‘Europa laat zich leegzuigen door China en India’
VDL Nedcar mag vanaf juli Mini’s bouwen voor BMW. In een eerste fase kunnen bijna 2000 mensen aan de slag in de fabriek in het Nederlands-Limburgse Born, op geen 30 kilometer van de site van Ford Genk. Wim van der Leegte, de Nederlandse entrepreneur achter de VDL Groep, pleit voor meer chauvinisme.
In Limburg heeft Wim van der Leegte zo langzamerhand de status van nieuwe heilsbrenger. De overname door zijn VDL Groep in 2012 heeft NedCar gered en er wordt gehoopt dat hij ook plannen heeft voor Ford Genk. De 66-jarige ondernemer blijft er opvallend nuchter bij. De onversneden entrepreneur uit Eindhoven beantwoordt perfect aan het gezegde ‘een Brabander is een doener, geen prater’. Hij formuleert zijn zinnen bijzonder behoedzaam, geen woord is te veel. Enkel een verwijzing naar de cijfers maakt Van der Leegte even behoorlijk trots. “Toen ik hier in 1966 als stagiair in het atelier van mijn vader begon, torste onze onderneming een negatief eigen vermogen van 250.000 gulden. Vandaag, na 48 jaar, staat er een groep met 853 miljoen euro eigen vermogen. Ik ben met mijn kinderen de enige aandeelhouder.”
U torst intussen zo langzaamaan het imago van de man die de werkloosheid in het Limburg na Ford Genk gaat oplossen.
WIM VAN DER LEEGTE. “Ik werk hard aan een oplossing voor VDL NedCar in Born. Daar heb ik nu mijn aandacht voor nodig. Om dan meteen Genk aan te pakken, tja, dat weet ik zo nog niet. Ik heb uiteraard slechts één leven.”
In Born hebt u al 1500 werknemers, en u zoekt er nog eens 400.
VAN DER LEEGTE. “Dat klopt. Er zijn er al 200 aangenomen. In Born werken ook 400 Belgen. Voordien 300, nu 100 extra.”
Hebt u Ford Genk bekeken?
VAN DER LEEGTE. “Ik ben er vroeger al geweest. Ford Genk was al klant van ons filiaal dat automatiseringssystemen voor assemblagelijnen produceert. Het is een mooie fabriek. De gouverneur van Limburg nodigde me nog uit voor een bezoek. Ook de directeur van Ford Genk kwam bij mij op bezoek. Maar ik moet overal gaan kijken. Eerst moet ik ervoor zorgen dat de auto’s hier in Born gemaakt worden.”
Klopt het dat u op 6 februari 2012, de dag van de aankondiging van de sluiting van NedCar in Born, meteen een sms naar de fabrieksdirecteur zond?
VAN DER LEEGTE. “Ja. Ik kon die nacht niet slapen. Die directeur had een contact met BMW, dat nieuwe productiecapaciteit zocht. Maar BMW wou eerst een goede aandeelhouder. Het mocht geen Aziaat zijn, geen durfkapitaalfonds, geen investeerder. Het moest een fatsoenlijk familiebedrijf zijn.”
Want ook BMW is, net als VDL Groep, een familiebedrijf.
VAN DER LEEGTE. “Dat klikte dus buitengewoon goed. Begin april trokken we naar München voor onderhandelingen over de productie van de Mini. Daarna gingen we praten met Mitsubishi, de toenmalige eigenaar van NedCar, en de vakbonden. We hebben scherp onderhandeld, maar begin oktober 2012 was alles in orde. We kochten het bedrijf eind 2012. Sinds begin 2013 bouwen we de fabriek om. We hebben 1 euro betaald voor de fabriek, de grond en de machines. En we kregen er 170 miljoen euro cash bij van Mitsubishi. Maar ik kreeg dus wel 1500 medewerkers extra. Die krijgen tot de start van de productie het verschil bijbetaald tussen de werkloosheidsuitkering en hun vorige loon. Daarvoor hebben we een provisie van 120 miljoen euro aangelegd.”
Vanaf 1 juli start het grote werk. U gaat 45 wagens per uur bouwen?
VAN DER LEEGTE. “Nou, het begint met tien. Langzaam voeren we dat op tot 45. Dat is de maximale capaciteit. In een tweeploegensysteem zouden het 180.000 auto’s per jaar worden. Maar we beginnen met één ploeg. In 2016 zouden we naar twee ploegen gaan. We zullen het model zes, zeven jaar bouwen.”
Maar u bent wel afhankelijk van slechts één merk en model.
VAN DER LEEGTE. “Als we een goede kwaliteit kunnen leveren, blijven we wel aan de gang. BMW is een van de topmerken van de wereld. Daarover ben ik niet zo onzeker. Met de bouw van de Mini kunnen we de fabriek zeker vullen.”
U produceert in Nederland, terwijl u jaarlijks gemakkelijk 30 miljoen euro had kunnen besparen door de productie te verschuiven naar China of Roemenië.
VAN DER LEEGTE. “Uiteraard maak ik die rekeningen. Moet ik tegen die medewerkers zeggen: ‘je bent bedankt, ik kan daar meer verdienen, daar heb ik jullie niet bij nodig’? Dat doe ik niet. Ik ben hier geboren en getogen. Ik ga het hier doen. Ik heb ooit via een overname een fabriek in China en een in Roemenië gekregen. Ik zou die fabrieken er zelf nooit hebben gezet. Ik wil gewoon in Nederland en België slagen. Bovendien kan je de medewerkers het best motiveren in de eigen moedertaal.”
En u spreekt geen Chinees.
VAN DER LEEGTE. “Nee. Ik spreek wel wat Europese talen, maar onvoldoende om iemand op de werkvloer te kunnen overtuigen. Je moet met je mensen kunnen praten. Ik kocht ooit een bedrijf in het Verenigd Koninkrijk. Je spreekt daar je eigen Engels met de mensen en dan krijg je van dat ‘Lancaster-Engels’ terug. Daar verstond ik niets van. Hoe kan je dan een relatie opbouwen? Ik wil dat mijn mensen allemaal begrijpen waar het om gaat.”
U wilt hier produceren, maar tegelijk klaagt u over het Europese vrijhandelsbeleid.
VAN DER LEEGTE. “Met de Europese Unie willen we samen sterker zijn tegen de opkomende markten in Azië en Amerika. Maar wat gebeurt in de praktijk? De Europese Unie werkt niet samen. Als wij een auto uit de Europese Unie willen exporteren naar China, moeten we 100 procent invoerrechten betalen. Naar Zuid-Korea is het 250 procent, Brazilië heft 62 procent invoerrechten. Als we een auto willen uitvoeren naar de Verenigde Staten, moet 70 procent van de onderdelen Amerikaans zijn. Al die landen kunnen hun producten hier zomaar invoeren, met 0 procent invoerrechten. Europa laat zich leegzuigen door China en India, zonder dat we op tafel slaan. Terwijl we 30 miljoen werklozen hebben in Europa.”
Dat ruikt naar protectionisme.
VAN DER LEEGTE. “Ik zeg alleen maar dat we hetzelfde moeten doen als wat zij doen. Een gelijk speelveld. Ik heb het zelfs nog niet over de lonen in China, noch over het verschil in milieunormen, of het muntbeleid. Ik heb het enkel over de invoerrechten die China heft. Als China 100 procent invoerrechten heft, moeten wij dat ook doen. Daar pleit ik voor.”
Bent u bang van de Chinese concurrenten?
VAN DER LEEGTE. “Maar nee. We zijn zo stom bezig in Europa. Overal waar ik ga praten, krijg ik gelijk, maar er verandert niets.
U vindt Europeanen naïef?
VAN DER LEEGTE. “Ja. Europa zou graag een wereldwijde vrijhandelszone zien. Het is mooi dat je dat wil, maar dan moet je het wel ook van de rest eisen.”
Voor u mag het allemaal wat chauvinistischer?
VAN DER LEEGTE. “Ja. U bent toch ook chauvinist? Als België tegen Brazilië speelt, hoopt u toch ook dat België wint?”
Hoe vult u dat chauvinisme in de praktijk in?
VAN DER LEEGTE (wijst naar het plafond). “Ik koop al mijn lampen bij Philips. Ook mijn tv is van Philips. Wij rijden met West-Europese auto’s. Er komt hier geen Chinese, Koreaanse, of Aziatische auto binnen.”
Door halsstarrig vast te houden aan productie in eigen land slikt u nu al twee jaar op rij verlies bij de divisie bussen en touringcars. Wanneer trekt u, net als Van Hool, naar Macedonië?
VAN DER LEEGTE. “Ik ga in Oost-Europa geen bussen bouwen die dan in West-Europa als concurrenten opduiken. Daar heb ik geen zin in. Dat is ook weer het chauvinisme.”
Maar de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB kiest ondertussen wel goedkopere bussen van Mercedes, gemaakt in Oost-Europa.
VAN DER LEEGTE. “We zouden uiteraard wel wat medewerking kunnen krijgen. Wij hebben 180 bussen van de MIVB gemist. Die gingen naar Mercedes. Wij vinden nog altijd dat de openbare aanbesteding oneerlijk is beoordeeld. De Lijn hebben we wel. Maar De Lijn is Vlaams. De MIVB heeft liever Duitse dan Belgische bussen. Dat geeft me een raar ge-voel.”
Uw Vlaamse dochter VDL Bus Roeselare verwijst vaak naar de te hoge loonkosten in België.
VAN DER LEEGTE. “Nederland is gewoon goedkoper (toont een grafiek van ING met de lonenkosten). Hierin staat Nederland met 31 euro per uur, België met 41. Dat zal wel niet helemaal kloppen, maar België is in onze sector ongeveer 15 procent duurder dan Nederland voor gelijkaardige functies. Bovendien hebben de vakbonden in België meer macht dan in Nederland, en zijn ze eigenwijzer. Nu, ik heb er niet zoveel problemen mee. Maar af en toe vind ik het wel jammer.”
De sector van de bussen presteerde bijzonder zwak de voorbije jaren. Er was een enorme prijsdruk door de concurrentieslag in Europa. De overheden bezuinigen. Is dat verbeterd?
VAN DER LEEGTE. “Nee, niet veel. De overheden draaien nog steeds de kraan dicht. Maar het ziet er dit jaar beter uit voor de bussen. Wij dachten ook dit jaar verlies te maken, maar in de eerste veertien weken hebben we 720 bussen verkocht. Voor een goed jaar moeten we ongeveer 1600 bussen verkopen.”
Hoe ziet u de algemene economie, nu iedereen spreekt over groei en beterschap?
VAN DER LEEGTE. “Nou ja, het gaat wel iets beter, maar te veel optimisme is overbodig. Toch verwachten we dat onze nettowinst met een tiende zal klimmen.”
U hebt drie kinderen, die alle drie actief zijn in de onderneming. Wanneer stopt u? Is 2016, na een halve eeuw activiteit, een goed moment voor het afscheid uit de operaties?
VAN DER LEEGTE. “Dat zou weleens kunnen.”
Wie zal u opvolgen?
VAN DER LEEGTE. “Dat weet ik nog niet. Het zou iemand uit de familie kunnen zijn, maar ook iemand van de directie. Ik zeg altijd tegen de kinderen: je kan beter een goede aandeelhouder zijn dan een slechte directeur. Ze moeten het wél aankunnen.”
Bent u zelf klaar voor de opvolging?
VAN DER LEEGTE. “Nee, nog niet. Ik zou nog elke dag komen. Ik doe het al 48 jaar. Dat is al een hele tijd. Maar 50 jaar is eigenlijk wel een mooi moment om een stapje terug te doen.”
Behoort een verkoop van de onderneming tot de mogelijkheden? U noemde alleen al het idee ooit belachelijk.
VAN DER LEEGTE. “Belachelijk is het juiste woord niet. Maar ik doe het niet.”
Maar misschien doen uw kinderen het wel.
VAN DER LEEGTE. “Nee, want ik heb een familieconvenant met hen gesloten dat ze het bedrijf nooit verkopen. Ik ben ook de grootste aandeelhouder. Ik heb 51 procent, de kinderen 49 procent. Als iemand wil uitstappen, mogen de aandelen enkel en alleen aan de andere aandeelhouders worden verkocht. En verder aan niemand.”
WOLFGANG RIEPL IN EINDHOVEN, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG
“Als China 100 procent invoerrechten heft, moeten wij dat ook doen”
“Je kan je mede-werkers het best motiveren in je eigen moedertaal”
“De Brusselse vervoersmaatschappij MIVB heeft liever Duitse dan Belgische bussen. Dat geeft me een raar gevoel”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier