Een onopvallend jaar

Vertwijfeling over de Britse economie maakt plaats voor voorzichtig optimisme.

JOHN O’SULLIVAN

De auteur is redacteur economie van The Economist.

De Britse economie kruipt uit haar tweede recessie in vier jaar. Volgens de meeste voorspellingen is het bbp in 2012 gekrompen en stijgt het in 2013 met nauwelijks meer dan 1 procent. Niet veel reden tot feesten, zou je zeggen. Toch zijn de voorwaarden voor een economische stemmingsverandering aanwezig.

Groot-Brittannië mag dan een van de slechtst presterende economieën in de club van zeven grote en rijke landen zijn, maar als we jobs als maatstaf nemen, is zijn recente staat van dienst wel het degelijkst. In de redelijk grote rijke landen is enkel in Canada een groter aandeel van de volwassenen aan het werk. Die fikse jobcreatie in 2012 is slechts een stoot van de rugwind die de economie weer aan het draaien brengt. Vertwijfeling over de economie maakt in 2013 waarschijnlijk plaats voor voorzichtig optimisme.

De consumentenbestedingen vormen daarbij de katalysator. Door de sterke jobcreatie zullen veel meer mensen geld verdienen. Cruciaal is ook dat de inflatie in 2013 waarschijnlijk voor het eerst sinds 2009 onder 2 procent duikt. En naarmate het reële inkomen opveert, zullen de bestedingen dat ook doen.

Sceptici zullen zeggen dat de huishoudens er de voorkeur aan zullen geven hun schulden sneller af te betalen. Maar de schuldenlast van de gezinnen is sinds 2008 al met ongeveer 20 procent gedaald. Hij kan blijven dalen en toch nog ruimte laten voor toenemende bestedingen. De spaarquote ligt nu al boven het gemiddelde van de voorbije twee decennia. Het is dan ook waarschijnlijker dat, na jaren van beknibbelen, de consumentenbestedingen zullen aantrekken, vooral als de vervangingscyclus voor duurzame goederen zich handhaaft. Een beetje consumentgeleide groei kan de grote Britse bedrijven er zelfs toe brengen hun opgepotte cash te investeren in nieuwe machines en gebouwen.

Het zal een tijdje duren eer de openbare financiën de verbetering van de reële economie bijbenen. De officiële prognose voor het begrotingstekort in 2012-2013 en volgende jaren zal opgetrokken worden en minstens een van de drie grote ratingbureaus zal ervoor opteren Groot-Brittannië zijn dierbare AAA-status te ontnemen. Groot-Brittannië zal nochtans het vertrouwen van de markten behouden.

Het is onwaarschijnlijk dat de wereldeconomie in 2013 een boom beleeft. Als Groot-Brittannië erin slaagt een beter dan verwachte groei te halen, zal dat zijn munt ten goede komen. Het pond zal enkel omhoogschieten als de Bank of England de intrestvoeten verhoogt, maar daarvoor is de economie nog niet stevig genoeg. Het pond is een van de zeldzame munten in de rijke wereld die ten opzichte van de dollar dicht bij haar correcte waarde staat (gemeten aan koopkrachtpariteit). Vanaf het moment dat de koopjesjagers onder de traders beginnen te voelen dat de Britse economie niet definitief tot stilstand gekomen is, zal het pond weer wat opleven.

Voor de Britten lijkt een treffelijk jaar voor de economie misschien te veel, maar achteraf zal 2013 wellicht een onopvallend jaar zijn, met een stabiele inflatie en een output die dicht bij 2 procent uitkomt, aangedreven door de vertrouwde motor van de consumentenbestedingen. Nu de verwachtingen zo laag liggen, krijgt de economie ruimschoots de kans om voor een mooie verrassing te zorgen.

John O'Sullivan

Cruciaal is dat de inflatie in 2013 waarschijnlijk voor het eerst sinds 2009 onder 2 procent duikt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content