Epsi: spil van het Belgische ‘Irangate’?

Epsi speelt de hoofdrol in het geruchtmakende verhaal over een nucleaire trafiek naar Iran. Volgens CEO Pierre Colman werd zijn bedrijf het slachtoffer van een CIA-complot.
Wat Pepsi is voor cola, is Epsi voor isostatische persen: een sterk merk op een concurrentiële wereldmarkt. Hoe raakte dit bedrijf uit Temse plots betrokken bij het Belgische ‘Irangate’, dat de topman van de Staatsveiligheid, Koen Dassen, de kop heeft gekost?
Epsi maakt isostatische persen. Bij een zogenaamde heetisostatische pers creëert een edelgas een enorme druk op gietstukken. Dat proces vermindert de kans op metaalmoeheid. Logisch dus dat Epsi vooral werkt voor de auto-, luchtvaart- en ruimte-industrie. Hoewel Epsi soms levert aan de nucleaire sector, dienen zijn persen nooit voor zuivere kerntaken. Chief executive officer Pierre Colman: “Deze sector kan weliswaar grote isostatische persen gebruiken, maar eigenlijk is het een tweede keuze. Toch wordt onze sector terecht scherp in de gaten gehouden, om nucleaire proliferatie te vermijden” (zie kader: “Het is een complot van de CIA”).
In Temse staat de hoofdzetel, waar 27 mensen werken. In 1996 nam manager Andrew Crum de firma National Forge Europe over van het Amerikaanse moederbedrijf en veranderde de naam in Epsi (Engineered Pressure Systems International). De Brit is inmiddels 69. Colman: “We werken momenteel aan een structuur om de opvolging te verzekeren.”
Epsi heeft nog een dochter in Massachusetts, waar twaalf man aan de slag zijn. Deze onderneming is vooral actief in Noord-Amerika. Epsi Temse prospecteert de rest van de wereld. In 2004 steeg zijn omzet naar 5,6 miljoen euro, maar de cashflow (141.000 euro) kreeg een klap. Colman: “Een gevolg van een zeer complex juridisch dispuut, waarvoor we enkele honderdduizenden provisies moeten aanleggen. Maar het komt ook door de sterke concurrentie. In de niche van Epsi zijn wereldwijd vijf ondernemingen actief, die met elkaar vechten voor elke bestelling, in ons geval zo’n tien tot vijftien stuks per jaar. In West-Europa stonden we vroeger sterk, maar geen enkele klant start nog nieuwe projecten op. Het zijn allemaal vervangingsinvesteringen. Door de recente overname van de klantenportefeuille van ACB (ex-Alstom) kunnen we onze positie hier verstevigen.”
Vorig jaar steeg de omzet van de vennootschap spectaculair tot 11 miljoen euro, een gevolg van een Russische bestelling ter waarde van 4,5 miljoen euro. De ‘groep’ Epsi (inclusief VS) haalde in 2005 16 miljoen euro omzet. “In België werken we normaal gezien vooral kleine projecten uit,” aldus Colman.
Uit de hand gelopen vriendendienst
Epsi België voert zijn producten voor 75 % uit naar landen als Rusland, Zuid-Korea, Zuid-Afrika, India en China. Van dat laatste land verwacht Colman concurrentie. Vroeger werd Epsi al gekopieerd door de Japanners, waardoor die markt compleet wegviel. Colman: “Hetzelfde kan in China gebeuren.”
Temse countert door te focussen op service. Colman: “Als er problemen zijn, staan we er onmiddellijk. Dat is noodzakelijk, want als de pers hapert, ligt soms heel het bedrijf stil. We trainen mensen ter plaatse om snel zelf in te kunnen grijpen.”
Epsi werpt zich ook op nieuwe niches. Als er een machine op overschot komt – bijvoorbeeld door een nieuwe investering of een sluiting – probeert het voor de klant een koper te vinden. Het is wereldwijd de sterkste speler op deze tweedehandsmarkt.
Eigenlijk was ook de Iraanse machine zo’n tweedehandsproduct. Oorspronkelijk was ze besteld voor het Duitse GKSS. Dat onderzoeksinstituut had het apparaat plots niet meer nodig. Dus trok Epsi de markt op. Het voerde al gesprekken met Iran Aircraft Industries over een andere machine, maar er was een probleem over de levertijd. Uiteindelijk betaalde het Iraanse bedrijf een kleine 600.000 euro voor de machine voor de Duitsers, omdat die onmiddellijk beschikbaar was. Colman: “Eigenlijk was de pers al verkocht aan de Duitsers. De verkoop aan Iran was dus een dienst aan een bevriend bedrijf. Denk je nu echt dat ik mijn kop riskeer voor een vriendendienst?”
In de VS werden er al concurrenten van Colman gedetineerd, omdat ze aan India leverden zonder de nodige vergunningen. Voor 75 % van zijn persen moet Epsi speciale uitvoerlicenties vragen. Het beheer van deze problematiek is voor Colman dus een dagelijkse taak. “Ons product is zeer delicaat en iedereen in de sector kent de gevaren. We leven al dertig jaar scrupuleus de voorschriften na, om ons bedrijf én ons eigen vel te beschermen. Ik wens niet voor een euro meer omzet in de cel te belanden.”
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier