feestjes in de omgeving. De lijst met hippe hotspots is in deze tijd van economische moeilijkheden dan misschien korter, de soirees die wel nog worden georganiseerd tussen de Waalse naaldbomen, zijn nog altijd van goede kwaliteit. Het gezelschap is vanavond alleszins niet min, want naast Trends mogen de gasten ook Tamara Ecclestone, dochter van, in hun midden begroeten. Waar Tamara gaat, volgt vader. Zo was het afgelopen voorjaar toch tijdens de grand prix in Monaco. Dat de organisatoren een plotse zoektocht starten naar bier, het enige drankje dat de 79-jarige Ecclestone kan behagen, doet vanavond hetzelfde vermoeden.
Niet lang na de glamoureuze intrede van zijn dochter arriveert inderdaad ook Bernie Ecclestone, in wit trainingsjasje en met een horde fotografen op zijn hielen. Of we hem ook enkele vragen mogen stellen. “Als hij goed gezind is”, antwoordt de persverantwoordelijke. Want vergis u niet. Met zijn geschatte 1,60 meter ziet Ecclestone er misschien uit als een grijs opdondertje dat voor het interview op een trapje gaat staan, de man trekt bij de organisatie van de grand prix wel aan zo goed als alle touwtjes. Meer dan de helft van de inkomsten van de startrechten – naar verluidt zo’n 14 miljoen euro in Francorchamps – de televisierechten en advertenties die zijn bedrijf Formula One Administration binnenrijft, zijn voor hem en aandeelhouder CVC Capital Partners, het Britse investeringsfonds. Bovendien is Ecclestone een taaie klant voor journalisten. Hij houdt er niet van met ze te praten, maar schuwt tegelijkertijd de scherpe uitlatingen niet. Kort geleden liet Ecclestone zich bijvoorbeeld nog opmerken door zijn respect voor Hitler te uiten. “Die man kreeg tenminste nog dingen gedaan”, vond hij.
Geluk naast de baan
Zover komt het deze 29ste augustus niet. Hij beantwoordt amper een paar vragen voor het reclamebord achter hem naar beneden dondert. “Jullie zijn toch verzekerd? Ik heb mijn rug bezeerd”, sneert Ecclestone. Hij blijft toch nog even in de buurt, want hij is hier natuurlijk niet toevallig.
Gastheer vanavond is de drankengigant Martini, Ecclestones eerste werkgever en een belangrijke sponsor, die tot nu toe zelfs in crisistijd trouw bleef aan de formule 1. Al kunnen ook de meerjarencontracten die Ecclestone zijn sponsor opdringt daar de reden voor zijn. Hoofdsponsor ING, die zich vorig jaar al wilde terugtrekken, was bijvoorbeeld ook dit jaar nog aanwezig omdat het niet eerder onder zijn contract uitkon. “Als het nodig was, hadden we ons contract wel verlengd”, vertelt Vincent Huick, global marketing director van Martini. “De raceteams hebben minder geld om elkaar te beconcurreren, maar er blijven wel evenveel mensen naar de grand prix kijken. En ik ken Bernie als een authentieke zakenman. Zijn woord is een woord. Maar de prijzen verlagen omdat het even slechter gaat? Dat doet hij niet hoor.”
Ook het leven dat Tamara Ecclestone leidt, moet niet met te veel medelijden worden bekeken. De omstander die uitdrukt hoe zielig het toch is dat de jongedame zo geleefd wordt, is ofwel daarnet in een glas bubbels gevallen ofwel bij de geboorte in een vat naïviteit. Het is zaterdag en dan krijgt dochter Ecclestone betaald voor dit soort aanwezigheden. Schaamt ze zich niet voor het luxeleven dat ze leidt terwijl bijvoorbeeld in België de Waalse overheid bijna jaarlijks het verlies van de organisatie van de formule 1-wedstrijden moet bijpassen? “De race brengt zoveel geluk”, relativeert ze vriendelijk. “Miljoenen mensen volgen ze op televisie en vele anderen kamperen naast het circuit. Als je het zo bekijkt, zijn die miljoenen van de overheid een kleine bijdrage.”
Pasje van 2000 euro
Tamara’s vader benadrukt graag hoe de lokale economie beter wordt van zijn dure doortocht in Francorchamps. Gelijk heeft hij. De 6 miljoen euro die de overheid in 2007 de grand prix toestopte, bracht de plaatselijke economie 36 miljoen euro op. Naar rato van minimaal 10 euro per dag per wagen ligt de totale opbrengst van de plaatselijke parkings/kampeerterreinen trouwens makkelijk hoger dan die van alle andere wedstrijden in Francorchamps samen.
Het zal de feestvierders onder de ondergaande zon allemaal worst wezen. Glazen worden geheven, horloges worden vergeleken en er wordt geprospecteerd naar de nog te komen feestjes. Ene Frederico polst na zijn vraag naar eventuele andere drank- en dansfestijnen later op de avond weinig subtiel naar de rest van ons verblijf. “Morgen in de Paddock Club? Hoe of wat en waar, wie, wanneer? En geraak ik daar ook binnen?” Het signaal om ons uit de voeten te maken, want de gouden passen die toegang geven tot de vipruimte op het circuit zijn niet voor iedereen, ook omdat ze zo’n 2000 euro per stuk kosten en meestal per pakket voor drie dagen moeten worden aangeschaft. Vooral sponsors delen ze daarom uit om hun klanten en relaties te lijmen.
“Suck the horse”
Nog voor de eerste hap van onze croissant achter de kiezen is, zien we zondagochtend een helikopter vlakbij onze slaapplaats landen. Niets om van te schrikken, vertelde Tamara Ecclestone gisteren nog. De racecircuits liggen vaak afgelegen en ook hier is tijd geld. De helikopterpassagier wordt net als wij met een shuttledienst snel naar de vipparking geloodst. Hij is een doorgewinterde bezoeker, zo blijkt uit het weinig stille telefoongesprek dat hij intussen voert. “Hallo? Sorry, dat lukt niet, want ik ben weer tot 16.00 uur op Francorchamps. Ja, ik heb even de helikopter geleend.”
De man liet de helikopter dan wel verder van het circuit landen om een paar duizend euro uit te sparen, maar het contrast met de beelden die buiten voorbijschuiven kan niet groter zijn. ‘Welcome back Schumi’ titelt het spandoek nog terwijl honderden ultieme racefans voorbij slenteren aan de ingang van het Francorchamps Race Hotel, waar ze duidelijk niet op de hoogte zijn gebracht dat Schumacher een paar weken geleden al heeft afgehaakt voor deze grand prix, wegens een blessure. ‘ Suck the horse‘ schreeuwt een bord op een camping even verder.
Zodra we zijn aangekomen in de vipzone, vertoeven we opnieuw in gezelschap met een status. Vicepremier Didier Reynders komt onmiddellijk na ons aan. Niet veel later horen we dat zowat de helft van de Waalse regering tocht heeft gezet naar Francorchamps, maar nu zetten wij koers naar de uiteindelijke toegang van de Paddock Club. Met een – u raadt het vast – shuttlewagen met geblindeerde ruiten.
Driegangenlunch
In de Paddock Club weten ze wat wij al lang wisten. Een bruisende aspirine helpt lang niet zo goed tegen een kater als de belletjes in champagne. En dus wordt het sprankelende drankje vanaf openingstijd om 8.15 uur zonder limiet geschonken. Twee gezette heren slurpen het achteroverleunend in hun stoel en bevestigen zo het genadeloze cliché van vipgasten voor wie bijvoorbeeld een sportevenement en een opera gemakkelijk inwisselbaar zijn. Zolang de culinaire begeleiding maar op punt staat.
Gelukkig treffen we onder de genodigden – Belgen, Nederlanders, Duitsers, Britten en zelfs een Arabier – ook diehard fans die opleven bij het zien van een Ferrarilogo, het horen van het geluid van ronkende motoren en het ruiken van verbrand rubber. Wie daar niet wild van wordt, kan aankloppen bij de masseurs, zonnen op het terras dat uitzicht geeft op zoveel mogelijk bochten of, boys will be boys, zelf achter het stuur van een racewagen kruipen voor een digitale wedstrijd. Maar veel viptoeschouwers zijn hier vandaag op uitnodiging van de sponsors en die maken vooral gebruik van de driegangenlunch om hun zakenrelaties te paaien. Zelfs tijdens de races vóór de eigenlijke formule 1-wedstrijd snorren de racende bolides namelijk zo luid dat gebarentaal de meest efficiënte manier van communiceren is. “Handig, anders moeten we de hele tijd met onze genodigden blijven praten”, merkt een gastheer op.
Magie en show
Er is nochtans voldoende entertainment voorzien. Tijdens de zogeheten Pit Walkabout wordt ons, very important people, een blik achter de schermen van de autosport gegund. De teammedewerkers blazen geduldig op hun fluitje wanneer ze zich, een wagen voortduwend, een weg proberen te banen door het zootje ongeregeld dat enthousiast foto’s maakt van hun werk. Het stoort ze niet, het is deel van het spel. Het zijn tenslotte deze mensen die hun sport mee mogelijk maken. Benieuwd of de jongen die met computerscherm voorgebonden en toetsenbord op de arm – bedoeling is dat hij foto’s van gasten doormailt – er ook zo over denkt.
Hoelang de formule 1 nog op de weelde naast het circuit kan teren nu de crisis steeds dieper snijdt, is toch een andere vraag. Frank De Moor, CEO van de Nederlandse retailholding Macintosh en vaste bezoeker op Francorchamps, merkt naar eigen zeggen nog niets van de crisis in de Paddock Club. “Het is zoals Flavio Briatore, managing director van het ING-Renaultteam, zei in zijn speech: ‘De grand prix verkoopt magie’. Als je de show wegneemt, blijft er weinig over”, argumenteert De Moor.
Hij is daarom ook geen voorstander van een tweejaarlijkse formule 1-wedstrijd in ons land, zoals recent werd voorgesteld. “Meestal valt een van de twee circuits die elkaar afwisselen na een aantal jaar toch uit de kalender. Terwijl de grand prix zeer goed is voor het imago van Wallonië en van België.”
Betalen voor niets
Niet alle aanwezigen zijn het met De Moor eens. De gehoopte terugkeer van Schumacher deed de ticketverkoop voor de tribunes sterk stijgen, al waren er enkele dagen voor de start nog maar 46.000 van de 70.000 tickets verkocht die nodig zijn voor een break-even.
In de voorbehouden ruimtes is de crisis duidelijker aanwezig. “De sponsors besparen op hun stands in plaats van op hun borden rond het circuit”, weet Jean-Paul Nulens van PBE . Al 26 jaar lang zoekt deze Vlaming de juiste plaatsen voor reclamepanelen rond de circuits die Ecclestone aandoet. Sponsors houden hem maar wat graag te vriend. “Panasonic betaalt al een half jaar voor niets, want ze willen hun logo niet zichtbaar in tijden van crisis. En er is nog altijd geen vervanger gevonden voor ING”, vertrouwt Nulens ons toe. “Alle bedrijven knappen af op de hoge vraagprijs, maar ze mogen niet verwachten dat ze een lokaal budget kunnen inzetten voor een evenement met zo’n internationaal bereik.”
Terwijl het allemaal zoveel simpeler kan. Een inventieve lokale ondernemer huurde vandaag bijvoorbeeld een vliegtuig met spandoek om na de race boven Francorchamps te cirkelen. De return on zijn investment blijft waarschijnlijk laag: de slogan is amper leesbaar en zodra de laatste wedstrijdwagen gevlagd is, kijken wij vooral uit naar, ja hoor, een shuttle naar de Trendsredactie. Kan iemand ons laten weten waar die blijft? Want hoewel ze er ons nog lang mee om de oren sloegen, zijn nu werkelijk alle champagneflessen leeg en moeten we echt wel doorgeven dat een of andere Kimi de grand prix in Francorchamps heeft gewonnen.
Door Sjoukje Smedts/Foto’s: Michel Wiegandt
Wie niet wild wordt van de ronkende motoren, kan aankloppen bij de masseurs, zonnen op het panoramische terras of, boys will be boys, zelf achter het stuur van een racewagen kruipen voor een digitale wedstrijd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier