Ex-top van Fortis is verantwoordelijk, niet de overheid
De regering heeft beslist de kleine Fortis-aandeelhouders een compensatie te geven. Tegen 2014 kunnen ze (misschien) rekenen op een extra vergoeding via een coupon die hen laat meedelen in de meerwaarden en dividenden van de BNP Paribas-aandelen van de overheid.
Die compensatie is vanuit het vennootschapsrecht terecht. Als een bedrijf een verkoop doet, genieten de aandeelhouders van de opbrengst daarvan. De overheid heeft haar aandeel in Fortis verkocht en heeft daarvoor cash gekregen (dat geld is in de Fortis-holding beland) en aandelen BNP Paribas (die zijn bij de overheid gebleven). Een gedeelte van die aandelen (na aftrek van de kosten) had ook in de Fortis-holding moeten terechtkomen. Een fout in de constructie die nu rechtgezet wordt door de ‘compensatieregeling’. In die optiek is het logisch dat de aandeelhouders mee kunnen profiteren van de opbrengst van die aandelen.
Maar dan wel álle aandeelhouders. De beperking tot fysieke personen, die bovendien maximaal 5000 aandelen mogen bezitten, snijdt geen hout. Waarom moet er gediscrimineerd worden tussen kleine en grote aandeelhouders? Via sommige van die grote, pensioenfondsen bijvoorbeeld, zijn trouwens ook veel kleine aandeelhouders betrokken.
De regering heeft beslist tot die discriminatie omdat ze niet de hoger beschreven vennootschapsrechtelijke logica volgt, maar de constructie beschouwt als een tegemoetkoming aan ‘de man in de straat met een Fortis-aandeel’. Dat idee vertrekt vanuit een verkeerd principe. Aandeelhouders moeten niet vergoed worden voor koersverlies. Het kopen van aandelen houdt het risico in dat je geld verliest. Wie geen financieel verlies wil lijden, moet zijn geld op een spaarboekje plaatsen of een staatsobligatie kopen.
Sommigen zijn al hun spaargeld, soms honderdduizenden euro’s, kwijt. Dat is erg, maar het is ook een aanfluiting van twee basisregels van beleggen: beleg enkel met geld dat je niet onmiddellijk nodig hebt en spreid uw risico. Wie daar tegen zondigt, moet niet vergoed worden.
Sommigen vinden dat de aandeelhouders vergoed moeten worden omdat de regering fout heeft gehandeld in het Fortis-dossier. Waarom kon men niet voor Fortis doen wat men voor Dexia heeft gedaan? Dexia kreeg een overheidsgarantie voor alle leningen die het nog aangaat. Als men dat voor Fortis had gedaan, was de bank-verzekeraar misschien niet in Franse handen moeten overgaan.
Die vergelijking loopt mank. Fortis en Dexia zijn twee verschillende dossiers. Ook al zat er maar één week tussen, de omstandigheden waren helemaal anders. De druk op Fortis – een run on the bank – was veel groter dan op Dexia. De noodzaak voor een stabiele oplossing was bij Fortis dringender.
Ten tweede: Fortis was een pure privébank, met een verspreid en gedeeltelijk buitenlands kapitaal. In Dexia is de overheid rechtstreeks betrokken via de Gemeentelijke Holding. De bank staat ook in voor allerlei gemeentelijke financieringen. Sommigen zeggen smalend dat de overheid alleen maar tot het uiterste wou gaan als haar eigen geld erbij betrokken was. Maar is het niet de plicht van de overheid om haar eigen kapitaal maximaal te beschermen? Het omgekeerde zou pas schandalig zijn.
Een derde verschilpunt is het management: Fortis had een CEO, Filip Dierckx, maar dan was je wel uitgepraat. Een echte financieel directeur was er zelfs niet meer. En het vertrek van Maurice Lippens, de man die alle touwtjes in handen had, liet een vacuüm na. Bij Dexia staat met Pierre Mariani een professional aan het roer die kan terugvallen op een team dat zijn sporen heeft verdiend.
Aandeelhoudersverenigingen als Deminor en Euroshareholders kondigen nu juridische acties aan. De flamboyante advocaat Mischaël Modrikamen staat ook voor de rechtbank. Hij wil de verkoop van Fortis laten bevriezen.
Als het tot een rechtszaak komt, dan zal de kern van de vraag zijn of de bestuurders van Fortis in de verkoop aan BNP Paribas de belangen van de aandeelhouders hebben gediend. Het verkopen van het handelsfonds zoals dat nu gebeurd is, mag immers zonder de toestemming van de aandeelhouders. Een algemene vergadering is niet nodig. Het zal er dus op neerkomen of de bestuurders tijdens dat weekend al dan niet een alternatief hadden. De onderhandelaars zeggen dat er geen was. In een rechtszaak zullen ze dat moeten aantonen. De échte cijfers van Fortis zullen op tafel moeten komen. Een parlementaire onderzoekscommissie of een commissie van experts is dan niet meer nodig.
De essentie is echter dat het kalf al verdronken was toen de overheid aan zet moest komen. Juridische actie moet daarom niet tegen de overheid gevoerd worden, maar tegen diegenen die ervoor gezorgd hebben dat Fortis van een Europese speler is verworden tot een patrimoniumvennootschap met wat cash en een pakket toxic assets. Als zou blijken dat zij fouten gemaakt hebben, dan moet in een compensatie voor de aandeelhouders voorzien worden. De toenmalige bestuurders zullen daarvoor verantwoordelijk gesteld worden. (T)
de auteur is hoofdredacteur.
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier