Een Robin Hood voor de Nationale Bank

Eenenvijftig. Dat is het aantal vragen dat Deminor, het juridisch bureau dat de belangen van een belangrijke groep minderheidsaandeelhouders verdedigt, vorige maandag stelde tijdens de algemene vergadering van de Nationale Bank van België. Het lijkt op een spelletje treiteren, maar Erik Bomans, partner bij Deminor, weerlegt dat onmiddellijk.

“Er zijn zoveel vragen omdat er zoveel onduidelijkheden zijn in de boekhouding van de Nationale Bank.” Dergelijke spelletjes zouden trouwens ook niet stroken met het karakter van de sobere Bomans, die elk woord wikt en weegt. Een academicus-advocaat typeert hem als volgt: “Bomans is een scherpzinnig jurist die een klassieke scholing gekregen heeft bij De Bandt, Van Hecke & Lagae (nu: Linklaters). Hij is altijd afgeborsteld en nooit onbeleefd.”

Sinds kort is ook meester Mischaël Modrikamen aan de zijde van een aantal minderheidsaandeelhouders opgedoken in het dossier van de Nationale Bank. “Er is niet echt sprake van een samenwerking, maar we wisselen wel informatie uit,” zegt Bomans over de onderlinge relatie. Toch zijn Modrikamen en Bomans elkaars tegenpolen. Een confrater schetst het grote verschil tussen beiden. “Mischaël Modrikamen is warmbloedig en gaat meer de confrontatie aan. Hij is een schermer die snel en beweeglijk prikken uitdeelt om zijn tegenstander te verzwakken. Erik Bomans, daarentegen, is de koele jurist. Hij is een schaker die de zaak eerst grondig analyseert om de zwakke plekken in het dossier van zijn tegenstander te vinden. Nadat alle alternatieven overwogen zijn, doet hij finaal zijn zet.”

Bomans herkent zich in die analyse. “Ik hou niet van toeters en bellen. De ervaring leert dat de boodschap op mijn manier veel harder aankomt.”

Deminor en Modrikamen spelen wel op hetzelfde terrein, maar toch hanteren ze elk een andere tactiek. “Deminor is meer een zakenbank die een claim in al zijn aspecten bekijkt, terwijl het voor mij een zuiver juridisch dossier is,” zegt Modrikamen. “Mijn deontologie laat het bijvoorbeeld amper toe om openlijk te solliciteren naar cliënten. Voor een bureau als Deminor ligt dat toch anders. Ik ben dan weer in staat om de zaak tot in de rechtbank waar te nemen. We vullen elkaar dus aan. In elk geval: Bomans is een goede jurist die efficiënt en correct is. Ik kan er echt niets negatiefs over zeggen.”

Zijn koele beredeneerdheid wordt ook geïllustreerd door de manier waarop Bomans zijn studieplan uitstippelde. Zo koos hij er doelbewust voor om zijn kandidatuurstudie in de Rechten in Namen ( Notre Dame de la Paix) af te werken. Daarna trok hij naar de KU Leuven, waar hij afstudeerde als licentiaat in de Rechten. Voorts behaalde hij ook nog een Master of Arts aan de Johns Hopkins University na een tweejarige opleiding in Bologna en Washington DC. Dankzij dat internationale parcours spreekt Bomans nu vloeiend vier talen. Zijn Italiaans kwam hem onlangs nog goed van pas, want het kleine Deminor werd door een paar institutionele investeerders van Telecom Italia aangesteld als ‘leading advisor’ bij de megafusie in de Italiaanse telecommunicatiewereld tussen Olivetti en Telecom Italia.

Eén keer verraste Bomans zijn omgeving, door in 1995 een gedurfde overstap te maken van het gereputeerde De Bandt, Van Hecke & Lagae naar Deminor. “Veel mensen fronsten toen inderdaad hun wenkbrauwen,” getuigt Bomans. “Ik ruilde toen een topbedrijf, waar ik voor het establishment kon werken, voor een jong bureau dat in die tijd in juridische kringen een bedenkelijke reputatie had omdat het zich bezighield met kleine beleggers.” De zaak van Wagons-Lits, waarin Deminor een belangrijke meerwaarde uit de brand kon slepen voor de minderheidsaandeelhouders, was zeer belangrijk in de beslissing van Bomans. “Door die case kwam de problematiek van de minderheidsaandeelhouder voor het eerst nadrukkelijk naar boven en dat interesseerde me zeer. Maar ook de sublieme verstandhouding bij Deminor trok me aan.” Dat het met de sfeer inderdaad goed zit bij Deminor bewijst het feit dat de vier stichtende partners nog altijd aan boord zijn – een rariteit in deze sector.

Deminor is sinds de oprichting in 1990 enorm geëvolueerd. De eerste klanten waren familiale ondernemingen en kleine beleggers, maar ondertussen zitten er ook steeds grotere vissen in het klantenbestand, zoals de case van Telecom Italia bewijst. Het bureau krijgt ook meer en meer een internationale dimensie, met vestigingen in Nederland, Frankrijk, Italië en Luxemburg. “Duitsland wordt voorlopig nog vanuit België gevolgd,” zegt Bomans. “Maar binnenkort hopen we daar een kantoor te openen. Daarnaast hebben we ook al ons oog laten vallen op Spanje.” Omzetcijfers willen ze bij Deminor niet geven. Het bedrijf koos voor de rechtsvorm van commanditaire vennootschap, waardoor het die ook niet hoeft te publiceren.

Geregeld neemt Bomans dossiers mee naar huis. “Tijdens de werkuren hang ik voor 80 % aan de telefoon, waardoor de tijd soms ontbreekt om dossiers te analyseren of een strategie op papier te zetten. Dan gebeurt het wel eens dat ik dat thuis doe. Maar het is toch al veel beter dan vroeger,” lacht hij. Ook hij ontsnapt dus niet aan de onthaastingstrend. Bovendien verhuist hij binnenkort van hartje Brussel naar het landelijke Roosbeek. “Ik ben veel meer een natuurmens dan een stadsmens,” typeert Bomans zichzelf. “In mijn vrije tijd ga ik graag joggen en fietsen en tijdens de vakantie trek ik er, samen met mijn vrouw, als rugzaktoerist op uit in de bergen.”

Naast de taal heeft Bomans nog iets overgehouden aan zijn verblijf in Bologna: de liefde voor de Italiaanse keuken. Geregeld is de dertiger dan ook achter het fornuis te vinden. In de tuin van zijn nieuwe woonst is alvast een lapje grond gereserveerd waar hij zijn eigen kruidentuin wil aanleggen.

Hans Brockmans Dirk van Thuyne

“Ik hou niet van toeters en bellen. De ervaring leert dat de boodschap op mijn manier veel harder aankomt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content