“Een marathon loop je tegen jezelf”

“Het is begonnen met een wat dwaze weddenschap, tien jaar geleden. Een vriend en ik klapten elkaar in de hand: ‘Jij en ik, wij lopen volgend jaar de marathon van New York.’ Het werd een ramp. Ik heb de aankomst gehaald, maar in een catastrofale toestand, recht het Medical Center in. Mijn eerste gedachte was: dit doe ik nooit opnieuw.

“Naderhand heb ik mezelf geconfronteerd met de fouten die ik had gemaakt – en dat waren er heel wat. Ik ben gaan lezen over lopen, ik heb mensen raad gevraagd, ben beginnen te trainen. Planmatiger, met een betere discipline, met oog voor de juiste voeding. Dan heb ik me ingeschreven voor de marathon van Berlijn. Die heb ik gelopen zonder problemen, met een gestage snelheid gedurende 42 kilometer. Zelfs van dat gevreesde dipje rond de dertig kilometer heb ik geen last gehad. Intussen heb ik vijf marathons gelopen.

“Lopen is mijn decompressiemiddel bij uitstek. Hoe meer stress ik heb, hoe meer ik loop. Tijdens de week ga ik er in mijn eentje op uit, voor een kilometer of zeven. Het is een moment om mijn ideeën te ordenen. Het overkomt me geregeld, als ik thuiskom na een loopbeurt, dat ik plots de oplossing zie voor een knelpunt dat me op het werk bezighoudt.”

Door de excuses heen

“Al is een trainingsschema volhouden niet altijd een lachertje. Je kunt duizend excuses vinden om een keer over te slaan. Want je bent afgepeigerd, of er is iets interessants op tv, of het is slecht weer. Maar om ergens te geraken, moet je dwars door die excuses heen snijden.

“In het weekend is het anders. Dan train ik met vrienden. Dat geeft een heel andere sfeer. We praten wat onder mekaar, heel relaxed. We zijn met zijn tienen, zeven mannen en drie vrouwen, en elk heeft zijn doelen. Sommigen mikken op de marathon van Amsterdam, anderen trainen voor Londen of Berlijn.

“Ik ben best wel competitief. Niet dat ik in de top wil eindigen. Een marathon loop je in de eerste plaats tegen jezelf, tegen de tijd die je de vorige keer hebt neergezet. Het is me gelukt elke marathon waaraan ik meedeed, sneller te lopen dan de vorige. Het is mijn bedoeling dat vol te houden. Dat wordt elke keer moeilijker natuurlijk, maar ik heb me door een dokter laten vertellen dat je in het langeafstandslopen tot je zestigste vooruitgang kunt boeken. In welke andere sport mag je dat hopen? Er staan me dus nog mooie jaren te wachten.

“Behalve marathons loop ik ook de 20 km door Brussel. Delhaize sponsort dat evenement al enkele jaren met veertigduizend bananen, die worden uitgedeeld aan de aankomst. Je zou kunnen denken dat ik niet anders kan dan me daar te laten zien met mijn loopschoenen. Maar anders zou ik ook meedoen.”

In korte broek

“Er schrijven zich ook altijd heel wat werknemers in. Dat is een bijkomende leukigheid, want zo kunnen ze mij leren kennen buiten het werk, wat niet altijd voor de hand ligt voor wie ver van Brussel in een winkel of een depot werkt. Maar die dag is iedereen in korte broek en Delhaize-T-shirt, en drinken we na afloop een pint. Het herinnert me er elke keer weer aan hoe belangrijk het is goed omringd te zijn. Sportief door vrienden die meetrainen en een gezin dat je steunt, en professioneel door je medewerkers.

“Ik houd ook altijd voor ogen: Denis, loop je eigen race. Het heeft geen zin je vast te haken aan het tempo van degene die voor jou loopt. Ik wil op mijn doelstelling gefocust blijven. Ook in het zakenleven heeft het geen zin hijgerig achter een concurrent aan te hollen. Ik weet waar Delhaize voor staat en laat me alleen daardoor leiden. Alles wat je nodig hebt om een lange afstand te lopen, komt ook van pas om iets in het leven te bereiken.”

FILIP HUYSEGEMS, FOTOGRAFIE KAREL DUERINCKX

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content