Een wieg op het werk

Zorg eerst voor opvang en begin dan pas aan kinderen. Zo luidt de wijze raad van ervaren ouders die weten hoelang de wachtlijsten bij crèches en onthaalmoeders zijn. Voor bedrijven is hier een maatschappelijke rol weggelegd. Ze kunnen bijvoorbeeld zelf een crèche inrichten. Wegen die kosten op tegen de baten?

Elk bedrijf heeft ze: werknemers die thuis blijven omdat hun kinderen ziek zijn, die om vijf uur weghollen om tijdig bij de onthaalmoeder te raken, die een deuk in de firmawagen rijden tijdens de race naar de crèche. Hoeveel makkelijker zou een bedrijfscrèche zijn.

Begin deze week raakte bekend dat televisiezender VTM de plannen onderzoekt om een crèche te openen voor zijn personeel. Het afgelopen jaar informeerden ruim 200 bedrijven bij Kind & Gezin ( K&G) naar de mogelijkheden voor bedrijfsgerelateerde kinderopvang. Als Vlaamse openbare instelling om het welzijn van onze nakomelingen te behartigen, voert K&G dezer dagen bovendien een campagne om bedrijven te stimuleren wat te doen aan de kinderopvangproblemen van hun werknemers. Zo’n 3800 ondernemingen kregen vorige week een folder in de bus die hen uitlegt hoe ze het leven van werknemers met kinderen kunnen verlichten (zie kader: 5 manieren om te helpen). Tegelijk deed K&G een rondvraag bij de bestaande kinderdagverblijven om te polsen naar de bereidheid om specifieke bedrijfscrèches op te zetten. Coördinatrice Katrien Vermeersch: “We hebben bijna tachtig positieve reacties gekregen, maar tot op heden blijft dat beperkt tot interessebetuigingen. Concrete initiatieven zijn er nog niet.”

Oma heeft geen tijd

Carrière en kroost combineren is al langer een organisatorische knoop in het leven van tweeverdieners. Toch lijkt dezer dagen de nood hoger dan ooit tevoren. Zo kaartte bijvoorbeeld De Hoge Raad voor Werkgelegenheid vorige week in zijn jaarlijkse verslag het probleem aan. Volgens het rapport is voor vrouwen tussen 25 en 44 het moederschap de belangrijkste reden om de arbeidsmarkt te verlaten. Omdat de Europese Unie streeft naar een werkgelegenheidsgraad van 70%, pleit de Raad voor een betere combinatie van werk en zorg. Want opvang voor kinderen is niet altijd evident. Wachtlijsten en de hoge kostprijs zijn soms voldoende reden om de carrière (tijdelijk) vaarwel te zeggen.

Al in 1999 signaleerde een onderzoek van het Hoger Instituut voor de Arbeid ( Hiva) de oorzaken van het probleem. De auteurs stelden vast dat bij kinderopvang de rol van grootouders steeds kleiner wordt. Ze hebben minder zin om de zorg voor hun kleinkinderen op zich te nemen. Deze grijze consumenten van de derde leeftijd worden de marketinggroep van de toekomst genoemd. Ze zijn tussen vijftig en 75 jaar oud, hebben meer vrije tijd, meer geld en hogere verwachtingen van hun oude dag dan hun voorgangers. Het gevolg is dat er steeds minder kinderen van jonge tweeverdieners voor opvang terecht kunnen bij oma en opa. En de terugloop gaat snel. In 1997 waren voor 37% van de kinderen onder 2,5 jaar de grootouders het opvangadres. Twee jaar later was dat cijfer al gedaald tot 27%.

Het gevolg is een tekort aan betaalde kinderopvang. Reken daarbij nog de groeiende files, flexibele werkuren en het plaatje van ouders die met hun jong gebroed geen blijf weten, is compleet. Heel wat werknemers vinden vandaag geen opvang die overeenstemt met hun werkuren. Of de beschikbare opvang is te duur.

Precies daarom nam de Vlaamse regering zich twee jaar geleden al voor om de balans tussen werk en familie beter in evenwicht te brengen. De regering beloofde om 10.000 nieuwe kinderopvangplaatsen te creëren tegen 2004. Een tussentijdse evaluatie leert – volgens het kabinet van minister van Welzijn Mieke Vogels ( Agalev) – dat de 23 miljoen euro die de overheid de jongste twee jaar daarvoor inzette, ook rendeert. Tegen eind dit jaar zullen er 6000 nieuwe plaatsen zijn toegekend. “Maar tegelijk is het duidelijk dat er nood is aan gerichte beleidsacties en -initiatieven om de geformuleerde doelstelling te halen,” aldus de woordvoerster van minister Vogels.

Het grootste groeipotentieel zit niet in de gesubsidieerde kinderdagverblijven maar in de zelfstandige opvang. Deze sector kreeg ook extra impulsen door de invoering van een financiële ondersteuning van 371 euro per plaats per jaar. De zelfstandige kinderdagverblijven tussen acht en 22 kinderen – zogenaamde minicrèches – krijgen zelfs 381,39 euro.

Maar er is meer. Naast het financieel stimuleren van de zelfstandige opvangsector wil de overheid nu ook bedrijven aanzetten hun steentje bij te dragen om het opvangprobleem op te lossen. Bedrijven kunnen een belangrijke rol spelen. Ruim 70% van de kinderen onder twaalf jaar heeft een moeder met betaald werk.

De vakbonden zijn overigens niet zo blij met de verwachtingen van K&G dat de bedrijven een grotere rol gaan spelen in de plannen van de minister. In hun ogen is kinderopvang niet het werk van bedrijven. Een kribbe op het bedrijf zal alleen maar de afhankelijkheid van de werknemers verhogen, zo redeneren ze.

39 erkende bedrijfscrèches

K&G is zowat het ijkpunt voor de kinderopvang in Vlaanderen. De instelling controleert de kwaliteit van de opvang in de crèches en onthaalgezinnen, en beslist over de subsidies. Zelf baat K&G geen crèches uit, maar werpt zich steeds duidelijker op als consultant voor bedrijven en hun kinderopvangproblemen. K&G lanceerde eind vorig jaar een informatieve website (www.kinderopvang.be), maar het lijstje met bedrijven die een eigen opvang voorzien, blijft bedroevend kort. Sterker nog, van de 39 erkende bedrijfscrèches bevindt het merendeel zich bij openbare instellingen en ziekenhuizen. Cronos, een ICT-bedrijf uit Kontich, is de enige uitzondering. De informaticaspecialist begon in november 2001 met De Drie Klavertjes. Het initiatief kwam van gedelegeerd bestuurder Jef De Wit. De bedrijfsleider stelde bij zijn 700 werknemers een ware babyboom vast. Bij Cronos houden ze er een informele sfeer op na en dat werkte de oprichting van de bedrijfscrèche in de hand.

“Ik wilde, toen ik in 1991 met Cronos begon, een omgeving creëren voor technische mensen,” zegt De Wit. “We wilden in een aantal gebieden uitblinken en goede mensen aantrekken. Om die te houden, moet je ze goed verzorgen. Toen bleek hoe groot de opvangproblemen soms waren, hebben we gezocht naar een oplossing.”

Ook bij Cronos dachten ze niet onmiddellijk aan een eigen bedrijfscrèche. De Wit: “We hebben eerst in de buurt gekeken. Maar de opvangverblijven zaten al vol. Bovendien eisen veel verblijven dat je in de gemeente woont waar de crèche ligt.”

Daarom trok het bedrijf Laurence Michels aan. Die had ervaring opgedaan in Londense kinderverblijven en zocht werk in België. Zij kreeg de verantwoordelijkheid om De Drie Klavertjes op te richten. Cronos investeerde in totaal zo’n 61.000 euro. Dat geld ging naar de verbouwing van een gehuurd pand in Duffel, enkele kilometers van de kantoren van Cronos. Het informaticabedrijf ziet De Drie Klavertjes dan ook veeleer als een extralegaal voordeel, vergelijkbaar met een bedrijfswagen.

Voorlopig is het kinderdagverblijf van Cronos nog kleinschalig. Met vier werknemers en een maximum van twintig kinderen valt het nog onder de noemer van minicrèche. Om in aanmerking te komen voor een financiële tegemoetkoming van de overheid heeft De Drie Klavertjes trouwens gekozen voor het vzw-statuut en laat de kinderkribbe ook kinderen toe van niet-werknemers. “Ik vind dat maar logisch,” reageert De Wit.

De kosten en de baten

Is het voorbeeld van Cronos voor navolging vatbaar? Volgens Katrien Vermeersch van K&G wel. “Bedrijfsleiders nemen steeds vaker een maatschappelijke rol op. Ze spelen sponsor en bieden tal van extralegale voordelen om hun werknemers aan zich te binden. Met andere woorden: de tijd is rijp.”

Bovendien stipt K&G aan dat de arbeidsmarkt voor een aantal beroepen gespannen is. “Werkgevers kunnen een bedrijfscrèche als troef gebruiken om mensen aan te trekken en te houden,” zegt Vermeersch. “De kost van het rekruteren en van de afwezigheid wegens het kroost is vaak groter dan het inrichten van kinderopvang.” In haar ogen zijn bedrijfscrèches een onderdeel van het personeelsmanagement. Daarbij zijn zogenaamde cafetariaplannen de sleutel. Werknemers kunnen een persoonlijk pakket extralegale voordelen kiezen, met of zonder de kinderopvang.

En toch is er niets nieuws onder de zon. Wellicht de oudste en succesvolste bedrijfscrèche van ons land is te vinden bij de financiëledienstengroep Swift. Daar runt Magda Nys al dertien jaar Clair Logies. Het model verschilt grondig van het kleinschalige initiatief van Cronos. Bij Swift is er geen sprake van subsidiëring. Swift pompt jaarlijks ongeveer 570.000 euro in de uitbating van zijn crèche. De villa waar de peuters van het Swift-personeel verblijven, ligt in de bosrijke omgeving van Ter Hulpen, enkele honderden meters van het bedrijfsgebouw. Swift is zelf eigenaar van het huis. Daarnaast betalen de ouders nog eens een bijdrage om hun kinderen er te bergen. “We zijn geen vzw, maar winst maken we niet,” zegt Nys. “Toch is het een succes. We zijn in die dertien jaar van 24 kinderen in de opvang naar 64 kinderen gegroeid.”

Voor de uitbating van de crèche heeft Clair Logies trouwens 27 mensen in dienst. Daarmee doet Swift het beter dan de normen die het ONE, de Waalse tegenhanger van K&G, oplegt. “Hier is er een begeleider voor vijf kinderen. Swift betaalt het personeel, de ouders betalen voor het eten en de speeltjes. Die prijs ligt trouwens lager dan de dagprijs in de publieke sector,” aldus Nys.

In de afgelopen dertien jaar kwamen er heel wat geïnteresseerde bedrijven uit binnen- en buitenland over de vloer om te kijken hoe Swift zijn kroost in de watten legt. Het initiatief kreeg in de praktijk echter bitter weinig navolging. “Ik zie maar één verklaring,” zegt Nys, “De kosten zijn te hoog. Vele bedrijven vinden het idee schitterend, maar het kost te veel.” Tachtig procent van de onkosten van een kinderdagverblijf gaat naar de bezoldiging van het personeel.

Nochtans zijn de voordelen voelbaar, vindt Martine De Weirdt, personeelsmanager bij Swift. “De kribbe zorgt voor een beter evenwicht en heeft een veel grotere impact dan een wasserij- of een massagedienst. Zieke kinderen kunnen bij ons ook in de kribbe terecht, dus daarvoor hoeft een ouder niet thuis te blijven.”

Voorlopig is de kribbe van Swift exclusief voor de kinderen van het bedrijf. Dat kan veranderen als de opvangnood terugvalt binnen het bedrijf. Maar tot op heden is dat niet het geval. De bezetting blijft stijgen. En de gemiddelde leeftijd van de werknemers ligt met 35 jaar nog steeds in de vruchtbare zone.

Opvang uitbesteden

De problematiek van kinderopvang was voor vier studenten aan de Antwerpse managementschool UAMS voldoende aanleiding om in hun MBA-opleiding een marketingplan neer te pennen voor een nieuw initiatief. Stefan Brosens, Kristiaan Deckers, Rudolf Huycke en Linde Tirry denken dat er ruimte is voor een onderneming die gespecialiseerd is in de exploitatie en de oprichting van bedrijfscrèches. Hun project krijgt trouwens in de echte wereld een vervolg, want Hilde Deckers, de echtgenote van een van de auteurs, gaat van start met De Bollendoos. Dat bedrijfje wil grote ondernemingen de mogelijkheid bieden om hun opvangproblemen uit te besteden.

“We merkten dat er interesse bestaat van de kant van de bedrijven,” zegt Linde Tirry. “De bestaande kinderdagverblijven hebben echter geen contact met de bedrijfswereld. De Bollendoos kan de brug tussen die twee werelden vormen.”

De Bollendoos biedt de knowhow om een bedrijfscrèche op te zetten en uit te baten. “We zijn als het ware de werfleiders,” zegt Deckers. Maar of dat nu zal zorgen voor een grote boom, blijft de vraag. Kinderopvang in bedrijven blijft duur. Dat weten ook de mensen van de Kempische Initiatieven voor Kinderopvang ( Kiko). Die vzw wilde een tiental jaar geleden in de Kempen verschillende bedrijfscrèches inrichten, maar kwam al snel tot het besluit dat die plannen financieel niet haalbaar waren. Hun actieterrein is tegenwoordig de buitenschoolse opvang van oudere kinderen.

Roeland Byl [{ssquf}]

roeland.byl@trends.be

“De kost van rekruteren en van afwezigheid vanwege het kroost is vaak groter dan het inrichten van kinderopvang.”

(Katrien Vermeersch, Kind & Gezin)

Swift pompt jaarlijks ongeveer 570.000 euro in de uitbating van zijn crèche.

Om subsidies voor een bedrijfscrèche te krijgen, moet de kribbe kiezen voor het vzw-statuut en kinderen van niet-werknemers toelaten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content