Een nest vol voeding
Om zijn 150ste verjaardag te vieren opende Nestlé een nieuw bezoekerscentrum in zijn Zwitserse thuisbasis Vevey. Tegelijk heropent het museum van de voeding.
In Vevey, een stadje van 17.000 inwoners aan het Meer van Genève, is de hoofdzetel van Nestlé gevestigd, het grootste voedingsconcern ter wereld. De Vlaming Paul Bulcke leidt de multinational die 436 fabrieken en 335.000 medewerkers heeft in 189 landen. Vorig jaar haalde de groep een omzet van 80,5 miljard euro. “Veel van haar 2000 merken maken deel uit van het dagelijkse leven van honderden miljoenen consumenten”, vertelt Heidi Kelly, marketingmanager van nest, het bezoekerscentrum van Nestlé dat op 15 juni in Vevey de deuren heeft geopend.
“Het bezoekerscentrum ligt in een oude industriële wijk achter het station. Daar begon de Duitse apotheker Henri Nestlé precies 150 jaar geleden met de productie van melkpoeder. De bergweiden waar de Zwitserse koeien graasden, lagen vlakbij en met de trein kon Nestlé zijn farine lactée naar de hele wereld exporteren. Maar hier ontstond bijvoorbeeld ook melkchocolade en Nescafé. In nest ontdek je dat Henri Nestlé een visionair was en dat die spirit er bij Nestlé nog altijd in zit.”
“Toch is nest meer dan een museum”, zegt directeur Cathérine Saurais. “Grasduinend door de geschiedenis geven we antwoorden op vragen over de voedselproductie van vandaag. We proberen de bezoekers ook te betrekken met interactieve toepassingen.”
Het bezoekerscentrum is opgebouwd uit drie delen. In het eerste, Founda-tions, komt de geschiedenis aan bod, met onder meer het nagebouwde lab van Henri Nestlé. Vervolgens kom je in Zeitgeist, een levend archief met prominente figuren, merken en reclamespots. Het logo van Nestlé, een vogelnest, is een van de oudste in de geschiedenis van de marketing. In Forum gaat het over voedselproductie in al haar complexiteit. “Schaarste en milieuvervuiling gaan we niet uit de weg”, zegt Kelly.
Expertise delen
Vragen over voeding en levensmiddelen komen aan bod in het Alimentarium, dat is ondergebracht in een neoclassicistisch kasteeltje aan de oever van het meer. Het gebouw was van 1921 tot 1936 de hoofdzetel van Nestlé en tot 1979 de exportdienst van het bedrijf. In 1985 opende er het eerste voedselmuseum ter wereld.
“We geven onafhankelijke informatie over voeding en levensmiddelen, van de steentijd tot nu, en van over de hele wereld”, verzekert directeur Ursula Zeller. “De bezoekers kunnen er onze nieuwe permanente collectie bezoeken. We geven met interactieve toepassingen antwoorden op vragen als: waarom kun je met Kerstmis zomerfruit eten? Wat is paleofood? En hoe werkt onze spijsvertering?”
“Een missie van het Alimentarium is onze expertise delen. De digitalisering komt daarbij goed van pas. Stel dat je in Thailand bent en je wilt iets weten over de curry die je hebt besteld. Dan kun je op je smartphone naar onze website surfen. We zijn een museum dat overal beschikbaar is”, zegt Zeller.
Chaplin’s World
Nestlé investeerde 45 miljoen euro in nest. Het verwacht dat het vanaf 2019 op kruissnelheid draait met 250.000 bezoekers per jaar. “Erg ambitieus”, erkent Kelly. Ze hoopt mee te surfen op het succes van het nieuwe Chaplin’s World in Vevey, een privé-initiatief waarvan Nestlé ook een partner is. Bulcke zei in de media dat cijfers niet het belangrijkste zijn. “In nest beantwoorden we de vragen die je over een onderneming als de onze kunt hebben.”
Frederic Eelbode in Vevey
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier